
Na twee stages onder begeleiding kriebelde het bij Annelies, Ruth en mij om er zelfstandig op uit te trekken. Geen evidentie. Het hooggebergte houdt heel wat risico’s in. Een gedetailleerde voorbereiding en degelijke materiaal zijn noodzakelijk, maar minstens even belangrijk is een hele goeie verstandhouding. Je neemt namelijk samen beslissingen over de planning en het parcours, zekert elkaar af bij moeilijke passages en ondersteunt je metgezellen mentaal bij de bange momentjes. Ook een portie geluk speelt mee. De condities en het weer speelden deze keer in ons voordeel, en zo werd de stage een succes!
Aanloop naar Cabane des Dix (T4/T5)
Vanuit Arolla gaat het meteen omhoog richting Pas de Chèvres. Wie de laddertjes liever vermijdt, kan de steile Col de Riedmatten bedwingen, maar we houden het bij de originele weg. De ladders zijn stevig en relatief kort, enkel de afstap vergt behoorlijk wat lenigheid. Achteraf zou blijken dat er heel recent een aardverschuiving geweest is en dat deze route intussen afgeraden wordt. Handig om weten…



Ook het originele gletsjertraject naar de berghut is niet meer makkelijk te bereiken. Het blokkenveld eindigt abrupt in een steile talud. Annelies en Ruth zien het wel nog zitten om die af te dalen, maar ik besluit toch liever een andere weg te nemen. Dat betekent wel terug stevig omhoog klimmen naar het hoofdpad, maar iets verder vind ik een goed beloopbaar blokkenveld dat me terug op het parcours brengt. Mijn twee metgezellen liepen intussen de nodige schaafwonden en blauwe plekken op. Af en toe is het handig om wat meer schrik te hebben.


Het vervolg gaat gelukkig een pak vlotter, via een morenenrug lopen we omhoog tot waar de Glacier de Cheilon vlakker is en een oversteek eenvoudig is. Ook zonder stijgijzers hebben we goed grip op het apere gletsjerijs. Steenmannetjes leiden ons vervolgens naar het pad dat omhoog gaat naar Cabane des Dix, die als een adelaarsnest over de omgeving uitkijkt. Wat een zicht en gezellige berghut om de komende 3 nachten te verblijven! We oefenen nog wat onze touwtechnieken en schuiven daarna de voeten onder tafel met enkele Nederlanders en Oostenrijkers.




Warmlopen naar La Luette (3548m, quotering: F)
Een klassieker als opwarmer, maar ideaal om er wat in te komen. De aanloop gaat over een eenvoudige gletsjer, waarbij je de spleten makkelijk kan vermijden als je de richtlijnen van de huttenwaard volgt. Er ligt nog behoorlijk wat sneeuw, ook op de graat. De sneeuwrichel is soms slechts twee voetsporen breed, en dat geeft tussen mijn oren bijna een eerste kortsluiting. Stijgijzertje voor stijgijzertje schuifelen we omhoog. Af en toe haal ik wat adem. Intussen voelen we aan dat we onze touwgroep op dit luchtige terrein toch in ’t vervolg best een stuk korter maken. Iets om mee te nemen naar de volgende dagen.




Het uitzicht op de top is de beloning. We genieten met volle teugen. Ook heerlijk dat we hier helemaal alleen op de berg staan.


Op de terugweg nemen we de tijd om nog eens sneeuwankers te maken en onze gletsjerreddingstechnieken te oefenen. Herhaling is echt wel nodig, zeker als je het nog niet zo routinematig in de vingers hebt. Vooral de Zwitserse takel vergt wat extra tijd om alle stappen er goed in te krijgen.


Alpinisme-doop op de Mont Blanc du Cheilon (3.870m, PD)
De avond voordien staan we met grote ogen naar een tv-scherm te staren. De huttenwaard toont ons indrukwekkende dronebeelden van de berg, en wijst het parcours aan dat hij aanraadt: via de normaalroute (WNW) omhoog, van zodra we de gletsjer bereiken (punt 3496m) niet de rotsgraat verder volgen maar meteen de steile ijsflank op (linkse rode lijn hieronder), daarna vanaf het zadel richting top, terug en via de wintertop en een spaltenrijke maar relatief zacht aflopende gletsjer terug naar beneden. Het plan is duidelijk, maar we zijn er niet helemaal gerust op dat wij er echt klaar voor zijn om het uit te voeren. Op voorhand zagen we al enkele filmpjes op YouTube en die zagen er toch vrij spectaculair uit.

Maar kijk, wie niet waagt, niet…euh…klimt. Om 3u20 gaat de wekker en 10 minuten later probeer ik twee kommetjes havermout en enkele sneden brood naar binnen te moffelen. Het wordt namelijk een lange dag. De rugzak is al gepakt.
’t Is nog donker als we op weg gaan. En al verkies ik de stafkaart boven digitale hulmiddelen, de smartphone is in deze omstandigheden toch net iets handiger. Dat bevestigt ook stilzwijgend ‘onze schaduw’, een man die ons volgt tot de voet van de laatste steile meters naar de Col de Cheilon. Terwijl wij ons intussen inbinden, huppelt hij ervan door. Solo het hooggebergte in, het gaat sneller maar uiteraard is er ook niemand die je kan afzekeren.

Op de rotsgraat worden de stopknopen verwijderd en de tussenafstanden gewijzigd. Ruth gaat voorop, maakt met een bandsling een vast punt of legt het touw achter een stevige rots, en zekert ons af terwijl Annelies en mezelf daarna simultaan omhoog gaan. De techniciteit valt goed mee maar we spelen op zeker en dat betekent trager vorderen. De ijskoude wind doet ons tijdens de pauzemomenten rillen. Het ochtendlicht maakt veel goed. Wat een zicht!


Op de gletsjer wordt ons al snel duidelijk dat die toch vrij steil is. Ik ben niet op mijn gemak, en we gebruiken onze ijsvijzen om 3 tussenzekeringen te plaatsen. Annelies klimt voorop terwijl ik haar afzeker, maakt wat verder een nieuwe relais waar ze zichzelf vasthangt, en ik zeker daarna Ruth af die klimt naar mijn vast punt. Eenmaal het steilste en meest ijzige stuk voorbij, maken we gebruik van een goed gespoorde traversée om het zadel te bereiken.



Het zadel bereiken voelt op zich al aan als een eerste mijlpaal. Van hieruit kunnen we namelijk via de eenvoudigere winterroute terug afdalen. Maar uiteraard zien we graag de kers op de… ijstaart. De graat richting top ziet er in mijn ogen onneembaar uit. Op aanraden van een vrouw die op haar twee metgezellen staat te wachten, houden we onze stijgijzers aan. En dat blijkt geen slechte keuze. Voorzichtig klauteren we over de rotsen, maken tussenzekeringen of weven het touw tussen de grote stabiele blokken, en trippelen over kleine sneeuwveldjes. Ik voel me veel comfortabeler dan verwacht, ondanks het feit dat zowel links als rechts van ons een gapende diepte blinkt.


Pas als we de laatste ‘gendarme’ bereiken (toepasselijke naam voor een steile rotswand), zakt de moed toch wat weg in de schoenen van Annelies en mij. Maar Ruth ziet het nog zitten, gaat zogezegd even ‘verkennen’ om dan plots de mededeling te doen ‘Ik ben boven!’. Bon, op zo’n moment moet je dan wel volgen. Het bereiken van de top geeft veel voldoening maar boven ben je maar halfweg.




Tijd om onze volgende techniek boven te halen: de rappel. Er hangt al een prussiktouwtje en Ruth hangt er nog één bij, samen met een musketon. De veiligheidsnormen zijn in het hooggebergte net iets minder strikt, maar het doet wat het moet doen. De eerste stappen omlaag zijn bij mij altijd de bangelijkste. Focussen op wat er moet gebeuren en niet op wat er fout kan lopen. Uiteindelijk hang je goed vast. De verdere afdaling naar het zadel gaat al bij al vrij vlot maar we merken dat de sneeuw toch wat zachter wordt.


Het is al halverwege de middag als we afdalen via de winterroute, niet de beste timing. We zijn als beginners een pak trager dan meer ervaren alpinisten. Gelukkig ligt er al een spoor dat ons tussen de grote seracs leidt, zo hoeven wij alvast niet onze eigen weg te zoeken in dit bevroren labyrinth. Van bovenuit is het namelijk veel minder goed te zien hoe je de spleten kan vermijden.
Het wolkendek schuift toe en als we het vlakkere gedeelte van de Glacier de Giétro bereiken, begint het zelfs wat te sneeuwen. De zachte sneeuw maakt het lastiger lopen en de vermoeidheid, zowel fysiek als mentaal, laat zich intussen voelen. Maar we blijven volop genieten van dit avontuur. Het moeilijkste is achter de rug.




Als de stijgijzers terug opgeborgen in de rugzak zitten, lopen we vol trots terug naar de hut. Het was een uitdagende beklimming voor ons niveau, maar eentje die we goed hebben volbracht. Heel leerrijk ook, zo’n mixed terrein ligt ons wel, met afwisselend rots en gletsjer. Vermoeide maar gelukkige gezichten voor de groepsfoto. Wat een dag!

Overschrijding van de Pigne d’Arolla (3.787m, PD)
Opnieuw een vroege start maar aangezien de etappe naar Cabane Vignettes minder lang en technisch is, nemen we iets meer tijd voor het ontbijt. Het wordt licht terwijl we de Glacier de Cheilon overschrijden. Op het apere ijs van de Glacier de Tsenâ Réfien klimmen we omhoog, maar als het iets té steil wordt, voelt het opeens minder comfortabel aan.



We wijken uit naar links en vinden af en toe flarden van het spoor van voorgangers. Opnieuw ideaal om de juiste route tussen de spleten te vinden. Door de klimaatopwarming worden ze steeds prominenter. 2022 was een rampjaar waarbij heel wat beklimmingen te gevaarlijk werden maar gelukkig zijn de condities nu beter, met zelfs nog recente sneeuwval in mei.



De klim naar de Pigne d’Arolla blijkt inderdaad een pak eenvoudiger dan naar de Mont Blanc de Cheilon, enkel de Mur de Serpentine is uitdagend. Op een ijzig stukje gaat mijn hartje wat sneller slaan, maar de stijgijzers hebben goed grip. Het zit toch soms echt tussen mijn twee oren.

In een wijde bocht langsheen de Col du Brenay bereiken we de top. Helemaal alleen staan we boven. Het panorama is overweldigend mooi, met vierduizenders in alle windrichtingen. De app Peakfinder duidt ze één voor één aan. We nemen een lange break om ten volle van dit moment te genieten.




Maar de temperaturen stijgen, en we wachten best niet te lang meer om richting Cabane de Vignettes af te dalen. De sneeuw verliest aan draagkracht en dan stijgt het risico natuurlijk. De Glacier d’Otemma strekt zich onder ons uit, het landschap blijft indrukwekkend. Nog een laatste steile afdaling voor we doorsteken naar Col des Vignettes en de berghut die op de graat is gebouwd.


In de hut is het rustig. Slechts 12 gasten vanavond, en dat in het hoogseizoen. Met een warm dekentje genieten we op het uitzichtrijke terras nog wat na. Eindelijk tijd voor een ruime portie rösti en chocoladetaart!



Terug naar het dal (F)
Nog even twijfelden we om er nog een topje bij te doen: de normaalroute naar l’Evêque is PD geklasseerd maar we besluiten dat het goed genoeg is geweest. De aanloop gaat grotendeels over de gletsjer. Ook de weergoden willen wel eens iets anders dans ‘le grand beau’. Wind en regen dwingen ook onze hutgenoten tot andere plannen.



Via de Glacier de Pièce dalen we af. Het heeft niet gevroren vannacht en de sneeuw ligt er nog zacht bij. Eenmaal de stijgijzers uit leidt een mooi bergpad ons terug naar het dal. De zon breekt opeens terug door. Het is terug wennen aan weiden en lorken: La vie en vert.


Bijzonder tevreden rijden we naar Leysin, waar we op familiebezoek gaan in het Intersoc-hotel, en daar nog een hele mooie via ferrata meepikken: Tour d’Ai (C/D). Goed geëquipeerd maar… af en toe…een beetje luchtig…voor mij.
Mijn oprechte dank aan Annelies en Ruth om met mij op weg te willen gaan, hun geduld en de goeie verstandhouding! Wat mij betreft voor herhaling vatbaar.
Alle foto’s vind je in dit album.




Geef een reactie op Johan Swinnen Reactie annuleren