Nachtoriëntatieproef…take 1
Het tweede weekend van januari is het zover, de gevreesde nachtoriëntatieproef van de opleiding tot accompagnateur staat voor onze neus. We worden verwacht in Champlon…om uiteindelijk nog een eind verder te rijden naar de regio van Bouillon. Als de nacht valt, worden we er op uitgestuurd, uitgedost in een volwaardige bergsportuitrusting: met bergschoenen dus (trailrunners zijn niet toegelaten) en een rugzak van 10kg. Eerst moet je zelf een ‘balise’ plaatsen, om daarna de punten van de andere 15 deelnemers te vinden om uiteindelijk je eigen balise terug op te halen.
We krijgen een IOF-kaart in de handen gestopt, een kaart die enkel in de oriëntatiesport wordt gebruikt met een kleinere schaal (1:10.000) en een andere legende. Tegenover een gewone stafkaart staan de kleinste landschapsdetails erop, en die gaan we opzoeken: een samenvloeiing van twee dalende stroompjes, een bescheiden ‘barre rocheuse’ midden een bos op een steile heuvelflank, een doorweg tussen twee heuveltopjes, een bron in een talud, enz. Ze liggen nooit langs het pad, dus een kompas is nodig om op azimut te lopen.
We worden verwacht om zoveel mogelijk door te steken maar het reliëf van de Semoisvallei is erg geaccidenteerd en de bosbodem ligt bezaaid met stenen en boomstronken. Dit leidt af en toe tot een valpartij. Dankzij de zachte winter en de tractoren van bosarbeiders zijn ook de paden overgoten met water en modder en vaak niet makkelijk te belopen. Alles samen betekent dus een erg zwaar parcours.
Gewoon goed doorwandelen kregen we als richtlijn en fijn navigeren. Ik focus dus vooral op mijn oriëntatie…en verlies de tijd uit het oog. Als de mist opkomt, kijk ik met mijn hoofdlamp op een muur van mist. Uiteindelijk legde ik 20,4km af met 1240m stijgen (en evenveel dalen). In Google Earth kom ik aan wat lagere waarden (zie foto hieronder). Na 7u40min labeur kom ik toe, weliswaar binnen de tijdslimiet maar door de puntentelling haal ik een uiterst lage score op tijd (1 op 10!), al zijn de punten voor mijn oriëntatie wel goed (7,5 op 10). Het verdict komt hard aan: ik ben niet geslaagd voor deze proef, daarvoor moet je minstens 12 op 20 halen.
Een week lang zit ik te kankeren op wat er allemaal fout is gelopen. Ik kom uit op drie belangrijke redenen:
- Mijn fysiek was ondermaats voor deze uitdaging. Ik had meer en intensiever moet trainen.
- Ik heb niet de beste parcourskeuze gemaakt. Mijn afstand en hoogtemeters lagen onder het gemiddelde maar mijn doorsteken waren niet evident. Diverse keren ben ik in meterhoge bramen vastgelopen of moest ik opletten dat ik niet uitgleed over takken.
- De moraal zat niet goed genoeg. Ik had een serieus mentaal dipje in het midden van het parcours. De balises waren namelijk een stuk technischer op de eerste helft van mijn ronde en ik kon me moeilijk gemotiveerd houden om hard door te blijven gaan.
Het enige waar ik me kan aan optrekken is dat ik qua oriëntatie geen grote fouten gemaakt heb en alles goed in handen had. Sommigen maakten echte missers maar waren daartegenover een pak sneller. De meesten kwamen tussen de 5u30 en 6u30 aan. Niemand was in staat om alle balises te vinden binnen de richttijd (4u30).
Nachtoriëntatieproef…take 2
Samen met 3 andere cursisten krijgen we twee maand later een herkansing. Ik ben nog maar net thuis van een wintertrekking in de Queyras, en mag meteen doorrijden naar Ohey. Gezien het meer bescheiden landschap van de Condroz ben ik blij dat het dit keer geen uitputtingsslag wordt. Ik was de voorbije maanden 3 à 4 keer per week gaan lopen, met wat hoogteverschillen erbij. Maar ik blijf er van overtuigd dat ik zelfs met een goeie conditie (naar mijn mogelijkheden) op de proef in Bouillon weinig marge zou hebben, tenzij misschien net na de zomer als mijn conditie na diverse bergtochten traditioneel een hoogtepunt bereikt…en mijn gewicht een laagtepunt.
Het parcours blijkt fysiek een pak eenvoudiger: kortere afstand, drogere paden, soms zelfs asfalt en kleinere hoogteverschillen. De rugzak en bergschoenen gaan terug aan maar geregeld kan ik wat lopen, waar ik een hoop tijd mee kan winnen. De 11 balises waren haalbaar maar zeker niet altijd eenvoudig. Probeer maar eens een kruising van twee droge greppels van 30cm diepte te vinden midden een donker bos…die veel van die ‘welvingen’ blijkt te hebben, of een ruïne die amper nog een kuithoog muurtje is en bedekt onder een dik bladerdek. Vegetatiegrenzen zijn ’s nachts bijna niet te zien. Voor moeilijke punten is het (1) consequent op azimut lopen (niet zo eenvoudig als je rond dichtere begroeiing moet slalommen) en (2) stappen tellen (ongeveer 65 stappen voor 100m) om een idee van afstand te houden en te weten wanneer je je oriëntatiepunt nadert.
Maar eind goed, al goed. In een respectabele tijd van 3u11 haspel ik de route af en leg 15,2km af met 497m stijgen (en evenveel dalen). We slaagden uiteindelijk met 3 van de 4 deelnemers, en konden daarmee het wintergedeelte van onze opleiding tot accompagnateur positief afsluiten.
Nog een kleine anekdote: toen ik een wei doorstak hoorde ik plots een gegrom achter mijn rug. Onze instructeur had ons vooraf gewaarschuwd voor struisvogels op één van de weiden langs het parcours. Ik vloog meteen vooruit en kroop in zeven haasten terug onder de prikkeldraad. Al heb ik nooit gezien of er werkelijk iets rondliep. Mijn besluit staat vast: in mijn eentje in het donker door bos en veld dwalen, ’t zal nooit een hobby worden…
Dag Debbie, Proficiat en driewerf chapeau! Ik heb heroïsche herinneringen aan een nachtelijke rechtdoortocht van Poupehan naar Bouillon, dus herhaaldelijk op en neer, met 3 doorwadingen door de Semois. We hadden wel een goede gids, de tijd speelde geen rol en het was zomer… Misschien moet je dit toch eens doen met een groep… en, wie weet, wordt het nog een hobby!
Groetjes, Johan Vereecke
Met een groep zou het gevoel inderdaad heel anders zijn, maar het is niet zonder risico (voor valpartijen).