Op sneeuwschoenen door Néouvielle

Derde keer, goeie keer. Deze keer rijdt de nachttrein wel richting Tarbes, en gaan we dus een week stappen met sneeuwschoenen door Néouvielle. Dit is een minder bekend bergmassief in de centrale Franse Pyreneeën, op een boogscheut van het populaire Gavarnie en de ingesneeuwde Tourmalet.

Dag 1: Van Artigues naar Tuhou du Piquet via Soum de Marianette

Afstand: 7,8km, stijgen: 1.209m, dalen: 338m

Hier in de vallei ligt er niet zoveel sneeuw meer, maar wat er nog ligt, is beenhard. Onze agressieve sneeuwraketten grijpen zich moeiteloos vast. De GR10c leidt ons via de Cascade du Garet hogerop. De meeste dagwandelaars beginnen hun trip vanaf de parking aan de haarspeldbocht.

Het is prachtig weer dus is er geen enkele reden om niet voor onze hoge optie via Soum de Marianette te kiezen. De weg naar de col loopt nog vrij vlot, we hebben er een prachtig zicht op de vallei en de Pic du Midi. Het tweede deel richting de bergtop is wat meer op de tanden bijten. 1.250m stijgen voor een eerste etappe kruipt in de benen, zeker na het delen van een couchette van 6 op de nachttrein en enkele uurtjes wachten in een leeg station op de bus.

Maar we klagen niet, het zicht is meer dan behoorlijk. Va de oostzijde dalen we af in maagdelijk witte sneeuw. Door de warme temperaturen krijgt het sneeuwdek het steeds lastiger om ons te dragen. Plakken natte sneeuw kleven onderaan de raketten, af en toe worden ze er in ‘castagnette-stijl’ afgeschud.

Bij deze condities heeft het weinig zin om lang door te gaan, dus zetten we onze tent op in de verlaten vallei. In de warme avondzon is het nog lang nagenieten.

Dag 2: Van Tuhou du Piquet naar de col ten zuiden van Pic de Gourguet

Afstand: 11,6km, stijgen: 963m, dalen: 624m

Een vroege start is aangewezen om te profiteren van de nog koude temperaturen. Dat loopt niet alleen makkelijker, het is ook veiliger want het lawinegevaar wordt hoger als de sneeuw te vochtig wordt en daardoor makkelijker gaat schuiven. Het gaat eenvoudig omhoog richting Col de Couradette waar we een groep toerskiërs kruisen die op weg zijn naar de Pic de Cettiou.

Het uitzicht strekt zich uit over het besneeuwde kalksteenlandschap rondom Campana de Cloutou. Her en der zien we roze en beige vlekken van het Saharazand. Bij stof- en zandstormen in het woestijngebied kan stof kilometers hoog in de atmosfeer terechtkomen en in Europa terug neerdalen.

We steken door richting Col de Bastan. De zuidkant van de col is bij aanvang steil en in de boterzachte bovenlaag hebben we amper grip met onze sneeuwschoenen. Daarom doen we ze even uit om stapvoets af te dalen.

Het is uitbollen naar de bosrand van de Sapinière de Bastanet. Via het zadel gaat het naar de bevroren en ingesneeuwde Lacs de Bastanets. Hier zijn vrij veel sneeuwschoensporen maar we zien niemand.

Door de warme natte sneeuw gaat het al skiënd naar Laquet de Coste Queillere. De onbemande hut vlakbij ziet er binnen erg sjofel uit. De nood zal al erg hoog moeten zijn om daarin een onderkomen te zoeken.

We lopen het beschermde hart van Néouvielle binnen. De reglementering in dit réserve naturelle is streng, bivakkeren is slechts toegestaan bij Lac d’Aubert en Lac d’Orédon. Dat halen we helaas niet meer vandaag, dus zetten we de tent op net na het zadel ten zuiden van Pic de Gourguet.

Dag 3: Van het zadel ten zuiden van Pic de Gourguet via Crête d’Estibère, Col de Madamète, Hourquette de Mounicout naar de naamloze meertjes ten westen van Pic de la Mourèle

Afstand: 8,8km, stijgen: 628m, dalen: 665m

De wereld ziet er ’s morgens helemaal anders uit. De hemel zit potdicht en we zijn in een zwartwitfilm terechtgekomen. Traverserend langs een iets te steile helling, bereiken we de Crête d’Estibère. Deze graat is dan weer net iets te smal om comfortabel te volgen. Het is af en toe uitkijken geblazen als we een rots onderlangs moeten omzeilen. Onder ons zien we de Lac d’Aubert en Lac d’Aumar.

We dalen af naar Gourg de Rabat waar het gelukkig eenvoudig klimmen is naar Col de Madamète. Op de steile flank ten noorden van de gelijknamige pic stampen we de scharen van onze Tubbs Flex Alp in de ijzige sneeuw. Een ommetje via Col de Tracens was wellicht een beter idee geweest dan deze heikele shortcut.

Het zicht over het besneeuwde landschap wordt wat troebel maar voorlopig is er nog voldoende visibiliteit om de klim naar Hourquette de Mounicot in te schatten. Vandaag is er in de verste verte niemand te bekennen. Als er al sporen van voorgangers waren, zijn die helemaal weggeveegd door de gure wind.

Ook bij de laatste col is het even op de tanden bijten, maar het gaat hooguit over enkele ijzigsteile meters om op de pas te geraken. Tegen dat we Lac de la Mourèle bereiken, valt het doek.

Een potdichte mist zet op. Tijd om de bivak op te slaan. De binnenzijde van het tentzeil glinstert door de aangevroren condens terwijl het buiten waait en sneeuwt. Onze wereld is niet groter dan dit nylonhol.

Dag 4: Van de naamloze meertjes ten westen van Pic de Mourèle naar de Turon de Néouvielle en via grotendeels dezelfde weg terug om door te steken richting de kam ten zuiden van Refuge de la Glère

Afstand: 8,9km, stijgen: 645m, dalen: 866m

Als we de tent openritsen is het hemel helemaal uitgeklaard en ligt er een laag verse sneeuw. Onze zinnen staan op de klim naar de Turon de Néouvielle, 3.035m hoog maar normaal gezien haalbaar met sneeuwschoenen.

Het is sporen geblazen en we wisselen af en toe af om de krachten te spreiden. Er staan twee winterroutes op de kaart maar we nemen geen van beide. De oostelijke tak, via de Glacier de Maniportet, zoekt te steil terrein op. De westelijke tak loopt via Lac Bleu en Lac Glacé en klimt daarna vanuit het dal naar de col. De wind heeft echter heel wat verse sneeuw in deze kom geblazen en we verkiezen daarom om de bergrug te volgen die nog iets westelijker ligt.

Al op de kam hebben we een erg mooi zicht maar het summum ligt nog wat hoger. Na een wat steilere traversée vlakt het terrein uit. Het uitzicht over de besneeuwde toppen van de centrale Pyreneeën is prachtig. Ook de Brèche de Roland toont zich, de befaamde rotskloof op de grens tussen Frankrijk en Spanje die bereikbaar is vanaf Gavarnie.

Terug op de col horen we tijdens onze lunch steeds luider gekrijs. Boven ons passeert de ene na de andere V-formatie van kraanvogels, die uit Afrika en Zuid-Spanje terug noordwaarts trekken richting hun broedplaatsen in Scandinavië. Ook zij hebben het goede weer afgewacht om over de Pyreneeën te vliegen. Een magisch moment dat we helemaal alleen met ons tweetjes mogen beleven.

Ietwat euforisch over deze fantastische dag volgen we ons spoor terug naar de bivaklocatie. De afdaling naar Col de Coume Estrète leek ons namelijk net iets te steil om goed te zijn. Dieper in de vallei staat Refuge de la Glère, de enige bemande berghut in dit massief. In plaats van de winterroute te volgen, maken we onze eigen variant maar onze creativiteit wordt helaas niet beloond. De glij- en valpartijen blijven niet uit.

Ongeschonden geraken we alsnog op het terras van de berghut waar we ons trakteren op een welverdiende frisdrank en intussen ook polsen naar de weersverwachtingen en het vervolg van de route. Met de gouden raad van de huttenwaardin, zoeken we wat verder op de kam ten zuiden van de hut een plaats voor de tent.

Ivo doet een poging om zijn wandelbroek in de avondzon en de wind wat te drogen, maar de temperatuur is al terug aan het zakken. We genieten van een mooie kleurrijke zonsondergang.

Dag 5:  Van de kam ten zuiden van Refuge de la Glère naar Refuge Packe en terug via de vallei naar Montagne de Gucheterre

Afstand: 8,7km, stijgen: 540m, dalen: 1.093m

Vandaag zou het nog mooi weer zijn. Gezien we voor liggen op schema doen we nog een extra uitstapje naar Refuge Packe, een onbemande hut die op de Col de Rabiet staat. Op aanraden van de huttenwaardin klimmen we door tot 2.300m om dan pas af te dalen in de vallei, we vermijden hiermee een heikele passage. In het dal volgen we gedwee de blauw ingekleurde lijn op de kaart die de meest veilige weg aanduidt naar Lac du Pourtet.

We steken het bevroren meer over en bereiken daarna snel de hut. De sneeuw ligt vrij hoog aangewaaid tegen de voordeur, en het lijkt erop dat nog niemand hier in de winter geslapen heeft. De zuidflank van de col is steil en nodigt zeker niet uit om af te dalen.

Ons spoor leidt ons terug het dal in en we trekken verder door de vallei. Dat gaat vlot met uitzondering van een iets steilere passage langs de rivier. Van de Cabane de Sardiche is niets te bekennen en de tent wordt opgezet op een vlakker stuk temidden een blokkenveld. Onze laatste nacht in de bergen.

Dag 6: Van Montagne de Gucheterre naar Luz-Saint-Sauveur

Afstand: 9,2km, stijgen: 151m, dalen: 1.015m

Lang duurt het niet voor de sneeuwschoenen uit moeten. De route van de GR10 is wat chaotisch, met ijzige stukken en omgevallen bomen, dus laten we ons nog even door de winterroute leiden naar Bolou. We laten Betpouey en Viella rechts liggen en volgen lokale wegen en paden naar het centrum van Luz. Vanavond een warme douche, een zacht bed en de voeten onder tafel!

Conclusie

Een prachtig en rustig gebied om met de sneeuwschoenen door te trekken, en vrij makkelijk bereikbaar. De klim naar de drieduizender was een fantastische ervaring.

Meer foto’s in dit fotoalbum.


PRAKTISCHE INFO

MOEILIJKHEIDSGRAAD VAN DE TOCHT

Dit is een sneeuwschoentocht in alpien terrein waar kennis van lawinekunde en het kunnen omgaan met veiligheidsuitrusting (lawinebieps, sonde en schop) onontbeerlijk is. Behalve de laatste steile meters nabij enkele cols, valt het parcours zeker goed mee qua moeilijkheidsgraad. Het is een erg geschikt sneeuwschoenterrein.

SEIZOEN

We stapten deze tocht van 26 februari tot en met 3 maart 2017. Het sneeuwdek is in dit gebied meer dan behoorlijk maar de weers- en sneeuwcondities zijn erg schommelend, vooral omwille van de Atlantische storingen. De temperaturen gaan op en neer en regen en sneeuw wisselen elkaar af. Tijdens onze 6-daagse viel het allemaal best mee. We hadden overwegend mooi weer. Op het eind zijn we tijdig afgedaald om een dag met veel verse sneeuw en stijgend lawinegevaar te vermijden. Februari en maart lijken me hier de beste maanden om op stap te gaan.

LAWINEGEVAAR

Bij de bergsport- en skifederatie kan je een cursus ‘sneeuw- en lawinekunde’ van 1 dag volgen, dat is een absolute vereiste voor je in alpien terrein op stap gaat. Diverse clubs bij de KBF en ook de NKBV bieden ook sneeuwschoenstages in de bergen aan, die zijn een aanrader om ervaring op te doen op het terrein onder de deskundige begeleiding van een gids. Na zo’n stage heb je genoeg bagage om je eigen tochten uit te stippelen en keuzes te maken.

Check de lawinebulletins met Méteo France voor het lawinegevaar. Ik volg de condities doorheen de winter wekelijks op, en de week voor vertrek op dagelijkse basis. Zo ben ik alvast mee hoe de condities geëvolueerd zijn. Eenmaal ter plekke heb ik geen toegang meer tot de bulletins, maar dan ondervind ik uiteraard ter plekke hoe de omstandigheden verder evolueren (koude versus warme nachten, windsnelheden, impact van de zon, verse sneeuwval, etc.).

Via https://www.geoportail.gouv.fr/ kan je de hellingsgraad visualiseren op de kaart, vanaf 30° wordt de helling ingekleurd. Dit geeft aan waar het lawinegevaarlijker is en het ook een pak lastiger wordt om met sneeuwschoenen te stappen. Bij lawinegevaar 3 moet je rekening houden met de steiltegraad van de ganse flank (gemiddeld vanaf 30° een hoger risico, bij warm weer reeds vanaf 25°).

GELOPEN ROUTE & BEWEGWIJZERING

Hieronder vind je een overzicht van onze gelopen route met de bivakplaatsen:

We tekenden onze route ook uit in het gratis downloadbare programma Basecamp (op basis van de Freizeitkarte van Frankrijk) zodat we een GPX-route als back-up hadden. Je kan hier de GPX-route downloaden die ik in Alpenvereinaktiv heb gemaakt.

Update 2018

Ik begeleidde van 25 februari tot en met 3 maart een tocht in dezelfde regio. Hierbij heb ik onze route wat aangepast:

  • We volgden de klassieke winterroute naar Campana de Cloutou (leuke onbemande hut), in de aanloop zit er wel een steiler stuk en achteraf bekeken lijkt onze originele route iets lawineveiliger.
  • Op de tweede dag vermeden we Col de Bastan door hoger over de kam over te steken, dat was een goeie keuze en weergaloos uitzicht.
  • Op de derde dag staken we door via Col de Barèges die ook een haalbare col bleek te zijn. Col de Tracens bleek ook dan niet aan te raden omwille van een corniche en een laatste steil stuk. We zijn dus net als vorige keer hoger geklommen in de buurt van Pic de Madamète (de klim naar de top is overigens een aanrader).
  • Door slecht weer zijn we op de vierde dag niet doorgestoken via de Hourquette de Mounicot maar afgedaald naar Tournaboup. De afdaling vanaf Lac des Coubouts is vrij steil en lawinegevaarlijk, al is de kans groot dat er een zigzagspoor ligt van toerskiërs en/of sneeuwschoenwandelaars (dit was bij ons het geval).
  • Omdat we een dagje eerder beneden waren dan gepland en het lawinegevaar gestegen was naar 4, hebben we nog een dagwandeling gemaakt op de plateau de Saugué (combinatie van de gemarkeerde rakettenwandeling 3 en 4), bereikbaar met bus van Luz-Saint-Sauveur naar Gèdre/Gavarnie (gevraagd aan de chauffeur op bij het startpunt te stoppen).

Ook van deze tocht vind je een GPX op Alpenvereinaktiv.

KAARTEN

Voor de Franse Pyreneeën bestaan er diverse kaartuitgeverijen, maar de klassieke wandelkaarten van het IGN (1:25.000) blijven de meest kwaliteitsvolle omwille van het grote detail in hoogtelijnen. Je hebt voor dit gebied 2 kaarten nodig:

  • 1748 ET ‘Néouvielle’
  • 1748 OT ‘Gavarnie

WANDELGIDS OVER DAGWANDELINGEN MET RAKETTEN

In Luz-Saint-Sauveur vond ik in een boekenwinkel verschillende wandelgidsen genaamd ‘Les Hautes Pyrénées en Raquettes’. Dit gebied wordt beschreven in de versie Vallées des Gaves. Opgelet, dit betekent niet dat de routes veilig zijn; kennis van lawinegevaar en een realistische beoordeling van de condities zijn nog altijd nodig. De routes zijn niet gemarkeerd in het terrein en vergen nog altijd kennis van kaart, kompas en GPS.

MATERIAAL

In de winter is een paar sneeuwschoenen onontbeerlijk. In dit alpiene landschap raad ik aan om Tubbs Flex Alp of VRT (voorkeur, te huur bij Mounteqshop) of MSR Lightning Ascent (te huur in o.a. K2 en Mounteqshop) mee te nemen. Beide modellen bieden veel meer grip en stabiliteit dan TSL Escape 325 (ik heb er zelf ervaring mee).

BEREIKBAARHEID

In 2017 reed er nog een nachttrein tot Tarbes en Lourdes. We reisden met de TGV van Lille (Rijsel) naar Paris Nord. Je kan ook via Brussel gaan. Daarna metro 5 naar Paris Austerlitz waar we de nachttrein namen naar Tarbes. Daar kochten we nog koffiekoeken in een bakkerij en namen dan de bus naar Artigues. We reisden terug vanaf Baregès via Luz-Saint-Sauveur naar Lourdes, waar we terug de nachttrein namen. Op de website van het skistation van de Tourmalet vind je hoe je in Artigues kan geraken en hoe je Barèges bereikt. Je vindt er een link naar het uurrooster van de bus.

Vanaf 2018 is dit enkel nog maar tot Toulouse waar je moet overstappen op een gewone trein. Qua reistijd is de nachttrein daarom niet meer zo interessant. Als je in de namiddag in Brussel vertrekt, kan je tegen 23u in Tarbes zijn, daar logeren (vrij goedkoop via booking.com) en dan met de bus naar het startpunt reizen. Overstappen in Parijs is wel nog altijd nodig. Vanaf 3 maand voor de reisdatum (soms wat vroeger) kan je de goedkoopste treintickets krijgen, te boeken via deze website.

ACCOMMODATIE

Tijdens de tocht hebben we altijd wildgebivakkeerd. Dit is niet overal toegestaan. In het natuurgebied van Néouvielle zelf (aangeduid op de kaart met roze grenslijnen), is het enkel toegestaan bij Lac d’Aubert en Lac d’Orédon.

Wie wil, kan wel een tocht uitstippelen langs onbemande en bemande hutten:

  • Dag 1: Artigues naar Refuge de Campana de Cloutou (onbemand in de winter) – in de winter van 2017-2018 gesloten omwille van verbouwingen
  • Dag 2: Naar Chalet-refuge de l’Oule (bemand, nabij skigebied)
  • Dag 3: Naar Abri d’hiver de Lac d’Aubert (onbemand en enkel in de winter toegankelijk). Iets zuidelijker ligt Refuge Oredon (bemand indien gereserveerd), is wel maar 1u stappen vanaf Chalet-refuge de l’Oule en iets minder interessant gelegen.
  • Dag 4: Naar Refuge de la Glère (bemand, echte berghut)
  • Dag 5 (optioneel): Daguitstap naar Turon de Néouvielle
  • Dag 6: Naar Barèges

BEVOORRADING

Gezien je midden de bergen zit, is er geen bevoorrading. Je moet dus zelfvoorzienend zijn voor een ganse week.

Plaats een reactie