2-daagse bivaktocht langs de GR56 van Malmédy naar Burg Reuland
Eind 2003 stond hiking.be nog in zijn kinderschoenen en was ik nog maar pas als forumlid actief. Toen Joram met het voorstel kwam om met enkele forumleden op stap te gaan, was ik meteen enthousiast. Ik nam twee vriendinnen mee op schok om het mannelijke overwicht wat te temperen. We zouden via de GR56 in twee dagen van Malmédy naar Burg Reuland stappen.
De eerste ontmoeting
Na een wilde busrit komen we toe in het levendige stadje Malmédy. Joram, Günther en Fred staan ons al op te wachten bij de obelisk op Place Albert I. Na veel mailtjes en berichtjes op het forum van hiking.be zien we elkaar eindelijk in levende lijve. Het klikt meteen.
We hebben alle zes reuzehonger en hebben dus geen zin om alle eetplaatsjes af te lopen. Na een bezoekje aan de eerste de beste pittazaak vertrekken we, naar de jeugdherberg van Bévercé, zo’n 2,5 kilometertjes verder. Daar splitsen onze wegen al. De ‘meiskes’ hebben een echt bed gereserveerd, de jongens moeten die zelf nog vinden en slapen boven op een heuveltop tussen de hertenkeutels.
Jenever uit de struiken
Afstand: 33km
We zitten al bij het ontbijt als de overslapen jongens binnenkomen. Joram vertrekt alvast om Tommy bij de basiliek van Malmédy te ontmoeten, voor ook wij via de weg terugkeren naar de stad.

Na een groepsfoto, gaan we op zoek naar de witrode markeringen van de GR56 die ons meteen fors doet klimmen uit de vallei van de Warche. De confetti op straat is het enige dat wat kleur geeft aan grijze weer en het benevelde stadje van de Oostkantons. De sfeer in de groep is gelukkig een stuk beter dan het weer.
Na een lange asfaltweg, zijn we blij via een bosweggetje in het groen te duiken. Er volgt zelfs een avontuurlijke oversteek van een bosriviertje. Met de leuze “hoe wilder, hoe beter”, tonen de jongens hoe je het beter niet doet, als je je broek droog wil houden tenminste. De pret duurt niet lang want al snel volgt weer een lang verhard stuk weg die ons naar Ligneuville brengt, een allesbehalve gezellig dorpje aan de Amblève.
Na de brug over de autosnelweg lopen we langs de bosrijke flanken van de zijrivier de Rechterbach. Op de bosweg, sprokkelt Günther al wat droog hout bij elkaar voor zijn kampvuurtje. Droge worst is bij vele hét trekvoedsel, ons drietjes nemen echter de tijd om wat spek te bakken. Iedereen staat versteld van het eeuwige geduld van Günther. Eerst zijn vuurtje in gang krijgen, dan zijn water doen koken en nadat wij allang onze honger hebben gestild, kan ook hij beginnen eten. Om de tijd wat te doden, beklimmen Vanessa en ik de glibberige ladder van een jachthut en kijken uit op de groene Ardense wouden waar we tijdens de examens zo naar hadden verlangd.

Het dorp Recht ligt bijna volledig ingesloten door bossen. Plots vist Joram zijn fles appeljenever uit de struiken. Het kruis van Sint Antonius staat bij een plaats genaamd ‘An den Goldgruben’, een verwijzing naar de vroegere goudwinning in de streek. Al is het Emmelserwald een uitgelezen plek om te bivakkeren, we besluiten na een zeer lang onderonsje, verder te lopen naar Sankt Vith. Het uitgestrekte woud rekt zich bijna tot aan de autosnelweg uit. De boswachterhut op de Tommberg is amper te herkennen; een hele resem wagens en mobilhomes staat er voor de deur.
De gesprekken worden alsmaar smakelijker want met onze hongerige magen, denken we alleen maar aan eten. Als we bij het binnenlopen van het stadje een supermarkt tegenkomen, kunnen we de lokroep niet weerstaan. We nemen een verkorte route door de hoofdstraat en volgen een steil pad in het Sankt Vither Wald. In een jong herbebost stuk zoeken we een schuilplaats. We kijken op als we zien dat de mannen enkel een bivakzak bij hebben en geen tent.
Behalve Fred, die trouw blijft aan zijn worst, eet iedereen warm en dat gebeurt bij de ‘gezond etende meiskes’ niet zonder ongelukken. De spaghetti glijdt bij het afgieten uit de kookpot en de doos soep vindt het niet zo’n goed idee dat Vanessa haar rugzak als stoel gebruikt.
Af en toe worden we muisstil als we denken een boswachter te horen maar daartussen tetteren en lachen we alsof we elkaar al veel langer dan één dag kennen. Na een slokske jenever is het tijd om in ons ‘warme’ tentje te kruipen. Onze schildwachten slapen voor de ingang zodat we met een gerust hart kunnen slapen.
Eindelijk natuur!
Afstand: 12km
We pikken opnieuw de GR56 op die langs de beboste flank van de Prümer Berg loopt. We ontbijten in een ronde picknickhut met strooien dak. De kinnebakken van onze mannelijke collega’s vallen op de grond als we onze reuzepot confituur en een heel brood uit de rugzak halen.

Net als we onze tocht verder willen zetten, passeert een groep wandelaars met hoog opgetrokken wandelkousen en mini-rugzakskes. We steken ze al snel voorbij en genieten met volle teugen van de prachtige vallei van Neidingen. Het lieflijke dorpje ligt tussen groene velden en steile heuvels die worden doorsneden met kabbelende riviertjes.

We klimmen opnieuw uit de vallei en genieten op de heuvelkam van een prachtig een panorama op de glooiende grensstreek. De Hasselbach heeft de wandelweg voor een deel overspoeld. Het is opletten geblazen als we het halfverweerd brugje oversteken. Na een klein afwasje en een grotere koffiekrans, klimmen we richting Maspelt.

Er wordt ons weer asfalt onder de voeten geschoven maar door de fraaie omgeving, deert het ons niet. Via Bracht komen we in ons eindpunt Burg-Reuland waar een gerestaureerde ruïne van een burcht te bezoeken is. Vanuit de toren heb je een mooi uitzicht op het dorp met daarachter de Ourberg.

We eten op een picknicktafel op het binnenplein van de burcht. Terwijl Fred, Joram en Tommy een ode brengen aan de voorverpakte worst, besluit Günther zijn rijst-met-kip-en-kerrie-soep dit maal op zijn gasvuur klaar te maken. De ‘meiskes’ eten natuurlijk wat gastronomischer: al dente gekookte basmati-rijst met lentje-erwtjes uit blik en heerlijke plakjes tonijn. Daarbij hoort uiteraard een bijpassend wijntje: Coca van château Cola.

Conclusie
Enkel het stuk tussen Sankt Vith en Burg Reuland heeft me kunnen bekoren. Hoewel de uitzichten wel mooi zijn, volgt de GR56 naar mijn mening in dit stuk van de route te veel asfaltwegen.
Meer beelden in dit fotoalbum. Klik op ‘slideshow’ voor een diavoorstelling.
–
PRAKTISCHE INFO
BEREIKBAARHEID
De bereikbaarheid is moeilijk. Er ligt geen enkel station op dit deel route, enkele stadjes en dorpen zijn beperkt met de bus bereikbaar.
- Trein naar Verviers
- TEC-bus 395 tussen Verviers via Malmédy, Sankt Vith naar Burg Reuland: uurroosters vind je terug op de website van de Waalse busmaatschappij (doorklikken naar Itinéraires)
OVERNACHTING
Mogelijke ‘overdekte’ overnachtingsplaatsen:
- Jeugdherberg van Malmédy ligt in Bévercé (2,5km van stad)
- Jeugdherberg van Sankt Vith (doorklikken op kaartje: Sankt Vith ligt in het zuidoosten van België)
TOPOGIDS
Topogids van de GR56 ‘Cantons de l’Est’
BEWEGWIJZING
Witrode GR-bewegwijzering
LINKS
Frederik Decremer liep de volledige GR56 af.
BEVOORRADING
Malmédy, Recht, Sankt Vith, Burg-Reuland