Een 6-daagse wintertrekking rond de hoogste toppen
Rondane is het oudste nationaal park van Noorwegen, een hooggebergte dat bijna volledig boven de boomgrens ligt met afgeronde bergtoppen tot boven tweeduizend meter en brede U-vormige dalen. Een sneeuwzeker gebied zonder gevaar voor (smelt)lawine’s in de vroege lente en gemakkelijk en snel bereikbaar vanuit Oslo. We ondernemen er een rondtocht op sneeuwschoenen en doen een poging om de hoogste top Rondslottet te beklimmen.
Storm
Afstand: 14km
Hoogtemeters: 740m stijgen, 0m dalen
Een blik uit het raam van de berghut geeft ons meteen te kennen waar we zijn aanbeland. De blauwrode Noorse vlag hangt lichtjes te wapperen, de besneeuwde heuvels zijn begroeid met naaldwoud, het Uldalen is volgebouwd met houten zomerhuisjes. In de eetzaal is het duidelijk dat het nog geen paasvakantie is; slechts 2 Noorse koppels logeren in Mysuseter Fjellstue. Vandaar dat de bus vanuit Otta nog niet rijdt en we dus gisterenavond laat een taxi moesten nemen. We zaten niet erg op ons gemak als de chauffeur in het pikdonker door de verijsde haarspeldbochten scheerde.
De zon staat heerlijk hoog en we staan te popelen om te vertrekken. Ivo heeft, dankzij onze last-minute-benadering van wandeltochten, zijn muts vergeten. Als we vragen of er toevallig niemand iets heeft achtergelaten, krijgen we een licht zwart wollig exemplaar met glinsterende draadjes toegestopt. Echt professioneel en mannelijk ziet het er niet uit en we zien ook niet echt in hoe dit de Noorse wind zal weerstaan. De combinatie met een buff zal het moeten doen.

We binden de sneeuwschoenen onder en zoals verwacht maakt onze huttenwaard er op ons attent dat je in dit gebied veel meer met langlaufski’s kunt aanvangen. Wij voelen ons best goed met deze ‘raketten’, die ons de mogelijkheid geven om meer technisch terrein op te zoeken. Skiën is nooit echt mijn ding geweest. Ik kan niet goed overweg met lange latten en als het bergaf iets te steil wordt, dan ben ik niet op mijn gemak.

Een duidelijk langlaufloipe leidt naar de Store Ula. Opeens is geen enkele boom of chalet meer te bespeuren, enkel een wit en uitgestrekt niemandsland. De hoge toppen van Rondane worden verborgen gehouden. Door de toenemende bewolking, wordt het door onze zonnebril steeds moeilijker kijken. Ivo heeft stilaan genoeg van dit vlakke en voorgekauwde parcours; terwijl ik zo’n rustige aanloop wel best oke vind. Het enige wat me wat verveelt is dat langs de winterroute om de 10 meter een bamboestok staat ingeplant. Naast het feit dat je niet echt van een ‘inheemse houtsoort’ kan spreken, is het iets te betuttelend. Eén van de fijne dingen van het wintertrekken is dat je je eigen weg kiest in een maagdelijk sneeuwtapijt. Daartegenover kunnen we het tempo wel hoger houden op het verharde skiparcours.

Bij Rondvassbu kijken we uit over het dichtgevroren meer Rondvatnet, ingeklemd tussen grijze reuzen als de Ronslottet en de Veslesmeden. In dit gure winterweer, zoeken we het comfort op van de berghut. Een warme chocomelk en een stevig stuk zelf gebakken ‘toerbrood’ brengen ons op krachten. De huttenwaard raadt ons de tocht naar de vallei van de Langholet af. Hij vreest voor lawinegevaar nabij de bergpas. De zomerroute over de Rondhalsen moet wel doenbaar zijn. We stellen enkele waypoints in de GPS in. Terug buiten, blijkt de wind serieus aan kracht te zijn toegenomen. Geen goede condities om de hoge route op te zoeken, maar we stellen ons maar weinig vragen en zetten de beklimming in. De skibril gaat aan, onze regenjas wordt goed toegesnoerd. Eindelijk alleen op weg, op ongebaand terrein.

Bij aanvang is de navigatie eenvoudig; de steenmannetjes die beschilderd met een duidelijke rode letter T zijn duidelijk herkenbaar. De steeds wisselende bewolking rondom de rotsige piek van de Svartnuten geeft ons echt het gevoel ‘op avontuur’ te zijn. Het comfortabel gevoel maakt al vlug plaats voor onbehagen als blijkt dat we door de opkomende mist het steeds moeilijker hebben om te navigeren. We hebben geen doel meer voor ogen; alles wordt wit. De white-out vertroebelt ons inzicht in het landschap. Opeens glijdt Ivo weg in een diepe geul. Het valt hem zwaar om opnieuw 15m omhoog te klimmen. Als ik een foto wil nemen, krijg ik een kwade blik toegeworpen.

Op GPS klimmen we verder. Bij een houten wandelwegwijzer die de route naar de Veslesmeden aanduidt, besluiten we te bivakkeren. Een beukende wind, de sneeuw en de kou maken het ons niet gemakkelijk. Nooit eerder moesten we in zo’n situatie een tent neerplanten en die spanning is te voelen. Om de wind te breken, bouwen we een muur van sneeuwblokken. De bodem nivelleren we met onze sneeuwschoenen. De sneeuw is erg korrelig en geen elke piket wil blijven zitten. We trachten de sneeuw hard aan te stampen. De onderkoeling treedt ondertussen in; onze vingers zijn gevoelloos geworden. Na een klein uurtje lukt het dan toch. De opluchting is groot. We kunnen opnieuw glimlachen.

Als ik de matjes heb opgeblazen en Ivo binnenroep, zorgt een windstoot van formaat ervoor dat meteen de helft van onze piketten uit de grond getrokken wordt. Ik heb even het gevoel samen met de tent weggeblazen te worden. Meteen weerklinken buiten enkele vloeken, mijn bedarende stem kan weinig kalmte brengen. De grens tussen hoop en wanhoop is nabij. Het heeft geen nut om bij de tegenslag stil te staan; we moeten een oplossing vinden. Ivo laat meteen zien wie het meest praktisch aangelegd is. De piketten van de voortent worden vervangen door onze lawinesondes, die diep de sneeuwlaag in kunnen reiken. Ik vraag me wel af of het ook geen perfecte bliksemafleiders zijn, maar met die gedachte durf ik Ivo niet lastigvallen. Grote blokken sneeuw worden op de piketten en langsheen de buitentent gelegd zodat de wind niet onder het zeil kan spelen. Het vertrouwen keert mondjesmaat terug…
Afwachten
Afstand: 10km
Hoogtemeters: 187m stijgen, 447m dalen
Met een wind die op de tent blijft beuken, tracht ik mijn ochtendplasje zo lang mogelijk uit te stellen. Pas als slapen helemaal niet meer lukt, kruip ik uit mijn warme slaapzak. Zo snel als ik kan doe ik extra kleren aan, in de hoop mijn lichaamswarmte zoveel mogelijk te kunnen houden. Ik merk dat mijn bergschoenen die ik in een plastiek zak in de tent heb gelegd, toch wat bevroren zijn door tegen de rand van de binnentent aan te liggen. De donzen worm die naast me ligt, krult zich op als ik de tent openrits. Buiten is het een stuk frisser.
Teleurgesteld zie ik dat het nog steeds white-out is. Ondertussen zijn we ook al helemaal ingesneeuwd. Ik beklaag me vrouw te zijn als ik mijn broek laat zakken; mijn achterwerk wordt zowaar ‘gesneeuwstraald’. En net als het snel moet gaan, dan gaat het traag. Misschien wordt het maar eens tijd werk te maken van een plasfles.

We besluiten in de tent te blijven in de hoop dat het weer wat beter wordt. Er is een steile afdaling in het vooruitzicht waarbij we moeten kunnen uitkijken voor een goede route. In het begin lukt het nog wel om wat te slapen, maar na enkele uren hebben we het ook wel gehad. Rond de middag horen we enkele latten voorbijschuiven. Ik steek mijn kop uit de tent en zie geen skiërs maar wel een stralende hemel. We kunnen eindelijk vertrekken.

Sneeuw stuift om ons heen als we verder klimmen naar het zadel. De hoge toppen van Rondane doemen voor ons op. Betoverd kijken we voor ons uit. Hoe eenzelfde landschap het ene moment nog onheilspellend kan zijn, en het ander moment uitnodigend. Rondane ligt aan onze voeten: brede U-vormige dalen en ronde bergtoppen met steile rotsige flanken. Wolk en zon schakeren het witte landschap.

De sneeuwschoenen gaan uit om de steile flank af te dalen, maar we zakken soms toch wel tot aan onze heupen weg. Ik tracht van Ivo’s reuzenstappen gebruik te maken om wat energie te sparen.

Tijdens onze doortocht in de Langglupdalen worden we achtervolgd door forse rukwinden. Oude skisporen worden onder onze ogen weggevaagd. Niet beslist een leuk oord om een tent neer te poten maar de zon komt steeds lager te staan en grijze wolken schuiven de hemel toe. De rotsachtige noordwand van de Rondslottet kijkt ontzagwekkend op ons neer.

Na een kleine glooiing spotten we een mogelijke bivakplek waar de wind net iets minder hard blaast. We weten ondertussen wat ons te doen staat. Tegen zonsondergang kunnen we met een gerust hart de tent in kruipen.
Toppoging
Afstand: 7km
Hoogtemeters: 800m stijgen, 800m dalen
Als ik ’s morgens uit onze nylonhol kruip, kom ik een ietwat onwezenlijke wereld terecht. Rondom ligt de maagdelijke sneeuw, gladgepolijst door de natuurkrachten. Geen vleugje wind is er nog te bekennen, een strakblauwe hemel kijkt op ons neer. De zon doet de Rondslottet stralen. Het is alsof we eenklaps van de winter in de zomer terechtgekomen zijn. De weersomstandigheden voor een toppoging zijn niet minder dan perfect te noemen.

We laten de tent staan en trekken er met een lichte rugzak op uit. De lichtstijgende aanloop neem ik voor mijn rekening, terwijl Ivo gaat sporen op het steile stuk. De sneeuw wordt steeds harder en het is zoeken naar een route waar we voldoende grip hebben met onze sneeuwschoenen. Ik begin wat twijfels te krijgen maar laat het niet aan Ivo blijken. Af en toe moet je al eens je grenzen verleggen, enkel op die manier doe je ervaring op. Als ik me voorzichtig omdraai, wordt ik overweldigd door het panorama over het Langluppdalen. We kijken nu echt over het landschap uit en zien kilometers in de omtrek. Witte toppen steken boven het groene naaldwoud uit.

Ivo lijkt vol zelfvertrouwen verder te klimmen, terwijl ik toch wel wat bang begin te worden. Het ijs is soms zo hard dat zelfs de pinnen van onze raketten slechts oppervlakkig grip krijgen. Het is alsof we op een glijbaan omhoog aan het kruipen zijn; als je één verkeerde beweging maakt, donder je honderden meters de flank af. De remtechniek heeft hier geen enkel effect. Ik begin te twijfelen of we nu nog verantwoord bezig zijn of dat ik gewoon last heb van faalangst. Als ik peil naar Ivo’s ideeën, dan blijkt hij toch zijn bedenkingen te hebben. Dat is toch al een opluchting. Klimmen is één iets maar dalen is vaak een stuk moeilijker. Ik herinner me de woorden van een bergsportgids die zei dat je soms gewoon je gevoel moet volgen. Vind je het zelf té link, dan maak je beter rechtsomkeer, al zou een ander doorgaan. Het uitzicht maakt deze toppoging al meer dan de moeite waard.

Berken
Afstand: 15km
Hoogtemeters: 390m stijgen, 320m dalen
De volgende dag is het merkbaar warmer. Onderin het Langgluppbekken komen we voor het eerst opnieuw een langlaufer tegen. Erg elegant komt hij niet vooruit en we besluiten dat we de juiste ‘schoenkeuze’ gemaakt hebben. Rode houten hangertjes duiden de route door een dicht berkenbos aan. Onder de smeltende sneeuw komt een kleurrijk mossentapijt te voorschijn.

De DNT-berghutten zijn ruim. Naast een centraal gebouw zijn er ook verschillende slaapvertrekken, geheel in Scandinavische stijl en zelfs met groendaken. In Bjørnholla hebben we het gezelschap van een klein groepje Noorse toerskiërs als we binnen gaan picknicken.

Terwijl de winterroute de bedding van de Illmannåe volgt, opteren we voor de hogere zomerroute. Enkele keren moeten de raketten uit voor een loopstrook over rots en mos waar de sneeuw helemaal weggesmolten is.

Na een tijd komen we terug in het nauwe dal terecht, waar de wind gekanaliseerd wordt. In de luwte van een rots graven we in de opgehoopte sneeuw een plaatsje voor de tent. Onze gedrevenheid gaat zover dat we zelfs een wc voorzien. Het wordt alsmaar comfortabeler. Onze benzinebrander kan qua kracht en geluidsvolume wedijveren met de Noorse wind; vandaar dat onze turbobrander door mede-hikers wel eens ‘asociaal’ genoemd wordt. Een blok sneeuw is echter in een kwartiertje tijd in een kokende watermassa getransformeerd terwijl we twee jaar geleden met een lichtere benzinebrander nog een uur nodig hadden om hetzelfde te bekomen. Dat heet luxe in het winterkamperen.

Zwart-witfilm
Afstand: 11km
Hoogtemeters: 540m stijgen, 450m dalen
Kwestie van geen voorspelbare en saaie route door de vallei te volgen, klimmen we via de bergrug ‘Kjøtholet’ naar het plateau ten zuiden van het Illmanndalen. Mijn oriëntatiegevoel laat me hier wat in de steek en Ivo kan er niet bepaald mee lachen dat ik zijn GPS-kennis onderschat. Ik tracht de plooien weer glad te strijken door mijn fout toe te geven en Ivo mijn vertrouwen te geven om ons via de Simlepiggen naar Rondvassbu te leiden.

In deze kraakwitte wereld met enkel de kleuren van rots en sneeuw, is het alsof we in een zwart-witfilm zijn terechtgekomen.

Na een late lunch in de berghut hebben we wat moeite om ons opnieuw op gang te trekken maar de beloning is groot. Op het plateau ten oosten van de hut klaart het volledig uit en is de wind gaan liggen. We bouwen een sneeuwmuur dat op de vestigingen van een fort lijkt, al moet ik toegeven dat de ‘snelbouwmethode’ met forse blokken sneeuw van Ivo toch wat robuuster is dan de ‘Engelse muurtjes’ met dunnere plakken sneeuw van mij. Een stiel apart.

Hondlanglaufen
Afstand: 11,5km
Hoogtemeters: 60ms stijgen, 560m dalen
Een ontspannen uitloopdag staat op het programma. Het was best wel een relaxte wintervakantie, hoewel de collega’s op het werk dat wellicht niet zullen geloven. Een rondje Rondane dat we in de zomer wellicht op 3 dagen zouden afhaspelen maar wat nu het dubbele van tijd heeft gekost. Belangrijkste is dat we genoten hebben en weer een ervaring rijker zijn.

Eenmaal het zadel tussen de Vesleranden en de Randen bereikt, lopen we recht naar de Ljosåmyre toe. Eindelijk een sneeuwhoen! Meer dan dit levend wezen hebben we niet gezien, hoewel in deze streek troepen herten zouden voorkomen. In het noordelijkere gelegen gebied ‘Dovrefjell’ vind je ook muskusossen.

Het is de eerste dag van de paasvakantie met warm en zonnig winterweer. Op de langlaufroute over het uitgestrekte plateau is het bijgevolg erg druk. Dat langlaufen een populaire sport is bij de noren verbaast ons niet, maar dat honden voor de aandrijving moeten zorgen is wel een verrassing. De trouwe viervoeters die voor de rest van de week van een luxeleventje genieten, worden nu opeens gedwongen hun (luie) baasje de helling omhoog te trekken. Dat is vragen om problemen. Af en toe zien we dan ook een langlaufer in de struiken verdwijnen, of tevergeefs zijn hond motiveren om zijn luie kont op te lichten en te lopen.

Bij het gehuchtje Lurven pikken we de zomerroute op naar Mysuseter. Via een spectaculaire afdaling aan de rand van een kloof duiken we naar beneden. Een blonde Noorse op latten geeft ons een lift naar Otta. Even snel als we boven waren, staan we terug in het station.
Conclusie
Een mooi gebied voor beginnende sneeuwschoenstappers die lawinegevaar willen vermijden en die bewegwijzerde winterroutes willen volgen. Overnachten in berghutten in een langere doorgaande tocht behoort tot de mogelijkheden. Je kunt er ook met langlaufski’s op weg gaan.
Wie graag toppen doet, neemt best een paar stijgijzers en een pikkel mee, op voorwaarde dat je ermee kan omgaan natuurlijk. Remmen op die verijsde flanken lijkt me namelijk niet simpel. Daarbij moet wel rekening gehouden worden met lawinegevaar. Berichtgeving hierrond is echt beperkt omdat de meeste Noren zich houden aan de lagere (vaste) skiroutes. In de nabijgelegen berghut zijn ze soms op de hoogte van toppogingen.
De streek is redelijk verlaten als je buiten de vakanties gaat, en zeker als je van de winterroutes afwijkt kom je niemand meer tegen. Dan kan je genieten van uitgestrekte uitzichten over een wit niemandsland. De wind kan hard tekeer gaan; aangepast materiaal is een must.
Meer beelden in dit fotoalbum.
–
PRAKTISCHE INFO
BEREIKBAARHEID
Onze reisroute:
- IC-trein naar Brussel Nationale Luchthaven
- Vlucht naar Oslo Gardemoen via SN Brussels Airlines
Tip: Op tijd boeken om een goed tarief te krijgen. Wij betaalden €200 per persoon heen en terug (geboekt op 22 oktober 2008).
Opgelet: Het is verboden brandstof mee te nemen op de vlucht. Je moet die dus ter plaatse kopen (meer info zie hieronder). - Rechtstreekse trein van Oslo Gardemoen (station in luchthaven) naar Otta (3,5 uur reizen).
Tip: Als je 3 maand op voorhand boekt via internet (http://www.nsb.no)dan kan je aan een ‘minipris’ rijden, zowat de helft van de prijs van een normaal treinticket, nl. 199 NOK per persoon per rit (prijzen 2009). Je moet wel met VISA betalen.
Alternatief: Het is ook mogelijk om de bus te nemen maar dat zal je niet noodzakelijk goedkoper uitkomen (ongeveer 300 NOK per persoon per rit) en dan ben je ook langer onderweg. Meer info op http://www.nor-way.no. - Taxi van Otta naar Mysuseter of bus (rijdt enkel tijdens de paasvakantie), terug hebben we gelift. Wij hebben de taxi op voorhand gereserveerd via het telefoonnummer +47 61 23 05 40. Uurroosters van de bus vind je op http://www.fjord1.no > Bussruter > Turistruter > Otta-Mysuseter > Sjå rutetabell.
OVERNACHTING
In dit gebied bestaat enkel de mogelijkheid om te kamperen of in berghutten te slapen.
- Wildkamperen is toegelaten in Noorwegen. Voor het kamperen in de nabijheid van een hut, en gebruik te maken van de voorzieningen, dien je wel te betalen. Een stevige tent én sneeuwharingen zijn noodzakelijk want het kan erg hard waaien.
- De meeste berghutten worden uitgebaat door DNT (http://www.turistforeningen.no). Indien je meerdere nachten in een hut overnacht, is het nuttig om lid te worden van de organisatie omdat de korting als lid dan hoger ligt dan de kost van het lidmaatschap.
- Sommige berghutten zijn privé met name die in de skioorden zelf zoals Mysuseter Fjellstue waar je korting krijgt als je lid bent van DNT maar ook als je ‘hiker’ bent. Wij betaalden 330 NOK per persoon (t.o.v. 300 NOK voor DNT-leden), in kamer & ontbijt. Douche en toilet op de gang. Dat is best duur maar goedkoper vind je niet.
In principe is het mogelijk in dit gebied om van berghut naar berghut te trekken, zoals door zowat alle wintertoeristen (op langlaufski’s) wordt gedaan. In dit geval zul je wel een andere route moeten uitstippelen dan ons.
KAARTEN
Rondane Nord (1:50.000) en Rondane Sør (1:50.000) uitgegeven door DNT in samenwerking met Ugland IT Group
BEWEGWIJZERING
De winterroutes zijn vaak gemarkeerd met (veel) bamboestokken of takken. Op de kaart zijn deze routes aangeduid met blauwe (stippel)lijnen. De markering van de zomerroutes (rood op de kaart) is soms verborgen door de sneeuw. Als je deze wilt volgen, zul je je kompas en eventueel GPS (blij slecht zicht) nodig hebben.
NOOD
Het internationaal noodnummer is 112.
INTERESSANTE GIDSEN EN LINKS
Er zijn enkele sites die Rondane kort beschrijven:
Kijk voor je vertrekt zeker de volgende sites na:
- De weersverwachtingen vind je op de http://www.yr.no/sted/Norge/Oppland/Sel/Otta.
- Een site met lawineberichten bestaat enkel in het Noors: http://www.ngi.no:80/snoskred
Andere reisverslagen:
- http://wandel.bergsport.com/rondane: Tocht van Hanneke v.d. Boogerd die in de zomer een doorgaande tocht van Hjerkinn naar Spranghaugen liep.
- http://www.hiking-info.net/verslagen/id/herfst_in_rondane: Tocht van Willem Vandoorne die in de herfst een tocht maakte.
BEVOORRADING
In Otta is ruime bevoorrading mogelijk. In Mysuseter kan je aan brandstof geraken in Mysuseter Service Center. De huttenwaard van Mysuseter Fjellstue, Leif Ola Roenningen (leifor@online.no) heeft voor ons brandstof gaan halen. Prijs per liter was in 2009 79 NOK. Wij hebben uiteindelijk met 1 liter brandstof toegekomen. De andere liter die we als reserve meehadden, hebben we aan de vrouw gegeven die ons een lift naar Otta heeft bezorgd.