Bevroren tenen in het Verwallgebergte

De krokusvakantie valt vroeg dit jaar. Arctische temperaturen voorspelt het weerbericht voor onze wintertocht in Oostenrijk dwars door het Verwall- en Silvrettamassief. Ik maak me ongerust over het temperatuurbereik van mijn winterslaapzak en huur last minute nog een warmer exemplaar die de voorziene -25°C zou moeten aankunnen. Ivo hoopt dat een thermoliner echt wel die 11 graden extra bereik biedt om zijn slaapzak up te graden…

Dag 1: Van Mathon naar Brunig

Afstand: 5km, stijgen: 935m, dalen: 40m

Na een mislukte poging om onze vierwieler achter te laten op de parking nabij Biel, laten we ons met wat gestuntel terug op de weg glijden en rijden we naar het Silvretta Tierpark. Een blad met onze gegevens wordt achter de voorruit gelegd en de 22kg zware rugzakken uit de koffer getild. Het sneeuwt behoorlijk hard maar voor de volgende dagen wordt gelukkig beter weer voorspelt.

Al snel worden de sneeuwschoenen onder de voeten geschoven en wordt de klim richting de Friedrichshafener Hütte ingezet. Langs een houten schuurtje gaat het omhoog door het bos tot we een piste terechtkomen, waar duidelijk af en toe eens gereden wordt. Toerskiërs hebben gelukkig de zomerroute al gespoord, die de haarspeldbochten afsnijdt. Dat is wat steviger klimmen maar wel een pak plezanter.

Af en toe stopt het met sneeuwen, een ideaal moment om van een tas hete thee te nippen en een suikerwafel naar binnen te spelen. Eenmaal boven de boomgrens stopt de piste en gaat het al zigzaggend verder. Het bestaande skispoor wordt breder en dieper door onze passage, het is met sneeuwschoenen toch wat harder werken in deze poedersneeuw.

De berghut laten we rechts liggen en we traverseren de steile zuidflank van de Hohe Köpf, het doel voor de toerskiërs die dit vanuit de vallei beklimmen. Van skiërs is letterlijk geen spoor te bekennen, sneeuwbaggeren is de boodschap. Het zicht wordt steeds slechter en als we op lawineveiliger terrein komen, is het tijd om de tent op slaan.

Dag 2: Van Brunig naar Brüllender See

Afstand: 9km, stijgen: 550m, dalen: 580m

Het is bijzonder fris deze ochtend en inderdaad, als we de tent openritsen zien we een staalblauwe hemel. Zigzaggend banen we ons een weg naar de Muttenjoch. Met kuithoge sneeuw is het best wel labeur, en gelukkig Ivo neemt het grootste deel van het sporen voor zijn rekening. Nabij de col is het belangrijk de corniches te vermijden, dit zijn sneeuwluifels die ontstaan door veel wind en ook kunnen breken.

Het zicht vanop de col is prachtig, maagdelijke sneeuw zover het oog reikt. We lezen het terrein en zoeken de meest logische route voor sneeuwschoenen. In de geul dalen we af, maar houden wel afstand van elkaar want links en rechts ligt er behoorlijk wat opgewaaide sneeuw. Daarna blijven we rechts van de rivier afdalen. Bij een pauze halen we de slaapzak van Ivo boven die nat is door de opgestapelde condens van vorige nacht en leggen die te drogen op onze alu-matjes.

De zomerroute via de ‘Friedrichshafener Weg’ zoekt te steil terrein op, dus dalen we verder af in het Ochsental om dan net voor de Albonabach terug omhoog te klimmen. De benen lopen stilaan leeg en we zijn opgelucht als we de Neue Heilbronner Hütte bereiken. Even twijfelen we nog of een nachtje in de hut geen beter idee is maar als de voordeur van de winterhut op slot lijkt te zijn, dan besluiten we alsnog door de trekken en onze bivak op te slaan nabij Brüllender See.

Als de zon achter de bergen verdwijnt en een koude noordenwind opsteekt, keldert de gevoelstemperatuur. Ik overhaal Ivo om mijn dikke donsjas te gebruiken om nog wat extra isolatie toe te voegen aan zijn slaapzak…

Dag 3: Van Brüllender See via Östliche Fluhspitz naar Partenen

Afstand: 13km, stijgen: 300m, dalen: 1.490m

Zo’n koude nacht hebben we in onze ‘wandelcarrière’ nog nooit meegemaakt. De voorspelde -25°C is volgens ons moeiteloos gehaald. Op mijn donzen slaapzak ligt een laagje ijs, die van Ivo is kletsnat. Hij heeft een slechte nacht achter de rug. De eerste uren van de nacht deden zijn tenen deden pijn en nu zien ze bijzonder bleek en voelen ze hard en gevoelloos aan. Het inpakken verloopt moeizaam met de handschoenen, en mijn voeten beginnen voos aan te voelen als de tent wordt opgeruimd. We moeten zo snel als mogelijk vertrekken om terug warm te krijgen. Al schijnt de zon, alle kleding is nodig.

Met dit prachtige weer willen we ons plan om de Östliche Fluhspitz te beklimmen niet laten varen, de volgende dagen gaat het weer terug omslaan. Bovendien ligt het skispoor naar de top er nog perfect bevroren bij. Het laatste stuk is wel uitkijken geblazen. Er is al een kleine plaatlawine naar beneden gekomen en de finale 20 meter gaat op handen en voeten. Het panorama is overweldigend, het Silvrettamassief doemt voor ons op.

Via het toerskispoor keren we terug naar Innere Alp waar we op de rechteroever een afdaalspoor vinden naar Verbéllalp. Daar gaat het via Alpdobel naar Innerganifer, waar we voor de nog ongespoorde wandelroute naar Partenen kiezen. De zigzags zijn makkelijk vindbaar in het bos. Als we ’s avonds de kousen terug uittrekken, zien Ivo’s tenen er nog altijd even slecht uit. De ernst van de situatie begint stilletjes aan door te sijpelen.

Dag 4: Van Partenen naar…het ziekenhuis

We nemen de bus in Partenen richting Gaschurn waar we enkele uurtjes vertoeven in de drukke en broeierige wachtzaal van de dokter. Na wat opzoekwerk op de computer luidt het verdict van vrieswonden en hij raadt ons aan naar het ziekenhuis in Bludenz te gaan. Met het openbaar vervoer (bus, trein, bus) geraken we er vlotjes, en al snel wordt Ivo onderzocht bij intensieve zorgen. Daar schieten ze in een lichte paniek: 2de graadsvrieswonden, op het randje van derde graad, die ze zelf niet durven te verzorgen. Ze zijn onthutst dat de dokter ons niet met een ziekenwagen gestuurd had. Met de ambulance worden we zo snel mogelijk naar het ziekenhuis van Feldkirch afgevoerd, vlakbij de Zwitserse grens, waar ze ‘specialisten in vrieswonden’ hebben. Met een heel klein hartje stappen we er binnen. Ivo moet zeker 3 dagen in bed blijven met bloedverdunners om de circulatie weer op gang te brengen. Een harde les. Intussen ken hij wel alle disciplines van de Olympische winterspelen…

3 weken later…

In het kader van een stage nemen Bart Smets, aspirant Instructor Winter Mountain Walking & Snowshoeing, en ik een groep enthousiaste hikers op sleeptouw in hetzelfde gebied om hen op te leiden tot zelfstandig sneeuwschoenwandelaar.

De eerste 3 dagen lopen we over het vertrouwde parcours, alleen zijn de weerscondities tijdens onze doortocht door het Verwallgebergte een pak slechter: mist en sneeuw zorgen ervoor dat mijn recent opgedane terreinkennis goed van pas komt. Geen bivak deze keer, we verblijven er in de winterruimtes van de Friedrichshafener Hütte (sober maar proper) en de Neue Heilbronner Hütte (bijzonder aangename hut). Er is altijd voldoende hout om het wat aangenaam warm te krijgen in de hut. Begin maart blijkt het nog altijd erg rustig in dit massief en tijdens onze tocht van de ene naar de andere hut mogen we alweer zelf sporen. Dat kruipt serieus in de benen, zeker bergop, en de pijp is bij de meeste deelnemers uit op het eind van dag 2.

Omdat de prijs van logementen in Partenen de pan uitswingt, nemen we de bus naar Schruns. Begin dag 4 pikken we terug in voor een driedaagse door het Silvretta-massief, een vergletsjerd gebied die een pak ruwer is dan het Verwallgebergte…maar ook wat populairder. Dit gebied heb ik niet kunnen verkennen met Ivo, dus we kiezen voor de eenvoudigste route. Het lawinerisico staat intussen terug op niveau 3 en extra voorzichtigheid is dus geboden.

Dag 4: Bielerhöhe naar Klostertaler Umwelthütte

Afstand: 5,5km, stijgen: 400m, dalen: 50m

Eindelijk zien we de zon terug! Via de Vermuntbahn overbruggen we een behoorlijk aantal hoogtemeters, de enige manier om het bergmassief makkelijk te bereiken want de autoweg vanaf het dal is afgesloten. Een busje brengt ons naar Bielerhöhe waar enkele chique hotels staan. Het stuwmeer is bevroren, met een aangedamde wandelroute er bovenop. We zijn maar wat blij als we het Klosterdal kunnen induiken, waar het heel wat rustiger is en puur natuur.

We volgen een skispoor naar de Klostertaler Umwelthütte, een hut die het ganse jaar onbemand blijft en enkel met een ‘AV-schlüssel’ toegankelijk is, met uitzondering van een (koude) ruimte in geval van nood. Nabij de hut maken we sneeuwprofielen waarmee we de opbouw van het sneeuwdek kunnen analyseren, o.a. het type kristal en hardheid kunnen bepalen, en de stabiliteit ervan testen. Terwijl enkele van ons nog een bergtopje meepikken om van de zonsondergang te genieten, wordt door de anderen de hut opgestookt.

Dag 5: Klostertaler Umwelthütte naar Wiesbadener Hütte

Afstand: 8km, stijgen: 415m, dalen: 370m

De volgende dag dalen we even terug af en klimmen dan via de aangelegde wandelroute naar de Wiesbadener Hütte. Dit is de enige optie gezien de andere routes ofwel te steil zijn, ofwel over gletsjers lopen. Tegen de middag schuiven we de voeten onder tafel en laten ons de Kaiserschmarren wel bevallen.

Na de lunch trekken we er terug op uit. Een rondje via de noordzijde van de Vermuntkopf blijkt uiteindelijk niet haalbaar, wegens een paar erg heikele meters over een met natte sneeuw bedekte rotsplaat. We verkiezen dan maar om rechtsomkeer te maken en nog een noodevacuatie te oefenen waar Bart zijn vaardigheden bovenhaalt om met rugzak, bivakzak & touw een persoon te vervoeren. Gelukkig gaat het bergaf maar onze geïmproviseerde slee werkt wel.

Maar liefst 4 eetzalen telt de Wiesbadener Hütte, dat zegt veel. De berghut zit in de winter vol met toerskiërs, in de zomer delen bergwandelaars en alpinisten hier de ruimte. Al bij al valt het nog wel mee met de huttensfeer, al mis ik wel de rust van de onbemande winterruimtes die we deze week gehad hebben.

Dag 6: Wiesbadener Hütte naar Wirl

Afstand: 15km, stijgen: 320m stijgen, dalen: 1.140m

Mist en sneeuw zijn terug aanwezig op de laatste dag. We zijn nog maar vertrokken of staan al in de file. We steken met onze sneeuwschoenen 2 grote groepen van beginnende toerskiërs voorbij en laten ze snel achter op weg naar Bieltal Joch. Deze pas is minder steil dan het Radsattel waar de zomerroute passeert, en dus een veiligere keuze.

Vanaf de col dalen we via een’ directissimo’ af, maar die is toch iets steiler dan ingeschat. Via de vallei gaat het verder rustig omlaag naar Bielerhöhe. Het is nog 7km over een aangedamde piste marcheren, maar die worden gelukkig volgepraat met de indrukken van de deelnemers over deze stageweek. In Wirl genieten we nog van een drankje en een stuk taart en springen dan de bus terug op naar de auto’s.


PRAKTISCHE INFO

MOEILIJKHEIDSGRAAD VAN DE TOCHT

Dit is een sneeuwschoentocht in alpien terrein waar kennis van lawinekunde en het kunnen omgaan met veiligheidsuitrusting (lawinebieps, sonde en schop) onontbeerlijk is. Behalve de laatste steile meters nabij Muttenjoch en de optionele beklimming van de Sulzfluh, valt het parcours in het Verwallgebergte zeker goed mee qua moeilijkheidsgraad. Ook onze route door Silvretta is aangepast. Initieel waren we van plan om de doorsteek te doen van de Saarbrücker Hütte (winterruimte zonder kachel) & Litzner Sattel maar wegens het lawingevaar en de steiltegraad (stuk 35-40°) hebben we daarvan afgezien.

SEIZOEN

We stapten deze tocht van 12 tot en met 14 februari 2018, de stage vond plaats van 5 tot 10 maart 2018. Het sneeuwdek varieert van jaar tot jaar en in de winter van 2017-2018 viel er bovengemiddeld veel sneeuw. De opbouw van het sneeuwdek was goed maar de driftsneeuw was, vooral na een periode van veel verse sneeuwval gecombineerd met wind, de belangrijkste risicofactor, naast de hogere temperaturen in sommige periodes waarbij het sneeuwdek te vochtig werd. Lawinegevaar & condities variëren echter heel sterk.

LAWINEGEVAAR

Bij de bergsport- en skifederaties kan je een cursus ‘sneeuw- en lawinekunde’ van 1 dag volgen, dat is een absolute vereiste voor je in alpien terrein op stap gaat. Diverse clubs bij de KBF en ook de NKBV bieden ook sneeuwschoenstages in de bergen aan, die zijn een aanrader om ervaring op te doen op het terrein onder de deskundige begeleiding van een gids. Na zo’n stage heb je genoeg bagage om je eigen tochten uit te stippelen en keuzes te maken. In de winter van 2017-2018 organiseerden we met 4 KBF-clubs samen voor de eerste keer een opleiding tot zelfstandig sneeuwschoenwandelaar met enkele lessen in België aangevuld met een stage (naar keuze) in het buitenland. En er komt zeker een volgende editie, hou de nieuwsbrief van Hiking Advisor vzw in de gaten.

Check de lawinebulletins bij https://lawine.tirol.gv.at/en/home/overview/. Ik volg de condities doorheen de winter op wekelijkse basis op, en tijdens de week voor vertrek kijk ik elke dag de bulletins na. Zo ben ik alvast mee hoe de condities geëvolueerd zijn. Eenmaal ter plekke heb ik geen toegang meer tot de bulletins, maar dan ondervind ik uiteraard ter plekke hoe de omstandigheden verder evolueren (koude versus warme nachten, impact van de zon, verse sneeuwval, etc.). Wie een smartphone heeft met bereik, kan uiteraard wel nog de bulletins ophalen.

Via https://www.alpenvereinaktiv.com/en/tourplanner/ kan je de hellingsgraad visualiseren op de kaart, vanaf 30° wordt de helling ingekleurd. Dit geeft aan waar het lawinegevaarlijker is en het ook een pak lastiger wordt om met sneeuwschoenen te stappen. Bij lawinegevaar 3 moet je rekening houden met de steiltegraad van de ganse flank (vanaf 30° een hoog risico, bij gevaar voor natte sneeuwlawines is dat reeds 25°).

GELOPEN ROUTE & BEWEGWIJZERING

Hieronder vind je een overzicht van onze gelopen route met de bivakplaatsen:

We tekenden onze route ook uit in Alpenvereinaktiv zodat we een GPX-route als back-up hadden:

KAARTEN

Ik gebruikte twee kaarten van de Oostenrijkse Alpenvereniging (1:25.000):

  • 28/2 ‘Verwallgruppe Mitte’
  • 26 ‘Silvrettagruppe’

MATERIAAL

In de winter is een paar sneeuwschoenen onontbeerlijk. In dit alpiene landschap raad ik aan om Tubbs Flex Alp of VRT mee te nemen (te koop online en te koop en te huur bij Mounteqshop). Dit model biedt de meeste grip en stabiliteit. Dit werd bevestigd door de deelnemers van mijn laatste stages (die het model konden vergelijken met MSR Evo Ascent)

BEREIKBAARHEID

Mathon is gemakkelijk met de bus bereikbaar vanuit Landeck Zams die een treinstation heeft. Stap uit bij Silvretta Tierpark. Reizen met de trein of eventueel het vliegtuig naar Oostenrijk is dus mogelijk, al is het vaak tijdsefficiënter om het met de auto te doen. Er is een parking bij dezelfde bushalte die er in het begin van het seizoen wel wat verijsd kan bijliggen (de parking ligt wel hetzelfde niveau als de weg). We namen de bus terug van Wirl naar de auto.

ACCOMMODATIE

Tijdens de tocht hebben we altijd wildgebivakkeerd en dat is geen probleem. Wie wil, kan ook in winterruimtes van hutten slapen.

Dit waren onze overnachtingsplaatsen tijdens de stage:

  • Friedrichshafener Hütte: Hier heb je een AV-sleutel nodig, af te halen in Wirl (iets hoger in de vallei nog op 15 min rijden van het beginpunt). De winterruimte is basic maar proper. Er is hout om de kachel op te stoken (en daarop kan je dan een pot zetten om sneeuw te smelten).
  • Neue Heilbronner Hütte: Hier heb je geen sleutel nodig maar moet je je wel aanmelden in dit gastenboek. Dit is een erg comfortabele hut en een verblijf van enkele dagen waard.
  • Gasthof Sulzfluh: een heel eind uit de route en bereikbaar via 2 bussen maar wel een goed hotel met lekkere keuken.
  • Klostertaler Umwelthütte: deze hut is het ganse jaar onbemand, en het grootste stuk enkel met een AV-sleutel toegankelijk (er is een verschil tussen zomer- en wintersleutel). Met de wintersleutel geraak je overigens ook de Friedrichshafener Hütte binnen. Reserveren gebeurt online.
  • Wiesbadener Hütte is een bemande hut in de winter en ook voor gewone wandelaars, zonder sneeuwschoenen, toegankelijk. Het is groot en druk, de dortoirs zijn vrij klein maar verder is de bediening goed en het eten lekker. Reserveren is aangeraden wat het is in de hut behoorlijk druk.

BEVOORRADING

Tijdens de tocht in het Verwallgebergte ben je geheel zelfvoorzienend, in de onbemande hutten zijn er soms nog restjes maar niets om op te rekenen. Eenmaal terug beneden vind je in Partenen een bakker. Een korte busrit brengt je naar Gaschurn waar je een supermarkt vindt. In het Silvrettamassief is in de bemande Wiesbadener Hütte alles te krijgen, maar overnacht je elders, moet je ook zelfvoorzienend zijn.

4 reacties

  1. Ik heb er niet zo heel veel verstand van, maar is het niet de bedoeling dat je het toerski-spoor onaangetast laat? Ik weet dat langlaufers het bijvoorbeeld niet waarderen als je met je sneeuwschoenen over hun spoor gaat zitten banjeren…

    • Ongetwijfeld zijn ze daar niet zo tevreden meer maar ik kan je verzekeren dat als je urenlang door diepsneeuw moet zitten baggeren in het hooggebergte, een bestaand toerskispoor gebruiken heel verleidelijk is. Toerskiën en langlaufen zijn trouwens niet dezelfde disciplines, en langlaufloipes (gemaakt door machines!) mag je inderdaad niet belopen. Skiërs kunnen nog altijd het spoor gebruiken na onze passage.

  2. Het verbaast me altijd weer hoeveel bergwandelaars (ik ben zelf occasioneel ook bergwandelaar, maar niet fanatiek) ervoor over hebben om hun favoriete vrije tijdsverdrijf te beoefenen. Afzien, risico’s nemen, … het is me niet vreemd, maar ik vind dat velen toch wel echt ver gaan. Het moet plezant blijven, lijkt me. Niettemin: proficiat voor het doorzettingsvermogen en het trotseren van de minder aangename kantjes van moeder natuur.

    • Hey Jan, fun staat ook nog altijd op onze nr. 1 van de redenen waarom we op stap gaan. Maar fouten maken is helaas menselijk, en sommige fouten hebben grote gevolgen. Ik hoop het nooit meer mee te maken!

Plaats een reactie