Een oriëntatiecursus bij de Bergstijgers van Deinze
Een cursus kaart en kompas, het lijkt iets voor beginners én in het bijzonder vrouwen die nog eens niet weten waar het noorden op de kaart ligt. In de voorbije jaren had ik uitsluitend door praktijkervaring leren navigeren. Met de kaart kon ik aardig weg maar het kompas bleef meestal lekker droog in de rugzak zitten. Met trektochten in het winterse Schotland en het zomerse IJsland in het vooruitzicht, leek het me aan te raden om mijn kennis te gaan bijschaven.
Na wat surfen op het Internet kwam ik al vlug bij de Bergstijgers uit, een Vlaamse bergsportfederatie die deel uitmaakt van de internationale Natuurvriendenvereniging. Elk jaar wordt in elke Vlaamse provincie een cursus “‘kaart en kompas” georganiseerd. Na drie vrijdagavonden theorie, volgt een praktijkweekend in de Oostkantons.
Theorieavonden
Het is even zoeken naar het oude gemeentehuis van Bachte-Maria-Leerne, een stil dorpje aan de Leie in Oost-Vlaanderen.
Op de eerste cursusavond zie ik rondom mij een mix aan mensen zitten. De mannen zijn duidelijk in de meerderheid maar de leeftijd varieert van tieners tot vijftigers. Daarnaast zitten er zowel ervaren wandelaars als beginnelingen bij die meteen goed voorbereid op stap willen gaan.
We starten van nul af aan maar vliegen aan een redelijk hoog tempo door de cursus. Voor diegene die nog geen ervaring hebben, is het soms wat moeilijk om volgen. Gelukkig volgt na telkens een stukje theorie wat praktische oefeningen zodat iedereen kan bijbenen.
Al op de eerste les blijkt dat er heel wat meer details op een kaart staan dan ik ooit had opgemerkt: verlaagde bermen, verhoogde bermen, taluds, … En dan kwam voor mij een bijzonder interessant hoofdstuk: coördinaten. We hadden nog maar net een GPS gekocht maar hadden er geen enkel idee van hoe we punten op de kaart als way points konden instellen op het toestel. Hiervoor moeten we de UTM-coördinaten meten waarvan de rasterlijnen op de topografische kaart staan aangeduid.
Uit ervaring weet ik dat niet alle kaarten, vooral de meer toeristische wandelkaarten, dit hebben. Als je dus gebruik wil maken van een GPS, is dit een aandachtspunt bij de aanschaf.
Daarna komt het kompas aan de beurt. Hierbij is het begrip declinatie voor wandelaars best belangrijk. Het magnetische noorden, dat je kompasnaald aanwijst, wijkt namelijk af van het geografische noorden. Deze afwijking varieert tussen regio’s en in de tijd. In België is dat voor het ogenblik te verwaarlozen. Elders in Europa en de rest van de wereld, kan de declinatie oplopen tot enkele tientallen graden.
We leren richtingen via het kompas op de kaart aflezen. Omgekeerd kan je je locatie op de kaart bepalen door enkele markante punten in het landschap te nemen, te meten op hoeveel graden deze plaats afwijkt van het noorden (‘schieten’) en dit aan de hand van een lijn uit te tekenen op de kaart. Op het eind kom je uit op een, liefst zo klein mogelijke, driehoek.
We eindigen met het marsplan, dat alle vaardigheden combineert. Op basis van de kaart bepaal je de route en markante tussenpunten. Bij elk tussenpunt bereken je de marsrichting, de afstand en het hoogteverschil. Zo’n plan is erg handig als je in de mist terechtkomt of door een landschap met weinig herkenningspunten loopt. Dan hoef je ter plaatse niet meer de marsrichting en de afstand te berekenen.
Praktijkweekend
Onze uitvalsbasis is het natuurvriendenhuis in Logbiermé in de Oostkantons, een oud maar charmant optrekje met uitzicht over de vallei. Voor we van start gaan, tellen we onze stappen over een lengte van 100m. Dat zal ons helpen, eenmaal we in ongebaand terrein zitten, de afstand in te schatten.

Zaterdag: lopen op kaart en kompas
We stappen de voorafbepaalde punten naar de controlepost af. Onderweg geeft Hilde, onze begeleidster, ons wat tips hoe je het kompas gebruikt om te bevestigen dat je de goede koers aan het volgen bent.
Hier en daar ligt nog een sneeuwveld maar het is stralend weer. In het uitgestrekte naaldwoud komen we zo goed als niemand tegen. We dalen langs een bosriviertje af naar la Roche Michelot, en steken de rivier Mon le Soie over.

Het verbaast ons dat de mannen, die na ons vertrokken zijn, ons nog niet hebben ingehaald. Bij Ennal staat een schuilhut waar we van een panorama over de vallei van de Salm mogen genieten. Ter plaatse voeren we enkele opdrachten uit. De meeste moeite heb ik met het vermijden van een hindernis door 60° af te buigen om dan via een hoek van 300° terug op de juiste koers te komen.

Daarna moeten van Croix Maquet zelfstandig en enkel met behulp van het kompas een stuk bos doorsteken en zo terug bij de schuilhut teruggeraken. De juiste koers aanhouden is niet eenvoudig want overal ligt nog omgehakt hout en groeien jonge naaldboompjes. Ik spartel me door de dichte vegetatie en kom met wat geluk pal uit op het voorziene tussenpunt.
Via gezellige paadjes keren we terug naar Les Gattes waar ons een lekker avondmaal staat te wachten. Ondertussen bereiden we elk ons marsplan voor dat we morgen mogen gaan uittesten. Hilde geeft ons de goede raad om voor elk tussenpunt een kleine schets te maken. Hieronder een voorbeeldje:

Zondag: marsplan
De volgende dag gaan we zonder begeleider op stap. ’s Morgens mogen we nog van de kaart gebruik maken. Bij elk tussenpunt is een baken aangelegd, soms midden een bos, waar een letter hangt. De bedoeling is alle letters te verzamelen en er een woord mee te vormen.

Als we ’s middags bijna bij de controlepost zijn aanbeland, komt de rest achter ons aangestormd. Groep 3 had blijkbaar groep 2 ingehaald, waarbij die het ook op een lopen is beginnen zetten. De organisatoren zitten eventjes met de handen in het haar als ze zien dat heel de bende daar al is. De soep is nog niet warm maar sommigen nemen gemakkelijk genoegen met wat jenever.
Na de lunchpauze wordt elke groep enkele opdrachten voorgeschoteld. Via het kompas moeten we naar een doel schieten en het aantal graden aflezen of net omgekeerd. Als je dat met vier doet, kom je al snel op enkele graden of meer verschil uit.

We laten groep 2 en groep 3 eerst starten zodat we wat meer op ons gemak zijn. De kaart wordt in een envelop gestoken, en nu is het aan ons om enkel via ons marsplan de weg terug te vinden.
De enige man in onze groep vertrouwt blindelings op ‘de meiskes’ en speelt maar al te graag ‘verkenner’ terwijl wij met het kompas de juiste richting aangeven. Meestal zijn de marsplannen gelijkaardig, op enkele punten moeten we elkaar corrigeren.

Als we Logbiermé binnenlopen, valt eindelijk het tweede sleutelwoord te binnen: ‘Les Gattes’, de naam van het natuurvriendenhuis. En zowaar, omdat we de enige groep zijn die alle bakens heeft gevonden, hebben we gewonnen.
Conclusie
Een interessante cursus voor zowel ervaren buitensporters als beginners. De Bergstijgers organiseren dit allemaal op vrijwillige basis en doen uitstekend werk. De streek van Vielsalm is trouwens zéér mooi voor een bivaktocht.
Meer beelden in dit fotoalbum.
–
PRAKTISCHE INFO
Vanaf het najaar kan men inschrijven via de website van de Bergstijgers. Ook niet-leden kunnen deelnemen maar betalen een stuk meer. De prijs omvat cursusgeld, materiaal (cursus en topografische kaart) en een overnachting in het natuurvriendenhuis (praktijkweekend).
Alternatieve oriëntatiecursussen vind je bij:
- De Klim- en Bergsportfederatie en haar clubs
- Trekkingschool