Langs de brede meanders van de zuidelijke Semois

2-daagse bivaktocht van Florenville naar Dohan

Samen met je ouders op bivaktocht te gaan, het is eens iets anders. Via de vallei van de zuidelijke Semois wandelen we van Florenville, aan de rand van de Gaume, naar Dohan, op een boogscheut van Bouillon.

Au claire de la lune
Afstand: 30km

Het stadje Florenville kijkt vanop een heuveltop uit over de weiden en bossen van de Gaume. Via de weg bereiken we het centrum waar we ons neervlijen op een gezellig terras op het Albert I-plein.

De Ferme de Froid-Vent is in Franse zandsteen opgetrokken.

Over verharde maar rustige wegen wandelen we naar de beboste flanken van de Semois-vallei. De Ferme de Froid-Vent is in Franse zandsteen opgetrokken. De Gaume, ook wel de Belgische Provence genaamd, is duidelijk niet ver weg.

Af en toe staat een steile helling te wachten naar een uitzichtspunt zoals het uitstekende rotspunt la Roche Brûlée. Met de voetjes in het kabbelende water, genieten we van het zicht over de groene rivier en eten ons brood op met heerlijk vette Orvalkaas. De trappistenbrouwers kunnen duidelijk meer dan alleen bier maken.

Chassepierre

De asfaltweg naar Chassepierre is lang en broeierig heet. We komen voorbij het oude schoolgebouw waar ik als 16-jarige logeerde toen ik hier met de christelijke mutualiteiten op fietsvakantie was. De naam van het pittoreske dorp is afgeleid van ‘Casa Petra’ (stenen huis) en ligt langs een brede meander van de Semois. We laven onze bijna eindeloze dorst op een terrasje en bezoeken de ruïnes van een molen vlak naast de kerk.

Als we via een karrenspoor het dorp verlaten, loeit een bende koeien ons luidkeels uit.

Als we via een karrenspoor het dorp verlaten, loeit een bende koeien ons luidkeels uit. Als een regiment, naderen ze in rij de omheining. Verbouwereerd kijken we toe.

Het asfalt ‘vergezelt’ ons nog tot Saint-Cécile. Daar vinden we eindelijk verkoeling terug in het bos. Als we ons beginnen afvragen waarom de GR de heuvelkam ‘Crête des Castelains’ opzoekt, krijgen we opeens een prachtig panorama voorgeschoteld. De Semois kronkelt door een dicht loofwoud. Geen bewoning te zien.

Vallei van de Semois

Terug bij de Semois, proberen enkele vliegvissers forel te vangen. Hoog tegen de rotsen aan hangt een natuurlijke bijenkorf, een wit ronde bol met vanonder een kleine ingang.

Op de Pont de Conques bewonderen we het oude spoorwegviaduct dat vroeger het Belgische Bertrix met het Franse plaatsje Messempré verbond. Wij kijken echter snel de andere kant uit als we een hert opmerken die zijn dorst lest in de rivier. Op de heuveltop vinden we onze chambre d’hôtes “Au claire de la lune”.

Bivakkeren met mijn ouders in het bos

Op zoek naar eten
Afstand: 20,7km

‘s Morgens is vader gekraakt en moeder gebroken, maar ze zijn enthousiast. Terwijl ik in dromenland verzonken was, kregen we nachtelijk bezoek van een hert. De ochtendzon schijnt door de bladeren en na een oploskoffietje voelen zich al weer wat beter.

Tombeau du Chevalier

Bij de Tombeau du Chevalier zien we op een heuveltop de ruïne van het fort van Jean de Rochefort liggen. Het fort dateert uit de 13de eeuw maar werd in 1657 door de Zonnekoning, Lodewijk de veertiende, verwoest.

Langs le sentier Chauchet

Opeens staan we oog in oog met een edelhert. We kijken elkaar even aan voordat hij vliegensvlug het bos induikt. In het bos van Petite Dansau, laat de bewegwijzering ons plots tussen de struiken en bossen achter. Het pad is overgroeid, maar we vinden de omheining die we moeten volgen snel terug.

Klim naar Mortehan

De frambozen langs de weg naar Mortehan smaken erg lekker maar de honger blijft knagen. In het dorp is helaas geen bevoorrading mogelijk dus drinken we een frisse cola op de lokale ‘Nederlandse’ camping.

Le sentier Chauchet slingert langs de flanken van de Semoisvallei. Af en toe zorgen rotsige passages voor wat avontuur. Bij een kapelletje gaan we recht de brede betonnen weg op. De zon brandt op onze hoofden. In het dorpje Auby, plukken we braambessen en rode bessen. Ik bel aan en krijg te horen dat de bakkerij sinds vorig jaar gesloten is: “Le boulanger est tué”. Ook op de camping bij Gué du Maka, aan de Semois, serveren ze geen eten meer. Onze magen lagen misnoegd hun gebrom horen.

Langs de Semois

La Roche Percée staat voor een nauwe rotsspleet waar je met je rugzak nog niet doorgeraakt. Nabij la Patte d’Oie, waar de Semois zich in twee stromen splitst, zwoegen we de helling naar boven en dalen dan af naar het dorpje Dohan, het eindpunt van onze tocht. Eerst genieten we van een frisse Orval in een Hollandse auberge, daarna verhuizen we naar het terras aan de overkant. De frieten “Chez Laurette” zijn best te ‘pruimen’.

Conclusie

Deze zuidelijke route langs de Semois is minstens even mooi als het bekendere stuk tussen Bouillon en Vresse-sur-Semois. Er zijn minder campings en de oevers van de Semois zijn zo veel natuurlijker gebleven. Veel kans dat je herten tegenkomt. Een minder punt zijn de soms lange verharde stukken weg, hoewel die niet vaak bereden worden.

Meer beelden in dit fotoalbum. Klik op ‘slideshow’ voor een diavoorstelling.

PRAKTISCHE INFO

BEREIKBAARHEID
Heenreis: Trein naar Florenville (2km van het stadje)
Terugreis: Bus 40 stopt bij de oude wasplaats in Dohan en rijdt naar het station van Bertrix (opgelet, één bus per dag in de zomer om 16u47), via de website van de Waalse busmaatschappij kan men de uurregeling downloaden

TOPOGIDS
Topogids GR16 ‘Sentier de la Semois’

BEWEGWIJZERING
Witrode GR-tekens

BEVOORRADING
Florenville, Sainte-Cécile

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s