2-daagse bivaktocht met start en aankomst in Gedinne
Gedinne ligt op een boogscheut van de noordelijke Semois en de Franse grens. Het plateau de la Croix-Scaille is een rijk bebost gebied en één van meest ongerepte stukken natuur in België. Enkele ecologisch zeer waardevolle gebieden zijn hier beschermd waaronder de Fagne de l’Abîme. Het is een streek van uitgestrekte wouden, kleine veengebieden en kabbelende bosriviertjes. Ideaal terrein voor een zomerse bivaktrektocht.
Eerste bivak
Het duurt eventjes voor ik een geschikt bivakplekje gevonden heb in het bos nabij het station van Gedinne. We volgen eventjes de wandelroute langs de spoorweg en duiken dan het naaldwoud in om wat later neer te strijken dus de beukenbomen lager op de helling. Er is weinig ondergroei en ons ‘wegsteken’ is dan ook niet zo eenvoudig.

Lichtgewicht
Afstand : 33km
Iedereen is voorzien van een zwaarbepakte rugzak maar Gregory niet. Hij heeft geopteerd voor lichtgewicht hiken terwijl beginners net vaak teveel willen meenemen.

Naast het kappelletje nabij het station pikken we een onverharde weg richting het centrum. Al meteen mogen we kennismaken met hoog nat gras en paarse vingerhoedskruid. Na een bezoekje aan de bakkerij zakken we af naar de apotheek om de zaken te kopen die we thuis (alweer) vergeten zijn.

We lopen het nog stille dorp uit en pikken de GR126 op die stroomafwaarts de Houille volgt. Het riviertje meandert door groene weiden tussen beboste heuvelflanken.
Bij de oude molen van Galette worden de roodwitte tekens achtergelaten, en klimmen we bergop richting Sart-Custine. Op het hoge plateau zouden verschillende bronnetjes ontspringen maar geen van hen is terug te vinden in het landschap.

Langs onverharde paden lopen we door de woudgordel rondom de dorpjes Rienne en Willerzie. Loofbomen en kaarsrecht naaldwoud wisselen elkaar af. Al is het hoogseizoen, in de Ardennen kom je vaak niemand tegen, ook hier niet. Het hoge gras en de soms overwoekerende vegetatie tonen aan dat vele wegen in onbruik geraken en verdwijnen.

Via het Grand Franc Bois, Hautes Voies en Petit Franc Bois bereiken we de Hulle. Via een houten loopbrugje steken we door naar de oostelijke oever. Bij de lunch horen we het al in de verte donderen. Een voorbode voor wat komen zou. Gregory heeft echter andere zorgen aan zijn hoofd; hij ziet overal beestjes en durft zich amper neer te vlijen.

We lopen verder over het uitgestrekte plateau van Croix-Scaille. Een groot deel van het Bois Perche is afgesloten met een hoge afrastering dus zit er niets anders op dan eromheen te lopen en verder de riviervallei te volgen. Om een snelle doorsteek te maken naar de asfaltweg gaan we even offroad, en zowaar, struikjes met heerlijke bosbessen staan naar ons te lonken.

Het pad over de Virée de la Doucette heeft duidelijk zijn beste tijd gehad. Mijn volgelingen zijn gelukkig van het avontuurlijke type. We kruipen uit de struiken nabij de Fagne de l’Abîme en treffen er een mooi aangelegd knuppelpad dwars door het natuurgebied. Hier en daar staan nog de laatste plukjes veenpluis maar de koningsvaren is nog volop in bloei.

De regen begint steeds harder uit de lucht vallen en tegen dat we de Ancienne Ferme Jacob bereiken, giet het water. De picknickbank is gelukkig strategisch onder een beuk met dicht bladerdek geplaatst. We spelen nog wat calorietjes naar binnen om het laatste loodje van de dag te leggen.
Op de 60m hoge Tour de Millénaire, dat op 503m en het vierde hoogste punt van België staat, zou het uitzicht over de beboste grensstreek prachtig moeten zijn. Niet alleen het weer valt vandaag tegen maar er is ook een klein technisch mankementje. Door houtproblemen staat de uitkijktoren er onthoofd bij. In principe is de hele omgeving afgesloten voor het publiek maar we willen Frankrijk in en het pad door de Marais des Romarins, een moerassig gebied, oppikken.

Om het saaie donkergrijze gravé van de Route Forestière de la Papeterie te vermijden, probeer ik een alternatief uit. De bedoeling is om aan het eind van de onverharde weg op kompas te gaan lopen om de volgende weg op te pikken. Al snel blijkt dit een onmogelijke opdracht. Op iets dat ooit een weg geweest is, spartelen we door de vochtige vegetatie om ruim een half uur later en nauwelijks opgeschoten de eindeloze bosweg alweer tegen te komen.
Er zit niets anders op dan verder af te dalen. De vermoeidheid laat zich meer dan ooit voelen en we slaan een bivak op nabij het riviertje, tussen de varens en bosbessenstruikjes. Na een wasje, gaan we zo snel mogelijk aan het koken. Het gedroogde voedsel dat ik meeheb, kan na zo’n zware dag alleen maar lekker smaken.
Tombé glorieusement pour la patrie
Afstand : 25km
De afdaling naar de vallei van St-Jean wordt verdergezet. We doorwaden het riviertje en lopen door een wei om dan een gezellige bosweg op te pikken.

Daarna klimmen we naar het hoogplateau naar La Renarde. Tussen de berken groeien de varens uitbundig. Volgens Dominique, die al wat ervaring met survival heeft opgebouwd, een goed alternatief voor een matje.

Opnieuw herinnert een oorlogsmonument ons aan de Tweede Wereldoorlog. Her en daar is in deze streek iemand gefusilleerd, vaak in de laatste dagen van het Duitse Rijk. ‘Glorieusement tombé pour la patrie’ heet dan dan.

Bij de Barrière de Mointerne steken we opnieuw de Frans-Belgische grens over. In het dorpje Nafraiture staan wegwijzers voor een ‘Marche gourmande’, helaas zijn we iets te vroeg om mee te kunnen genieten.

Het volgende pittoreske beekvalleitje lonkt. We volgen de Ruisseau de Fayer stroomopwaarts richting Houdrement. Hier is het opnieuw genieten van weidse uitzichten over een lappendeken van grasgroene weiden en naaldbossen.

Langs de onverharde weg die rondom het dorp loopt, staan struiken vol heerlijke frambozen. Het doet de pijnlijke voeten even vergeten. Na Louette-Saint-Denis tellen we de laatste kilometers af naar het station van Gedinne. Daar vallen we op een welverdiend terrasje ‘glorieusement’ neer….
Conclusie
Een mooie streek om je kaart en kompas boven te halen. Niet alle boswegen zijn nog even makkelijk te volgen. De lange afstand, de dichte vochtige vegetatie en verschillende rivierdoorwadingen zorgden ervoor dat onze voeten het hard te verduren hadden. De bivak zelf was wel een succes. Hoewel er ‘s avonds serieus wat beestjes rondvlogen en kropen, hebben we daar onder het zeil zo goed als geen last van gehad.
Meer beelden in dit fotoalbum. Klik op ‘slideshow’ voor een diavoorstelling.
–
PRAKTISCHE INFO
BEREIKBAARHEID
De trein tussen Dinant en Gedinne rijdt elke twee uur.
KAARTEN
- Belgische stafkaarten (NGI 1:20.000):
Gedinne 63 3-4
Vresse-sur-Semois 63 7-8 - Franse stafkaart (IGN 1 :25.000):
Fumay 3008 O
BEWEGWIJZERING
Geen. Dit is een eigen uitgestippelde route.
JACHT
L. Picard van cantonnement Beauraing op 082-64.36.11 (één van de buitendiensten van het Waalse ministerie van leefmilieu). Minstens 2 weken op voorhand is men op de hoogte van de drijfjachten die worden georganiseerd. Geef aan waar je precies langskomt, in het Frans.
Voor de jacht in Frankrijk kan je contact opnemen met het Comité Departemental des Randonnées Pédestres.
BEVOORRADING
Gedinne (alles)
MEER FOTO’S
Fotoalbum van Gerlinde over deze bivaktocht.
Filmpje op youtube van Gregory als we moe maar voldaan op een terrasje zitten