6-daagse verkennende wintertocht met tent
Wie Gruyère zegt, denkt meteen aan kaas. De gelijknamige streek in de Zwitserse Vooralpen is voor velen echter onbekend terrein. Terwijl de gruyèrekoeien rustig in hun winterstallen zitten te herkauwen en de auberges op de hooggelegen weiden verlaten zijn, trekken wij er met de tent op uit. Meestal komen we geen levende ziel tegen en zien we hooguit de sporen van onze voorgangers.
Vooraf had ik op de topografische kaarten de mogelijkheden eens bekeken zonder een strak wandelschema op te stellen. Ik was op zoek gegaan naar paden die ook in de winter doenbaar zouden zijn, met geen al te hoge hellingsgraad. We hadden immers nog niets van bergwandelervaring in winterse omstandigheden.
Zomer in de winter
Afstand: 20km
Hoogtemeters: 989m stijgen, 457m dalen
Vanuit het boemeltreintje zien we de besneeuwde bergtoppen boven het groene landschap steeds dichterbij komen. Net als bij ons is de winter hier ongewoon zacht en we hopen dat de sneeuw nog even blijft liggen.

Voor we de bergen induiken, lopen we eerst nog een ommetje langs het versterkte dorpje Gruyères. Het ligt bovenop een heuveltop en is nog geheel ommuurd. Door één van de oude stadspoorten komen op de hoofdweg. We wandelen langs het kasteel en dalen dan af naar de rivier. In Broc kopen we nog brood in de supermarkt en lopen langs de Nestlé-fabriek richting Châtel-sur-Monsalvens. Het gaat meteen steil bergop. De tocht over de bergkam mag dan wel sneeuwvrij zijn, het is af en toe een superglibberige bedoening waarbij je de omheining moet gebruiken om je omhoog te trekken. Bovenop de kam hebben we een prachtig zicht op het azuurblauwe Lac de Gruyère.

Bij het eerste beste sneeuwveld doet Ivo voor de show zijn sneeuwraketten aan. Eigenlijk is het zo warm dat we in ons T-shirt lopen en ons afvragen of we niet beter onze zomershort meegenomen hadden.
Na Vanil des Cours wacht ons een steile afdaling. We zijn behoorlijk moe als we de tent neerpoten. Om het gevoel te hebben echt op wintertrekking te zijn, zetten we onze tent op de sneeuw en niet wat verderop waar het gras alweer zichtbaar is. We slaan de wasbeurt over en gaan meteen aan het koken. Al snel mogen we aan de lijve ondervinden hoe lang het duurt om sneeuw te smelten. Totaal afgekoeld kruip ik in mijn slaapzak terwijl Ivo verder het benzinebrandertje aan de praat houdt en eten bereidt.

Parfum de la Gruyère
Afstand: 16km
Hoogtemeters: 286m stijgen, 786m dalen
Als het licht wordt, kruipen we de tent uit om sneeuw te smelten. Met twee thermossen warme thee in de rugzak zijn we er klaar voor. Via een steil klimmetje dwars door een wei bereiken we opnieuw een bergkam. Verlaten auberges staan verspreid in het landschap. In de verte zien we de besneeuwde bergen van de Jura uitsteken boven het vlakke landschap van Noordwest-Zwitserland. De laatste tientallen meters naar de Gîte d’Allières leggen we met de sneeuwschoenen af en we blijken niet de enige winterwandelaars te zijn. Op het terras van de berghut genieten we van een warm zonnetje en eten een bord tomaat met mozzarella en frietjes.

We passen voor een beklimming van La Berra, de hoogste top van de kam, en dalen via de bergrug af naar het dal. Door het warme weer, zien de plaatselijke boeren de gelegenheid om hun weiden eens goed te bemesten. Wandelpaadjes worden daarbij niet gespaard en baden in de koeienstront. Een uiterst precaire zaak voor een bergwandelaar. Ivo speelt slachtoffer van dienst. Hij kan zich gelukkig nog deels rechthouden maar de linkerpijp van zijn broek en zijn schoenen zijn toch mooi gedoopt. Zelfs na 10 keer uitwassen met biologische detergent raakt hij de geur niet kwijt en die zou ons voor de rest van de tocht blijven achtervolgen.

Het volgende obstakel is een brede rivier met glibberige stenen. Nadat de wandelbrug te gevaarlijk werd, is het pad op de kaart in onbruik geraakt. We laten ons niet tegenhouden en doorwaden dan maar het ijskoude water met blote voeten. We wandelen verder naar Charmey en kopen nog wat eten in. Nabij de waterkrachtcentrale zetten we de tent op.
Mount Doom
Afstand: 15km
Hoogtemeters: 960m stijgen, 400m dalen
Via de vallei van de Ruisseau Au Gros Mont klimmen we naar de gelijknamige hoogvlakte. Het asfaltbaantje verdwijnt onder de sneeuw. De vele voetsporen tonen aan dat er hier wel degelijk mensen wandelen maar niemand blijkt vandaag op weg te zijn.

Bij het hoogplateau, beslissen we verder te klimmen, te bivakkeren op een zadel en dan morgenvroeg de Hochmatt te beklimmen via de graat. Niemand is recent deze kant uitgegaan en Ivo spoort door de soms kniehoge sneeuw. Het wolkendek wordt steeds dikker en grijzer. Als later blijkt dat we ook niet meer op het goede spoor zitten, besluiten we geen risico te nemen en weer af te dalen. De klim is niet voor niets geweest, het zicht op de Dent de Brenleire omringd door andere hoge besneeuwde rotspieken is adembenemend.

Voor de steile afdaling gespen we opnieuw de sneeuwschoenen aan. Ivo blijkt de behendigste en geeft me enkele tips zodat ik hem wat beter kan volgen.
We zetten de tent op bij La Féguelena, een van de vele boerderijen op deze vlakte, waar we stromend water vinden. De zonsondergang kleurt de bergen in de verte in een oranje gloed. Net Mount Doom uit de Lord of the Rings…

Twee paar ijsklompen
Afstand: 12km
Hoogtemeters: 503m stijgen, 544m dalen
‘s Morgens is de hemel helemaal opgeklaard. Ideaal weer voor een tocht naar Refuge Les Marrindes. De berghut is zomers dé uitvalsbasis voor een beklimming van de Vanil Noir, de hoogste top van de streek en bijna 2400m hoog. Lange tijd volgen we de sporen van een wandelaar met hond maar plots keren zijn stappen terug. Ivo trekt een spoor door de maagdelijke sneeuw. In dit decor is het puur genieten.

Het is even zoeken naar de berghut die verdoken ligt achter een bult. We zoeken tevergeefs naar een winterraum (ruimte die opengesteld wordt in de winter om er te overnachten). Er is enkel een noodtelefoon. De bedoeling was om hier te bivakkeren en zonder rugzak een beklimming te wagen van de Tête de l’Herbette, die zich op de hoge bergkam bevindt. Door het gebrek aan stromend water en het feit dat ik de afgelopen nachten niet al te warm heb gehad, beslissen we om vandaag al dezelfde weg terug te nemen.

We slaan de bivak op de auberge La Jaqueraude. Met onze sneeuwschop graven we een stuk uit voor de tent en zorgen meteen voor enkele comfortabele zitjes voor het avondmaal, afgewerkt met enkele blokken uit de houtvoorraad. Terwijl de rest van ons lichaam zalig warm blijft onder de vele lagen kleren, veranderen onze voeten in ware ijsklompen.

Ik doe een efforke om meer eten binnen te krijgen dan waar ik zin in heb. Als ik de hele nacht warm wil hebben, dan heb ik extra calorieën nodig. Nog voor het zeven uur-journaal liggen we alweer in onze slaapzak.
Ode aan de tentharingen
Afstand: 18km
Hoogtemeters: 833m stijgen, 726m dalen
Niets is leuker dan je warme voeten ‘s morgens in stijf bevroren bergschoenen te steken. De veters zijn opgekruld van de kou. Het vocht is ijs geworden. Na 4 dagen en nachten hebben we eindelijk door dat we de schoenen ‘s avonds beter mee de tent in nemen.

Al snel mogen we de sneeuwraketten weer op de rugzak binden. De afdaling naar Château-d’Oex loopt over rustige asfaltwegjes. We komen opnieuw onder de levenden en genieten van een schouwspel in het station. Een Hollands gezinnetje dat enkele mountainbikes had gehuurd, komt uitgelaten toe. Echter, als ze te horen krijgen dat ze de fietsen nog moeten kuisen, beginnen ze van hun neus te maken, in een heerlijk Hollands Frans.

We steken de Pont Turrian over en wandelen oostwaarts langs de rivier la Sarine. Bij het gehuchtje Gérignox duiken we een naamloze zijvallei in. Een bosarbeider daalt af met zijn tractor. Door zijn sporen te volgen, hebben we wat grip op de verijsde weg. Boven ons torenen de hoge pieken van de Gummfluh, Le Biolet en les Sallaires boven ons uit.

Op 1400m hoogte vinden we op een zijwegje een vlak stuk voor de tent. We graven meteen de meeste sneeuw weg en zoals altijd laat ik Ivo de haringen met de hand de grond induwen, zijn specialiteit. Alleen, de bevroren grond blijkt vol met kiezelstenen te zitten. Heel wat vloeken later, steken de haringen er dan toch min of meer in, al moest er soms eens creatief omgegaan worden met stormkoorden…
Kjèr ne kjè wére! (West-Vlaams voor “Keer eens terug!”)
Afstand: 12km
Hoogtemeteres: 510m stijgen, 1038m dalen
Zelfs als Ivo de hele tijd spoort, kan ik zijn tempo nog niet bijhouden. Het begint te sneeuwen en het zicht wordt steeds slechter. We vragen ons af of het wel een goed idee is om naar Col de Base te klimmen. Bij dit weer hebben we er niets aan en nemen we misschien onnodige (lawine)risico’s. De wind blaast de sneeuwvlokken in het rond. Na enkele honderden meters klimmen, besluiten we af te dalen.

Bijna bij het vertrekpunt, klaart het weer op. We nemen even de tijd om te bezinnen, drinken ondertussen wat thee en eten een koekje. Er is al snel unanimiteit. We hebben nog voldoende tijd om een tweede kans te wagen.

De sneeuwraketten worden opnieuw op stijgstand gezet. De lawinepieps worden op het lichaam gebonden. Gelukkig weten we er ondertussen mee om te gaan. Enkele weken voor vertrek kregen we een privé-cursus van een instructeur van de sneeuwschool van de Klim- en Bergsportfederatie. Toen oefenden we in de zandige heuvels van de Limburgse Kempen. Bij Col de Base blaast de wind keihard. De skiroute die op de kaart is aangeduid, blijkt niet doenbaar. Er ligt onvoldoende sneeuw op het blokkenterrein. We nemen de zomerroute die recht de steile helling afgaat. Tussen de bomen ligt nog heel wat sneeuw en het is opletten geblazen om niet in één of ander gat terecht te komen.

Voldaan keren we terug naar Château d’Oex. In afwachting van onze trein naar Génève, genieten we van een lekker diner in het Buffet de la Gare. We trakeren onszelf op een lekkere schotel gratin-aardappelen en Château Briand. Hoewel we serieus stinken na 6 dagen niet gewassen te zijn en er ook niet fris uitzien, behandelt de baas al waren we één van zijn betere klanten. Een ideale afsluiter!
Conclusie
Mooie tocht door prachtig berglandschap. Sneeuwzeker enkel op grotere hoogte maar door lagere hoeveelheid sneeuw minder groot lawinegevaar. Voor meer ervaren wintertrekkers zijn uitdagende beklimmingen mogelijk.
Meer beelden in dit fotoalbum.
–
PRAKTISCHE INFO
BEREIKBAARHEID
- Trein naar Brussel-Noord
- Eurolines-bus naar Génève (overstappen in Saint-Julien-sur-Genevois: aansluiting verzekerd maar kan lang duren) (€115 voor -26j, €125 voor +26j)
- Trein naar Bulles (CHF37 of €23 p.p.) en vanaf Château d’Oex (CHF39 of €24 p.p.)
Tip: Milieuvriendelijker en comfortabeler alternatief: TGV vanuit Rijsel naar Génève via Lyon (bij vroegboeking ong. 3mnd op voorhand interessante tarieven: ong. €130 p.p.)
OVERNACHTING
Tent (wildbivakkeren in Zwitserland is in principe toegelaten behalve in natuurgebieden. In de Gruyère bleken hoger gelegen gebieden vaak beschermd te zijn). Voor wie binnen wil slapen, het kan. Er zijn enkele berghutten en er is voldoende accomodatie in het dal. Dagtochten lijken me dan het meest aangewezen.
KAARTEN
- Topografische kaart nr. 1225 “Gruyères” van het Zwitserse Geografisch Instituut (1:25.000)
- Topografische kaart nr. 1245 “Château-d’Oex” van het Zwitserse Geografisch Instituut (1:25.000)
- Carte de Randonnées à ski nr. 262S “Rochers de Naye” van het Zwiterse Geografisch Instituut (1:50.000): op deze kaart staan mogelijke toerski-routes aangeduidt die ook interessant kunnen zijn voor winterwandelaars (mét moeilijkheidsgraad), de lawinegevaarlijke hellingen staan bovendien in het rood aangeduid.
BEWEGWIJZERING
Zelf uitgestippelde route (soms zomermarkering, wegwijzers)
BEVOORRADING
Bulle (alles), Broc (alles), Charmey (alles), Château d’Oex (alles)