Struinen langs de zuidkust van Cornwall

Vierdaagse tocht langs het South West Coast Path van St Austell naar Plymouth

Cornwall stond al lang op het verlanglijstje van mijn ma en het moment was gekomen om ‘back to the hiking roots’ de Engelse sfeer te gaan opsnuiven. Het South West Coast Path brengt namelijk mooie herinneringen terug aan onze allereerste trektocht in de zomer van 2000. Dit keer werd het een mid-novembertocht gekenmerkt door sunny spells, af en toe een cloudy sky en vooral heel veel wind. En uiteraard mochten ook de culinaire klassiekers niet ontbreken: elke morgen een full English breakfast (behalve de bonen dan), een lekkere cider, scones met rozijnen, carrot cake, lemon pie en een bezoekje aan een pub voor een rasechte Ploughmans.

Fish of the day
Afstand: 16,1km

Pas als we helemaal klaar staan voor een full English breakfast, dringt tot me door dat ik de wekker vergeten heb aan het Engelse uur aan te passen. Ma heeft gelukkig een leuk spelletje in petto: zoek-naar-iets-dat-niet-verloren-is. Na zowat drie keer elke rugzak uitgepakt en terug ingepakt te hebben, valt onze frank.

Haven van Charlestown

We nemen afscheid van onze gastvrouw Jackie in het Gwyndra House en lopen even langs het centrum van St Austell voor verse scones met rozijnen (£1 voor 4) en een brood. Via een public footpath en lokale wegen gaat het richting Charlestown waar we meteen een stapje in de geschiedenis zetten. Enkele oude zeilschepen dobberen in de pittoreske haven. De vismanden liggen opgestapeld op de kaai.

Langs het South West Coast Path

Over kliffen wandelen we naar Par. Een grote fabriek doet het kustpad naar het binnenland uitwijken, waar we tussen serres naar het dorp worden geleid. Niet meteen een erg aantrekkelijk stukje, maar eenmaal we het strand van Par bereiken begint het mooiste stuk van de tocht.

Par Beach

Britten zijn erg bedreven in het behoud van landschappen en monumenten. Net als veel andere delen van de ‘Cornish coast’ is het stuk van Par Sands tot Looe een ‘Area of Outstanding Natural Beauty’ (AONB) wat zoveel betekent als ‘a precious landscape whose distinctive character and natural beauty are so outstanding that it is in the nation’s interest to safeguard them’.

Naar Gribbin Head

In Polkerris gaat het steil omlaag en terug omhoog. Een stevige wind blaast van over de kust en beukt op het kustpad dat ons langsheen de flank van de klif leidt. We zetten de benen ietwat breder om meer evenwicht te hebben.

Zicht op de Lankelly Cliff en de Southground Cliffs

De witrode vuurtoren staat rijzig op het uiteinde van een landarm: ‘Gribbin Head’. Terug landinwaarts hebben we een breed zicht op de kliffen van Lankelly en Southground en de monding van de Fowey. Bij Polridmouth steken we via ‘stepping stones’ het riviertje over en kijken nog eens achterom naar het lichtspektakel nabij de vuurtoren.

Fowey, uitgesproken ]foj[, is niet veraf meer. Het is een langgerekt dorp op de steile rechteroever van de gelijknamige rivier. De verlatenheid van het kustpad maakt plaats voor de drukte in het centrum van het dorp. Dat valt in deze maand van het jaar best wel mee en tegen de avond is er amper nog iemand te bekennen.

Visrestaurantje Sam’s

Onze guesthouse is boven een winkel ingericht. Een Onslow-type doet open en eventjes zinkt de moed ons in de schoenen maar de man is vriendelijk en de kamers zijn in orde. Op zijn aanraden schuiven we de voeten onder tafel bij Sam’s voor ‘fish of the day’: pladijs met salade en frieten. Een schot in de roos! Het bier in England is niet zo’n aanrader dus gaan we voor een Cornish Cider van 6°.

Hike with Mike
Afstand: 19,3km

De voetferry brengt ons naar Polruan, het dorpje aan de overkant van het brede estuarium.

Voetferry naar Polruan

De zon verlicht de witgeverfde huizen van Fowey. De torens van de natuurstenen kerk steken rijzig boven de daken uit. Op de heuveltop staat een hele rij van pijnbomen (Pinus pinea), te herkennen aan de parasolachtige kruin. Oorspronkelijk van het westelijke Middellandse Zeegebied maar in dit milde klimaat kunnen deze bomen uit de dennenfamilie ook goed gedijen. De welbekende pijnboompitten zijn van deze boom afkomstig.

Fowey

Meteen mogen de koude kuiten de eerste steile helling van de dag verwerken. We lopen voorbij het gebouwtje van het ‘National Coastwatch Institution’ waar de grote verrekijker er werkloos bij staat.

Voorbij het National Coastwatch Institution’

Het hoogtepunt van de dag komt als we een zicht krijgen op ‘Lantic Bay’. De glooiende groene weiden van het Britse platteland monden uit in een ruige kuststrook met rotsen en verlaten stranden. De varenvelden hebben een roestige kleur. Het strakblauwe water van de Noordzee beukt op de rotsen in en laat grote witte schuimkoppen achter. De lage winterzon licht de kleuren perfect op.

Het wondermooie Lantic Bay

Als we Pencarrow Head afdalen, lijkt het alsof het pad ons zo de zee gaat invoeren maar dan zien we het vervolg van de route: een kronkelende pad langsheen de steile, begroeide flanken en niets van bewoning in de buurt.

De zuidelijke kustlijn van Cornwall

Het gaat op en neer en af en toe krijgen we een steile kuitenbijter voorgeschoteld. Dat kan ook Mike beamen. Hij is in zijn eentje vanaf Zuid-Spanje beginnen stappen via de GR7, de Pyreneeën overgestoken om dan uiteindelijk via de ferry in Plymouth te belanden. Nu keert hij te voet naar huis terug en ondanks de vele kilometers in de benen, vindt hij dat het kustpad ‘some streneous walking’ biedt. Hij is er duidelijk in bedreven geraakt om in zo kort mogelijk tijd zoveel mogelijk te vertellen. Nog wat publiciteit voor zijn site ‘Hike with Mike’ en dan gaat hij er opnieuw vandoor.

Het gaan op en neer

Polperro is een klein maar bekend vissersdorp. Door het laagtij liggen de zeilbootjes werkloos in de haven. We wandelen door de nauwe steegjes tussen witte huizen. Een bezoekje aan een pub levert ons enkel twee slappe koffie’s op.

Op naar Polperro

In de 18de eeuw vierde de smokkel zijn hoogdagen in Polperro. Vissers verzamelden extra inkomen in hun karig bestaan door het smokkelen van brandy, gin, thee and tabak afkomstig van het kanaaleiland Guernsey, waar de prijzen veel lager lagen. Tijdens de oorlogen met Amerika en Frankrijk werden namelijk ontzettend hoge belastingen geheven op luxeproducten, om de oorlogen te kunnen financieren.

Er kwam echter meer en meer controle van de ‘Coast Guard’ en de ‘Customs’. Zo is ook het South West Coast Path ontstaan: door het patrouilleren van ‘Revenu Officers’ langs de kust. De goederen werden namelijk in geïsoleerde inhammen en baaien aan land gebracht. Ondertussen is een museum in Polperro gewijd aan deze vergane activiteit.

Het vissersdorpje Polperro

Als we het dorp verlaten, komen we opnieuw in de stilte terecht. De hellingen worden zachter maar af en toe zijn er nog wat trappen en dat loopt niet altijd even makkelijk als je geen zevenmijlslaarzen aan hebt.

Richting Looe

Bij Looe zoeken we de kade op vanwaar ik, tot mijn grote tevredenheid, een Sint-Jakobsschelp spot op Wallace Beach. We krijgen een mooi zicht op de haven van East Looe. Daar gaan we een ‘tea room’ binnen voor carrot cake en citroentaart met meringue, maar het valt wat tegen. Helaas waren de stukken taart niet zo vers.

Looe

Het is even zoeken in ’t pikkedonker naar onze B&B in de bovenstad. De ontvangst is erg hartelijk, wij krijgen koffie en rode bietencake. We zijn opnieuw de enige gasten.

Beware of falling golf balls
Afstand: 20km

Pas bij Bodigga Cliff wordt de route interessant. We wandelen door een mooi woud en hebben helemaal niet het gevoel aan de kust te zijn. Her en der staan paddestoelen.

Bodigga Cliff

Van Seaton naar Downderry trekken we over het strand, dat enkel bij laagtij doenbaar is. De zee is ruw en de zon doet verwoede pogingen om door de dikke cumuluswolken te dringen.

Seaton Beach

Het is uitkijken waar we weer van het strand afkunnen om het kustpad op te pikken want niets staat aangeduid. Om even te ontsnappen uit het gure weer gaan we op zoek naar een pub maar het enige wat we in Portwrinkle vinden is een chique golfhotel: Whitsand Bay Hotel. Ik moet mijn best doen om mijn ma te overtuigen om mee naar binnen te trekken want twee verwaaide trekkers passen volgens haar helemaal niet in dit decor. Maar dat heeft ook zijn voordelen, de norse ‘barkeeper’ rekent ons maar £3,7 voor een baileys en een cola.

Portwrinkle

Na een lunch tussen de lage stugge struikjes langs het kustpad, doorkruisen we het golfterrein. Er wordt ons aangemaand op te letten voor vallende golfballen. Dat lijkt ons makkelijker gezegd dan gedaan.

Ma gaat even een plasje doen in een uithoek van het terrein en net als ze haar broek terug omhoogtrekt, komen verschillende golftrolleys van over de helling aanrijden. Onbewust van de groeiende belangstelling, neemt ze haar rugzak op en wandelt ze verder het pad af. Ze kijkt me onbegrijpend aan als ik teken doe dat er achter haar iets te zien is. Als ze haar eindelijk omdraait, schrikt ze haar een hoedje. We schieten allebei in de slappe lach.

Tregantle Fort

We nemen de variant door het legerdomein van Tregantle Fort, dat enkel toegankelijk is als er geen schietoefeningen aan de gang zijn. De oefenterreinen liegen er niet om, er komt hier redelijk wat zwaar geschut aan te pas. Ik durf toch enkele foto’s te nemen. Het fort werd gebouwd rond 1860-1870 om Plymouth te beschermen tegen de groeiende Franse zeevloot.

Er volgt een eindeloos lang stuk asfaltweg. De stevige zeewind en regen maken het er niet meteen plezanter op; zowel van de route als van het uitzicht is weinig te genieten.

De avondzon

Via lokale paden lopen we via de gehuchtjes Treninnow and Wiggle richting Wringford Farm die dieper in het binnenland ligt. In de inkomhal vinden we enkel een ouderwetse telefoon en een mysterieus kaartje…

Ploughman’s
Afstand: 8km

Omdat ons nog een lange terugreis te wachten staat, besluiten we af te steken naar Kingsand, in plaats van een lang ommetje via het kustpad naar Rame Head.

Kingsand

Via een public footpath bereiken we de kerk van Kingsand and Cawsand die ‘twin villages’ zijn, twee dorpen die vlakbij elkaar liggen maar wel hun eigen identiteit hebben. Tot 1844 lag de grens tussen Devon en Cornwall nog hiertussen en dat leidde tot redelijk wat rivaliteit tussen de twee gemeenschappen.

Eventjes van het kustpad af om op de kuststrook te lopen.

We besluiten om verder over de rotsige kust te wandelen naar Cavehole Point en Sandway Point, waarop de golven onder invloed van de niet aflatende wind inbeuken. De scholeksters en meeuwen trekken zich van ons weinig aan. Terug aan land is het even zoeken naar de doorgang naar de hoofdroute van het kustpad dat over Minadew Brakes loopt.

Mount Edgecumbe Country Park

We treden binnen in het Mount Edgecumbe Country Park, vroeger een privaat kasteelpark waar her en der wat rariteiten in de vorm van ‘landscape features’ zijn gebouwd. Ook het laatste stuk tot de ferry van Cremyll hoort terecht tot een area of outstanding natural beauty.

De voetveer van Cremyll naar Plymouth

Terug in Stonehouse wordt de tocht afgesloten met een Ploughman’s bij Sippers, een erg gezellige pub aan de rand van de stad.

Conclusie

Een mooie tocht met heel wat variatie, vooral het stuk tussen Par Beach (namiddag dag 1) en Looe (dag 2) is om van te snoepen. Dag 3 was iets te monotoon en een stuk over asfalt. Dag 4 was dan wel weer mooier. Net die mooiere stukken bleken achteraf tot een ‘area of outstanding natural beauty’ te behoren, best wel een goede referentie dus.

De streek is zeker een aanrader voor wandelaars die houden van glooiende heuvels en kliffen, combinatie van cultuur- en natuurlandschappen en van de Engelse gastronomie. De noordkust heeft de reputatie nog wat wilder en ongerepter te zijn. Maar het voordeel van de zuidkust is dat het weer iets beter is en dat je vaak in de zon kan lopen.

Deze tocht is gans het jaar mogelijk, veel sneeuw hoe je niet te verwachten. November biedt wat meer kans op slecht weer maar het is dan héél erg rustig en de lage zon licht het herfstige landschap mooi op. In de zomermaanden mag je meer drukte verwachten.

Meer beelden in dit fotoalbum. Klik op ‘slideshow’ voor een diavoorstelling.

PRAKTISCHE INFO

BEREIKBAARHEID
Plymouth and St Austell hebben beide een station en een rechtstreekse verbinding met Londen. Eigenlijk ben je dus beter af als je met de trein reist, je bent er sneller en je vermijdt eventuele problemen in de spits op de buitenring rond London. Je neemt de Eurostar naar London St Pancras en van London Paddington heb je vervolgens een rechtstreekse trein naar Plymouth of St Austell.

Treinuren kan je het gemakkelijkst vinden via http://www.nmbs.be (internationaal reizen).

Treintickets boek je in een Belgisch station (volledige reisroute) of via internet (delen van de reisroute). Voor het laatste zijn er de volgende links:

  • Eurostar Brussel – London (St Pancrass) via http://www.nmbs.be of Rijsel – London via http://www.tgv-europe.be: vanaf 4 maanden voor reisdatum boekbaar en dan heb je meeste kans op goedkoopste tickets ook om in de ochtend te reizen. De site van Eurostar geeft niet altijd de goedkoopste tickets weer. Best is om de prijzen wat te vergelijken om te zien wat het goedkoopste uitkomt en op tijd te boeken!
  • Trein London (Paddington) – Plymouth of St Austell via http://www.nationalrail.co.uk/: vanaf 3 maanden voor reisdatum boekbaar maar de standaardprijs verandert niet.

Uit praktische overwegingen zijn we met de auto gereisd. We namen de ferry van Calais naar Dover en reden vandaar met de auto naar Plymouth via London. Wij hebben onze auto achtergelaten op de gratis en eenzame parking bij Brittanny Ferries (vaarten naar Spanje) tussen Millbay Docks en Stonehouse. Er is geen “CCTV” (de befaamde veiligheidscamera’s die in grote getale in de UK hangen) dus laat niets waardevols achter in de auto en een extra slot op je handrem kan geen kwaad. Daarna hebben we de trein genomen naar St Austell (£7,9 per persoon). Je wagen op een betalende parking is ook een mogelijkheid: £8,5 per dag op de parking van het station, £37 voor een week op het Regent Street Car Park of £5 per dag op de Brittany Ferries Car Park bij Millbay Docks.

De ferry boekten we via Internet rechtstreeks bij P&O Ferries. Als je maar 5 dagen blijft, dan betaal je een stuk minder voor een oversteek dan bij een langer verblijf. In november is het heel wat minder druk dan in het zomerseizoen. Het voordeel is dat er gemakkelijk plaats is op de ferry en er dus wat flexibiliteit is qua uren. Het nadeel dat er minder lading is en als gevolg heel wat deining bij slecht weer; gevoelige magen nemen daarom beter de Eurostar.

WANDELGIDS
Ordnance Survey National Trail Guides ‘South West Coast Path’ – deel ‘Falmouth to Exmouth’

BEWEGWIJZERING
Het kustpad is uitstekend bewegwijzerd a.d.h.v. een eikelnoot. Je kan de route in beide richtingen volgen. De beschrijving in de wandelgids is evenwel maar in één richting geschreven nl. van west naar oost.

Alle informatie over het South West Coast Path vind je op http://www.southwestcoastpath.com/. Er is ook een ‘Distance calculator’.

VOETFERRIES
Twee voetferries moeten genomen worden:

  • Fowey – Polruan (vertrek ieder kwartier): £1,2 per persoon
  • Cremyll – Plymouth (vertrekt ook regelmatig maar prijs niet opgeschreven): meer info op www.tamarcruising.com

MILITAIR DOMEIN
Het terrein rond Tregantle Fort op dag 3 is niet altijd toegankelijk. Als er schietoefeningen plaatsvinden dan worden rode vlaggen gehesen en de ingangen afgesloten. Je kunt je vooraf informeren op 01752 822516. Indien de toegang versperd is, moet je langs de asfaltweg lopen.

OVERNACHTING
Wij hebben telkens in een B&B overnacht:

  • Gwyndra House is een gezellige B&B in St Austell, vlakbij het treinstation. Prijs is £30 kamer en ontbijt per persoon.
  • Fowey Marine ligt boven een winkel en je gaat binnen door de living van de eigenaars maar de kamers zijn dik in orde en ook het ontbijt is goed (ruime collectie aan cereals). Prijs is £35 kamer en ontbijt per persoon.
  • Ambleside B&B heeft een erg sympathieke gastheer die je verwelkomt met cake en koffie/thee. Goed geprijst: £25 kamer en ontbijt per persoon. Mooi uitzicht over de rivier.
  • Wringford Down is duurder dan gemiddeld (£41 kamer en ontbijt per persoon) maar de slaapkamers zijn wel in orde. Eten was ook lekker en prijs/kwaliteit. De B&B ligt wat verder van het kustpad af. In de zomer is het eventueel mogelijk om meteen van Looe naar Cremyll te wandelen maar dat is wel 33,8km.

Jeugdherbergen zijn er niet langs de route. Er zijn wel campings maar eerder in de kleinere gehuchtjes waar er ’s avonds niet veel te beleven valt. Wildbivakkeren is in principe verboden en doordat er ook weinig bossen zijn waar je discreet je tentje kan opzetten, zal je ter plaatse toestemming moeten vragen. Daarnaast is ook de beschikbaarheid van water uit stroompjes redelijk beperkt.

UIT ETEN
Sippers in Plymouth is een aanrader: http://www.sipperspub.co.uk
Sam’s in Fowey is een gezellig visrestaurant, wees op tijd (19u) want het zit snel vol, ook buiten het seizoen. Meer info op http://www.samsfowey.co.uk

LINKS

http://www.cornwall-aonb.gov.uk/documents/aonb_rame.pdf: Overzicht van de gebieden met het label ‘area of outstanding natural beauty’ in Cornwall
http://www.fowey.co.uk/: Website van Fowey

Eén reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s