4-daagse langs de bekendste GR-route van Wallonië
De Semois staat onder het brede publiek bekend als de mooiste rivier van België. In de wandelwereld is vooral de route tussen Bouillon en Vresse berucht omwille van zijn steile afdalingen en beklimmingen.
Vanaf het station Carlsbourg volgen we de GR14 en pikken ter hoogte van Bouillon in op de GR16. Vandaaruit wandelen we de Semois tot aan de monding in de Maas in Frankrijk. In Bogny-sur-Meuse kunnen we opnieuw de trein op.
Met de trein ben je er al!
Afstand: 17km
Al vroeg op de middag zitten we in een Dinants café abdijbier te drinken. Door werken op de lijn naar Namen hebben we vertraging opgelopen en misten we onze aansluiting. Vandaag nog in Bouillon geraken wordt moeilijk. En zo’n mooi wandelweer…
Dat de Ardennen ook best vlak kunnen zijn, merken we als we op het hoge perron van Carlsbourg staan. Groene weiden en bossen strekken zich voor ons uit. De GR14, de verbinding tussen La Roche aan de Ourthe en Bouillon in de vallei van de Semois, loopt vlak langs de spoorweg. Het landschap gaat wat aan ons voorbij. Weinig uitzichtpunten, kleine hoogteverschillen, veel mountainbikers, …

‘s Avonds onder de open sterrenhemel genieten we van het zachtblauwe licht van ons gasvuurtje. Al zitten we dicht bij het dorpje Curfôz, het is rustig in het kleine bosje. Onze verse spaghetti smaakt super.
Gezegend water
Afstand: 23km
Gedroomd of niet, nadat ik ‘s nachts voetstappen dicht bij de tent hoorde, kon ik bijna geen oog meer dicht doen. Nooit kampeer ik nog zo dicht bij een dorp of toch niet met een knalgeel expeditietentje.
Bovenop de Tour d’Auclin kijken we uit over Bouillon. Ochtendnevels hangen over het toeristische stadje. Op één van de heuvelruggen ligt de middeleeuwse burcht waar ooit de illustere Godfried van Bouillon leefde. Hij leidde de eerste kruistocht naar Jeruzalem en werd er koning, maar dit gebeurde zeker niet onomstreden.
We laten de wildslapers op de toren wat verder soezen en dalen af naar het cisterciënzerklooster in de vallei van de Semois. De deur gaat automatisch open als je op de bel drukt. Een vrome zuster leidt me naar het kraantje bij de WC waar ik de drinkzakken opvul. Ze kijkt op van onze moderne pelgrimuitrusting. Na duizend keer merci en een inleiding in de – gelukkig – korte kloostergeschiedenis, kunnen we weer op weg.

Wat verder volgen we een educatief parcours dat de traditionele Ardense bosbouw uitbeeldt. Zo komen we bij Moulin du Rivage waar een hele stoet van mobilhomes te bewonderen staat. De Tombeau du Géant is een toeristische trekpleister; het uitzicht over een langgerekte meander is dan ook bekoorlijk. Enkel oude foto’s tonen aan dat de Ardennen niet altijd even bebost waren.

En dan zijn Les Échelles aan de beurt. Het parcours van stalen laddertjes schijnt met een zware rugzak nogal in de kuiten te kruipen. Dat valt, in droge omstandigheden, wel mee in vergelijking met het huzarenstukje dat we ervoor aanbreiden. De boodschap is zelf de tekens te volgen en niet op je voorgangers te vertrouwen. Recht omhoog de nijdige helling opkruipen is echt niet aan te raden…

In Rochehaut dalen we met een heuse toeristenkaravaan af naar Frahan, een pittoresk dorpje aan de Semois. Over Les Crêtes worden we nog steeds op de hielen gevolgd. Net voor Alle kunnen we onze achtervolgers van ons afschudden, en na wat inkopen klimmen we gepakt en gezakt de steile helling op. Gelukkig de laatste voor vandaag…
Op enkele everzwijnen na komt niemand ons die nacht opzoeken. Wel moeten we vlug een plekje zoeken voor de afwas in ons krappe tentje, om te vermijden dat onze knorrende vrienden met de kookpot aan de haal gaan.
Heilige afgunst
Afstand: 27km
Bij Mouzaive zien we voor het eerst een droogschuur, die vroeger diende om tabaksbladeren te drogen. De eens zo belangrijke teelt in deze streek is nu bijna volledig verdwenen. De schuur biedt nu plaats aan immense houtvoorraden.

Een stevige kuitenbijter leidt naar Chairière. Vanop de heuvelkam genieten we van uitgestrekte uitzichten over de Semoisvallei. Eindelijk breekt de zon door en baden de herfstkleuren in het licht. In het dorp lopen we over de smalle Sint-Lambertsbrug.

Volgens een legende is de brug gebouwd werd door de gelijknamige pastoor van het dorp. Omdat Sainte Agathe uit het naburige Laforêt heel wat hartjes sneller liet slaan bij de mannelijke bewoners, wilde de jaloerse pastoor haar de toegang tot het dorp ontzeggen. De beminnelijke dame reisde enkel per koets dus liet de pastoor een brug bouwen die smal genoeg was zodat enkel nog paarden en voetgangers er over geraakten. Heilige afgunst?

Waar de Semois in Frankrijk verder stroomt, verandert de naam in Semoy. ,La vallée des fraudeurs, heeft zijn naam niet gestolen. Vroeger werd hier tabak, lucifers, alcohol, parfum, kleding en koffie over de grens gesmokkeld. Hier en daar vind je nog enkele baraques (houten hutten) in het Bois Jean waar de smokkelaars elkaar ontmoetten.

Als we afdalen naar Naux, gaan de hemelsluizen open. Eenmaal de Franse grens voorbij, komen we niemand meer tegen. De dorpen liggen er verlaten bij. Als ik aanbel om water te vragen, val ik met de deur in huis.
‘s Avonds probeer ik uit zitstand het kookvocht af te gieten maar het loopt niet goed af. De Griekse rijstkorrels lijken op de bosgrond net maden. We redden wat er nog te redden valt. Niet dat de smaak erg overdonderend is maar de honger dient gestild te worden want het zou een lange nacht worden…
Naar de monding van de Semoy
Afstand: 10km
“Ik denk dat het nu wel een beetje aan ‘t minderen is. Jaja! ‘k Weet het zeker.”
“‘k Weet niet, zulle, ‘k hoor niet echt het verschil.”
“Hmmm,’t is weer wat meer aan het druppelen.”
De regen blijft maar wij niet. Het ontbijt wordt overgeslagen. De natte tent wordt in de rugzak gezwierd. We lopen naar de asfaltweg en volgen die naar rechts tot we aan een kruispunt komen.

Een ruiterpad loopt linksweg de helling op in de richting van Roc de La Tour. Aan de holle weg komt maar geen eind. De twijfel slaat even toe. Er zijn geen tekens meer en het Bois de Cerceaux is groot, zo zie ik op mijn kleine print van de kaart. En dan opeens doemen de rotsen op. Er valt weinig van het uitzicht te genieten; we kijken op een hoge muur van mist.

Op de Route Forestière zijn heel wat naaktslakken aan de grote oversteek begonnen. De afdaling naar Monthermé is lang. Enkel de zotte kuren van Ivo brengen wat afwisseling. En onze laatste versnaperingen natuurlijk.
Conclusie
Uitdagende route door een mooie riviervallei. De campings, toeristenhuisjes en de drukte vielen toch wat tegen.
Meer beelden in dit fotoalbum. Klik op slideshow voor een diavoorstelling.
–
PRAKTISCHE INFO
BEREIKBAARHEID
Heenreis: Trein naar NMBS-station in Carlsbourg
Terugreis:
- Bogny-sur-Meuse (2km van Monthermé): elk uur een trein naar Givet (€5,7)
- TEC-Bus 154a staat voor het station te wachten en rijdt naar station van Dinant (busregeling op www.infotec.be)
TOPOGIDS
Topogids GR16 ‘Sentier de la Semois’
BEWEGWIJZERING
Roodwitte GR-bewegwijzering
ANDERE GIDSEN
Visumgids “De Semois van bron tot monding: 192,5 km wandelen van Aarlen naar Monthermé” geschreven door Julien Van Remoortere.
JACHT
Dhr. Gigounon van het Cantonnement de Bouillon is minimaal twee weken op voorhand op de hoogte van drijfjachten: tel. 061 46 52 20. Vraag ook naar het telefoonnummer van de verantwoordelijke voor de streek rond Vresse en Bohan.
BEVOORRADING
Bouillon (niet op gelopen parcours, via GR16 vanaf Tour d’Auclin: 2km), Rochehaut, Alle, Vresse, Membre, Bohan, Les Hautes Rivières en Monthermé.