Het is de eerste les over pedagogie dat Dominique Olbrechts geeft. Hij was al bij de ingangsproeven betrokken en in 2009 onze ‘accompagnateur’ bij een winterstage. We mogen er meteen in vliegen. We worden in drie groepjes van vier verdeeld die in een half uur tijd een les moeten voorbereiden. Bij ons is het een weerkundig thema: depressies.
Iedereen kijkt naar mij alsof de meteo-expert ben maar ik voel me helemaal niet zeker in die rol en al helemaal niet als ik in het Frans moet uitleggen. Begrijpen is één ding, maar verder dan “il fait beau aujourd’hui, hein” geraak ik niet op een vlotte manier. In het begin zitten we meer te bakkeleien over wie de les gaat geven dan over hoe we het inhoudelijk gaan voorstellen. Niemand van ons beheerst het thema goed en dat was er uiteindelijk ook aan te zien. Dimitri steekt van wal en ik neem over. Via schema’s stellen we het ontstaan van depressies voor, de uitleg is helaas niet altijd samenhangend en accuraat. Voor Dominique is het niet de inhoud die telt in deze oefening maar onze houding, de manier van lesgeven. Helaas hangen die twee samen. Als je je inhoudelijk niet goed voorbereid voelt, is het nog zoeken naar de juiste manier van voorstellen terwijl je bezig bent.
De tweede groep (toerskiërs in opleiding) heeft een meer praktische opdracht nl. aanleren van een zekeringsknoop, en de derde groep (ook wandelaars) stelt uiterst gestructureerd het wel en wee van een gems uit.
Na deze oefeningen overlopen we de belangrijkste theoretische aspecten van lesgeven. De feedback op de lessen is summier maar we voelen wel meteen hoe het aanvoelt om voor een groep te staan.
We rijden meteen door naar Crupet om in een warme lentezon op een terras ons boterhammen op te eten. Mark Rossignol, onze opleidingscoördinator, is blijkbaar een specialist op vlak van milieu en patrimonium. We starten met een klim naar de top van de heuvel. Hier was ik eerder als mede-organisator van een cursus over kaart en kompas, het is namelijk de wandeling die van de Chaveehut vertrekt. We kijken uit over het golvend cultuurlandschap, met weidse akkers en bossen. Mark legt ons uit in welke geologische streek we ons bevinden en welke andere streken we in België kunnen onderscheiden.
De wind doet ons snel lagere oorden opzoeken. Daar toont Mark ons foto’s van landschappen en boerderijen van diverse streken in Wallonië: elk met hun typische kenmerken van bouwstijl afhankelijk van de activiteiten (landbouw versus veeteelt), klimaat en beschikbare grondstoffen (baksteen, leisteen, kalksteen, zandsteen).
Wat later kijken we uit over Crupet en spreken we onze zintuigen aan. We schrijven alles op wat we horen, ruiken, voelen en zien.
Tot slot wandelen we doorheen het dorp dat al sinds de 11de eeuw bestaat. Interessant om typische elementen in de traditionele bouwstijl te leren herkennen. Om de folklore helemaal compleet te maken, passeren we nog een wedstrijd kaatsbal, ook in Wallonië wordt deze sport een zeldzaamheid. We eindigen terug op het terras. De theorielessen zijn voorbij. Volgende afspraak is op 21 mei voor het oriëntatieweekend.