Twee meerdaagse tochten langs het Zevenkastelenpad en het Ourpad
De beste remedie voor post-examenmoeheid en pre-proclamatiestress, is op tocht gaan. Ik opper het ambitieuze plan om in 5 dagen van zuid naar noord het Groot-Hertogdom-Luxemburg te doorkruisen. Mission impossible?
Bijtende dazen
Op een onmogelijk vroeg uur vertrekken we met de trein vanuit de Far West, alias West-Vlaanderen, naar het uiterste zuiden van het land. In Aarlen is de bron van de Semois ons eerste doel. Nieuwsgierig als we zijn, willen we weten waar ‘de mooiste rivier van Wallonië’ ontspringt. Dit blijkt midden een woonwijk te zijn. Het is omgeven door een mooi vijvertje met wat waterplanten.

Aan de rand van de stad vinden we een onverharde weg die ons tussen de maïsvelden leidt. Veldbloemen bloeien weelderig en ook de dazen zijn van de partij. Onze kuiten zijn blijkbaar veel smakelijker dan nectar. Geen tijd om stil te staan.

De Belgisch-Luxemburgse grensstreek is dichtbebost. In het Luxemburgse dorpje Eischen in het dal van de Eisch, pikken we het ‘Zevenkastelenpad’ op. Na een steile klim uit het dorp, worden we beloond met struiken vol lekkere frambozen.

We volgen de kronkels van de rivier en komen voorbij Clairefontaine waar een groot klooster ligt. Bij de lunch doe ik verwoede pogingen om de dazen van mijn blote benen te houden zonder alles in de grond te laten vallen. Wat boskruiden op mijn boterham zal wel geen kwaad kunnen.
In Steinfort lessen we onze dorst op de parking van een kleine drankcentrale. De route loopt langs een lange eindeloze autoweg naar Koerich. In dit kleine dorp staat de ruïne van een waterburcht uit de 16de eeuw. Blijkbaar is dit kasteel nr. 3 en hebben we dus de vorige twee gemist.

Langs de bosrand wandelen we naar Septfontaines. Het uitzicht strekt zich uit over het groene brede rivierdal. In de verte zien we het kasteel boven het dorpje uittorenen. Pas nu hebben we het gevoel te kunnen genieten van de omgeving. Voordien was het te bebost geweest.

We steken de rivier over en beklimmen de weg naar het kasteel. Omdat mijn voeten erg pijnlijk aanvoelen, gaan enkel Liesbeth en Vanessa kijken voor wat eten of drinken. In het dorp is niets te vinden maar gelukkig krijgen ze hulp van moeder en dochter die ze een lift aanbieden naar het benzinestation van Bour, zo’n 10km verderop.
Bij de afdaling zoeken we tevergeefs naar de bewegwijzering tot ik doorheb dat we verkeerd zitten. We keren terug en vragen een boer of we onze tent op zijn wei mogen opzetten. De spaghetti met tonijn en tomaten heeft nog nooit zo lekker gesmaakt.
Teken
Voor het ontbijt, maak ik ochtendwandeling door de wei. De rivier stroomt rustig door het groene landschap. Alles blaakt in het zonlicht.

We nemen afscheid en volgen het paadje dat verder langs de bosrand loopt. Bij een camping vol Hollanders is de bewegwijzering gewijzigd en loopt het pad nu door het bos meer heuvelopwaarts. In het gehuchtje Roodt staan enkele prachtige natuurstenen huizen verfraaid met mooie bloembakken.
Het pad dat daar normaal door het bos loopt, is onbegaanbaar maar gelukkig loopt een asfaltwegje in dezelfde richting. Wat verder is de bewegwijzering opnieuw compleet zoek zodat we na het doorkruisen van enkele weiden in Dondelange arriveren. We volgen even de drukke weg, slaan in en geraken met wat klimwerk over de versperring van een deels verzakte brug.
Bij een korte pauze, toont Lies dat ze een echte dierenvriend is:
“Ah, spinneke, doedoedoe. Ja, zit gij maar op mijn beentje, hé. Jaaa. … Mo? … Mo! Allé, nondepie, ‘t is een teek!!!! Aaah! Allé, der af, gij onnozel beest! Zomaar op mijn been kruipen. Hoe durft ge!”
We zien de teken zo op onze benen springen. Geen plaats om lang te vertoeven!
We wandelen verder over een rustig asfaltwegje het gehuchtje Ansembourg. De blauwe hemel, het zonnige en warme weer en het hoge groene naaldwoud geven ons het gevoel ergens in Zuid-Frankrijk te stappen. Het kasteel uit de 17e eeuw is in renovatiewerken gehuld.

Het kasteel in Hollenfels heeft een hoge slottoren die in de verre omtrek te zien is. De zon beukt op onze hoofden. In het Reckener Wald staan we voor een raadsel. De gele bollen geven aan dat we links moeten afslaan maar volgens onze kaart is het rechtdoor. Alleen dan zit je op een kampplaats dat volgens de kaart links van ons zou moet liggen. Rechts is de weg afgesloten door een poort.

We volgen onze intuïtie en doorkruisen de lege kampplaats waar we aan het eind het pad terugvinden. Een steil wegje leidt ons naar Reckange.
Het panorama strekt zich uit over het plateau van het stadje Mersch, eindpunt van de Zeven Kastelenroute. Bij de rivier vinden we opnieuw een plekje op een weide bij een vriendelijke vrouw. Zo zitten we weer tussen de strobalen, deze keer ingepakt in wit plastiek.

Op het menu staat rijst met haring in pepersaus maar onze honger raakt niet gestild. We kuieren naar de stad en genieten we van de wegebbende ambiance van de zondagse braderie. In het centrum staat een prachtige fontein: een gietijzeren draak!
Schietgebedjes
Rond 8u sta ik op om in de stad brood te halen voor het ontbijt. Als ik terugkeer, valt mijn oog op een grote struik vol grote en lekkere frambozen. Bij de avondschemering hebben we die duidelijk gemist. Na het ontbijt, smullen we ons buikje vol.
We zouden normaal het Klein Zwitserland pad volgen van Mersch naar Beaufort, alleen hadden we daar geen tijd voor als we nog de Ourvallei wilden zien. We nemen dus het zilverblikken treintje naar de stad Diekirch. Als we over het jaagpad langs de brede rivier richting Gildsdorf wandelen, breekt een onweer vlak boven ons los. We prevelen wat schietgebedjes.

Na een stukje langs de N19 stuurt het pad ons de steile helling op en beloont ons met een prachtig uitzicht. Voor ons ligt een goudgeel korenveld en in de verte Diekirch met centraal de gotische kerk. Bij het afdalen naar Longsdorf komen we een leuke schuilhut tegen. Op de overdekte picknicktafel genieten we van een beker lekker warme soep.

Asfaltwegen slingeren over de glooiende heuvels van akkers en weiden. Vanaf Bettel volgen we de drukke autoweg door de beboste vallei naar Vianden. Voor het stadje gaat het gelukkig nog eens de hoogte in via treden die in de rotsen zijn uitgehouwen. Op de heuveltop kijken we uit op de indrukwekkende burcht.

Vanaf de bovenstad van Vianden, waar ook de mooie jeugdherberg ligt, dalen we af op zoek naar een kampeerplek. We hebben zo’n reuzehonger dat we besluiten ons midden een gezellig klein stadstuintje te zetten onder een parasol. De spaghetti met tonijn en halve perziken rollen naar binnen.

Behalve een ongezellige camping aan de overkant van de rivier lijkt er geen alternatief te zijn. Tot we ons geluk beproeven aan de hoog gelegen omwallingsmuren. Daar vinden een verlaten speeltuintje dat juist plaats biedt aan een tent. Perfect!
Wildernis
We zijn nog de tent niet uit of een voorbijganger begroet ons vriendelijk. Verrassend want bivakkeren is hier strikt verboden. Na wat inkopen in de benedenstad en een ontbijt onder de brug, klimmen we opnieuw de heuvel op. Bij het zetelliftstation kijken we uit over het toeristische stadje en de Ourvallei.

Victor Hugo pad kruist geregeld ons pad met enkele teksten en schetsen. Bij de Neklosbierg wordt waterkracht gegenereerd door het water 300m later van het bovenbekken naar het benedenbekken te doen storten. Als we de trap naar het hoogste reservoir beklimmen, verstoren enkel luidruchtige Hollandse gezinnen de rust.

Een bospad leidt ons door een vochtig woud richting Stolzembourg. Onderweg worden we getrakteerd op een mooi uitzicht op een beboste meander van de Our en daarachter een lappendeken van bos en gele akkers.

Het zonnetje breekt door het wolkendek op weg naar Wählhausen. Het gaat voortdurend op en af. Als we het dorp binnenlopen, worden we getrakteerd op een fikse regenbui. Jammergenoeg is het dorpscafé gesloten.

Als we van het plateau terug afdalen naar de Our, strekt een weids uitzicht voor ons uit. Een lappendeken van velden en bossen hangt over de zachte ronde heuvels, opgelicht door de avondzon. Nabij Untereischenbach worden we een pad opgestuurd, geheel overgroeid met braamtakken en doornstruiken. De vegetatie is bijna niet te overzien. Terwijl Lies en ik er snel doorwaden, huppelt Vanessa tussen de doorntjes in. Wat later kruipen we omhoog over omgehakte boomstammen tot Obereischenbach. Diep in het bos langs de N10 vinden we een beschut bivakplekje.

Zonder duim lukt het ook wel
We hebben geen brood voor het ontbijt dus pakken we meteen de natte tent in en volgen de gele bollen de heuvel op richting het uitzichtpunt van Geislay. De bomen belemmeren het uitzicht en afval ligt wat lager op de steile heuvel. Onbegrijpelijk.

Terug bij de Our gaan we iets drinken in een Hollandse camping. Met een lang gezicht bedienen ze ons van drie frisse cola’s. Daarna zoeken we tevergeefs naar bewegwijzering en wordt de kaart weer bovengehaald. Heerlijk zoete bosaardbeien staan in de berm.

In het gezellige Rodershausen komen we voor het eerste andere trekkers tegen, vader en zoon die de dichtstbijzijnde camping zoeken. Ook ons eindpunt is bijna bereikt. De brug van Dasbourg is vlakbij.

Met het zonnetje in de rug genieten we voor een laatste keer van een picknick bij het kabbelende water dat zich een weg zoekt door de prachtige vallei. Ouren en het Drielandenpunt hebben we opnieuw niet bereikt.
Bij het benzinestation spreken we twee Belgen aan. Ze geven ons een lift tot het station van Verviers en zo zijn we op tijd terug voor de proclamatie…
Conclusie
Hoewel het Zeven-Kastelenpad wel leuk was, is het Ourpad veel afwisselender, uitdagender én mooier. Het enige nadeel van de route is de bereikbaarheid met het openbaar vervoer.
Over het algemeen is de bewegwijzering goed maar in Luxemburg kan het wel eens voorvallen dat kaart en werkelijkheid niet overeenstemmen.
Er zijn tal van mogelijkheden om de gelopen route uit te breiden. Hoewel het een piepklein land is, mag je er toch op rekenen dat je toch 7 dagen nodig hebt om het land van zuid naar noord te doorkruisen. Als je wat meer dan enkele dagen tijd hebt, is het beslist een aanrader.
Meer beelden in dit fotoalbum. Klik op ‘slideshow’ voor een diavoorstelling.
–
PRAKTISCHE INFO
ROUTE
- Zevenkastelenpad: 35km van Eischen naar Mersch + 5km aanlooproute vanuit Aarlen
- Ourpad: 46km van Gilsdorf naar Dasbourg + 2,5km aanlooproute vanuit Diekirch
BEREIKBAARHEID
Het Groot-Hertogdom-Luxemburg is over het algemeen goed bereikbaar met de trein behalve de Ourvallei. Omdat we het low-budget wilden houden en met de Go-Pass reisden, trachten we in een Belgisch station te starten en te eindigen. Het doel was om van Aarlen naar Gouvy te wandelen.
- Heenreis: trein naar Aarlen
- Terugreis: lift van Dasbourg naar station van Verviers. Naar mijn weten zijn er geen bussen in Dasbourg.
KAARTEN
- Topografische kaart Luxembourg Sud 1:50 000
- Topografische kaart Luxembourg Nord 1:50 000
BEWEGWIJZERING
- Gele rechthoeken voor het Zevenkastelenpad
- Gele bollen voor het Ourpad
OVERNACHTING
Wildkamperen is in principe verboden maar wel goed doenbaar. Op het Zevenkastelenpad hebben we toestemming gevraagd om onze tent op een wei op te zetten.
LINKS
Het Groot-Hertogdom-Luxemburg doet heel wat moeite om de nodige informatie over wandeltochten online te zetten. Voor ongeveer de helft van de nationale wandelpaden kan men al een brochure downloaden (stand van zaken maart 2008). Daarnaast is er een interactieve kaart.
BEVOORRADING
- Aarlen (start aanlooproute), Steinfort (Zevenkastelenpad) en Mersch (Zevenkastelenpad)
- Diekirch (start aanlooproute), Vianden (Ourpad) en Dasbourg (Ourpad)