Trektocht door het Parc National des Cévennes en over de Causse du Larzac

Een 10-daagse GR-tocht aan de zuidrand van het Centraal Massief

Na de opkomst van synthetische stoffen, is de zijde-industrie in de Cevennen doodgebloed. Dorpen lopen leeg en de natuur palmt na een jarenlange traditie van schapenmigratie, stilletjes aan de kale bergweiden opnieuw in. De GR7 en de GR70 leidden ons over kale bergtoppen met weidse panorama’s en door authentieke dorpjes.

La vie en rose

We sporen langs beboste heuvelflanken en door donkere lange tunnels. Af en toe vangen we een glimp op van kleine dorpjes genesteld in diepe dalen. Onze boemeltreintje naar Saint-Laurent-les-Bains, alias La Bastide-Puylaurent, is echt charmant. Enkel de gordijntjes zijn duidelijk al lang niet meer gewassen…

Hôtel les Pins straalt oude grandeur uit. Als we onze kamer binnenwandelen, zien we letterlijk la vie en rose.

Hollandse regionale keuken
Afstand: 31km
Stijgen: 788m, dalen: 618m

De ochtendnevel hangt nog tussen de bergen maar de zon schijnt al volop. Het pad loopt eerst tussen bremstruiken en lage sparrenbomen. Hogerop op de bergkam groeien bosbessenstruikjes en paarse heide. Van bosbessen is echter geen spoor te bekennen; de zomer is net iets té droog geweest.

Over de bergkam naar Belvezet.

Terwijl mijn pa met zijn nieuwe wandelstokken loopt te klungelen, neemt ma de tijd om te zoeken naar mineralen. Ik geniet van het panorama over de Cevennen en de Auvergne, de twee streken die het Centraal Massief omvat.

Het dorpje Belvezet tussen de velden.

Na Belvezet, vluchten we weg uit de hete zon en en zoeken verkoeling in het Forêt Domaniale du Goulet. Champignonplukkers zijn er druk in de weer.

Le Bleymard zien we al van ver aan de voet van de kale bergketen van de Mont Lozère liggen. We vragen de weg naar de gîte d‘étape. Als we te horen krijgen dat die in Les Alpiers ligt, een gehucht bovenop de heuvel, zakt mijn vaders moed in zijn schoenen. We hadden in La Bastide best meteen voor de GR70 gekozen.

Afdalen naar Le Bleymard.

We doen nog wat inkopen en klimmen, met vaders gemor op de achtergrond, de Stevensonroute naar boven. Als we ‘s avonds de voeten onder tafel schuiven, is alle leed vergeten

Onze Nederlandse gastvrouw vertelt over haar leven in de Cévennes. Voorheen baatte ze samen met haar man in het dal Hôtel La Remise uit tot die ernstig ziek werd. Nu legt ze haar, naast een doordeweeks baantje, toe op een gîte d’étape die enkel bestemd is voor trekkers. Haar kookkunsten zijn werkelijk voortreffelijk en de huiswijn vloeit rijkelijk…

Transhumance
Afstand: 16km
Stijgen: 630m, dalen: 595m

In het pittoreske dorpje van Le Bleymard hangen cardabelles te drogen aan de voordeur van de natuurstenen huizen, een bloem die je ook wel in het hogere gebergte tegenkomt. We pikken het GR-pad terug op bij een travaille waar men vroeger koeien en ezels besloeg.

Een travaille waar men vroeger koeien en ezels besloeg.

Na het skistation Chalet de Mont Lozère, volgen we eventjes de oude verweerde asfaltweg richting col de Finiels om dan de oversteek te maken naar de GR70. We laten de GR7 enkele dagen voor wat ze is want die laat Florac, het belangrijkste stadje van de Cevennen, links liggen.

Klim naar het skistation Chalet de Mont Lozère.

La grande draille loopt door uitgestrekte heidevelden; een landschap geschapen door de jarenlange traditie waarbij men hele kuddes schapen via dit migratiepad naar hogere weiden leidde als het in het zuiden te heet en te droog onder de voeten werd. Bij mistig weer zorgen de vele menhirs ervoor dat men op het goede pad blijft.

Langs “La grande draille” naar de top van de Mont Lozère.

Op de vlakke Sommet de Finiels, het hoogste punt van de Mont Lozère, rent een hert gezwind weg. We dalen af naar het gehuchtje Finiels. Vele granietrotsen liggen verspreid in het groene en glooiende dal. De avondzon belicht de kastanjebomen met hun vurige herfstkleuren.

Uitzicht vanop de top van de Mont Lozère.

In de chambres d’hôtes Maison Victoire verwelkomt de gastvrouw ons met zelfgemaakte muntsiroop. Op het terras liggen verse in repen gesneden champignons te drogen in de zon.

Afdalen naar Finiels.

Ik strompel naar de kamer; mijn voeten zijn na twee dagen helemaal kapot. Een andere gaste trakteert me ’s avonds op een voetmassage.

Met Fransen aan tafel zit de sfeer er altijd snel in. Terwijl de glazen wijn geregeld worden aangevuld, worden de gesprekken alsmaar sappiger.

Dromen van soep
Afstand: 28km
Stijgen: 546m, dalen: 1230m

Na zo’n uitgebreid diner, is het ontbijt meestal een formaliteit. Gelukkig valt het met een huisgemaakte reine-claudesconfituur en een echte pain de campagne bijzonder goed mee.

Een kastanjeboom in herfstkleuren.

Ik heb mijn bergschoenen ingeruild voor vaders loopschoenen. Mijn ouders merken meteen het verschil…

Finiels.

Bij de afdaling naar Pont de Montvert vinden we de restanten van een oude watermolen. De oude molenstenen zijn helemaal met mos bedekt.

Pont de Montvert.

We rusten even uit op een terrasje met uitzicht op de Tarn. Na de doorsteek van een hoog plateau volgt een afdaling tussen menshoge varens. Het is op de tanden bijten als we in de blakende zon een steil karrenspoor volgen dat bezaaid ligt met stenen. Op de bergkam lunchen we nabij een monument ter ere van een Alsaciaan die de Tour du Mont Lozère (GR68) heeft uitgestippeld. Na stokbrood met salami, volgt een sappige cavaillon.

Tussen de brem.

Op de Signal du Bougès duiken we weg achter het stenen torentje. De wind raast uit het zuiden over de onbegroeide col. De hoge route over de bergkam trakteert ons meermaals op mooie uitzichten. Onderweg passeren we Chalet Bonnal, dat naast een schuilplaats voor schapenhoeders, ook als gratis logement kan dienen. Er is een kachel en zelfs een gastenboek. Proper is het er wel niet…

Over de bergkam naar Florac.

Na col de Sapet met de zoveelste menhir, wandelen we over een lange, eindeloze bosweg. De automatische piloot wordt ingeschakeld en niemand spreekt nog een woord. De zon gaat onder achter de granieten rotsen die uittorenen boven Florac.

De avond valt…

Net voor de duisternis valt, strompelen we een hotelletje binnen. De soep waar we zo naar hadden uitgekeken is voor een volgende keer, het knopje van de brander weigert mee te werken.

Rustdag in Florac

Op Le Jour du Patrimoine, de Franse open monumentendag, is het streekmuseum in het kasteel van Florac gratis te bezoeken. Na wat cultuur, slenteren we naar de wekelijkse markt. Onder de platanen liggen allerlei lekkere streekproducten te lonken en proeven we van ondermeer van salami met veenbessen.

Florac.

’s Namiddag is het eventjes paniek in de wasserij wanneer de wasmachine al begint te draaien als we de temperatuur nog niet ingesteld hebben. Onze kleren werden 20° te warm wassen, gelukkig voor ons zonder gevolgen…

Hôtel pédestre
Afstand: 24km
Stijgen: 350m, dalen: 54m

We volgen even de weg langs de Tarn en steken een mooie oude brug over de Tarnon een zijrivier over. Zo duiken we de vallei van de Mimente in.

Vallei van de Mimente.

Bij het gehuchtje Balazuègnes kijkt de kasteelruïne van Saint-Julien-d’Arpaon over het dal uit. Vanaf hier volgen we de oude spoorwegbedding tot aan Col de Jalcreste. Vlinders en libellen vliegen rondom langs het zonnige vlakke pad.

Af en toe zijn er nog oude treinbiels te zien en lopen we door tunnels maar een zaklamp is net niet nodig. De Mimente heeft zich hier diep in de vallei ingesneden.

Mimente.

Op de camping in Cassagnas is in het voormalig spoorwegstation een gîte d’étape ingericht. Buiten staat nog een waterreservoir voor stoomtreinen. De GR70 buigt af in zuidelijke richting naar Barre-des-Cévennes. Wij blijven dezelfde koers aanhouden. Pas op het eind moeten we na een spoorwegbrug een asfaltweg op.

We vragen ons af vanwaar hotel pédestre zijn naam gehaald heeft. We lijken in één of ander wegmotel terechtgekomen. Het behangpapier van onze kamer is niet enkel ouderwets maar stinkt en kleurt naar sigarettenrook. De gemeenschappelijke douche is ronduit walgelijk. Het is echter te laat om een ander logement te zoeken.

10 gangen-menu
Afstand: 24,5km
Stijgen: 245m, dalen: 154m

Bij de ontbijttafel is het lachen geblazen. Pa’s nachtelijke escapade naar het toilet was bijna verkeerd afgelopen. Gelukkig was de derde deur die hij opende bij zijn terugkeer naar onze kamer de goeie.

Na een lekker ontbijt met warme croissants en espresso’s pikken we de GR7 op. Die leidt ons meteen steil de helling op, over grote massieve leisteenrotsen.

In de mist naar Col des Abeilles.

Het weer is omgeslagen, van zonnig en warm naar mistig en koud. De motregen verandert al snel in gietende regen. Enkel een vuursalamander voelt zich in dergelijk weer in zijn sas.

Als we merken dat we in een lus gewandeld hebben, slaat de twijfel even toe. We hebben de afslag van de GR7 gemist maar via Le Cayla kunnen we alsnog Col des Abeilles bereiken.

Het onweer barst boven ons los en we durven ons niet meteen wagen op het hoge pad. Na een eindeloos uur wachten in het bos, haasten we ons na een bliksemschicht over de bergkam. De mist trekt geleidelijk op en nabij Barre-des-Cévennes hebben we eindelijk weer wat zicht. Boven het dorp ligt een soort granietstenen tafelberg, genaamd Le Castelais, die je al van ver kan herkennen.

De zon breekt ‘s avonds terug door bij Barre-des-Cévennes.

We hebben niets gereserveerd. De modern ogende gîte d’étape op de Aire Naturelle de Camping bevalt ons van buitenaf het meest. De zoon des huizes lijkt me met zijn ogen ter plaatse uit te kleden.

’s Avonds nemen we plaats aan een vuile tafel. Om de 5 minuten komt de gastvrouw met een schotel aandraven, de ene al wat smakelijker dan de andere, en het woord verzadiging staat niet in haar woordenboek.

Burlende herten
Afstand: 25,5km
Stijgen: 318m, dalen: 162m

Het brood is na de zoveelste keer opgewarmd te zijn gewoon niet meer te kauwen. De zelfgemaakte confituur dateert uit de jaren stilletjes en is helemaal versuikerd. En dat alles moeten we doorspoelen met een kan lauwe koffie.

Een herfstige ochtend.

Op de grote weg naar l’Hospitalet klaart het weer wat op. We komen enkele merkwaardige rotsen tegen, waaronder een soort paddestoelvorm waaronder men kan schuilen.

Uitzicht vanop de oostelijke rand van de Can de l’Hospitalet.

De GR7 volgt la grande draille de la Margeride langs de oostelijke rand van de Can de l’Hospitalet. Een indrukwekkend panorama strekt zich uit over de vallei van de Tarnon en de Causse Méjean. Diep beneden ons liggen in de dichte bebossing de dorpjes Carnac en Montagut.

Wandelen naar Aire-de-Côte.

Een parkwachter rijdt ons voorbij en raadt ons aan even af te wijken van de bergkam om naar de burlende edelherten te luisteren; het is volop bronstijd. Jammergenoeg horen we niets.

Op zoek naar burlende herten.

Langs de eindeloze bosweg naar Aire-de-Côte, zorgen enkel eekhoorntjes voor wat vertier. De gîte d’étape die beheerd wordt door het Parc National, is een oud boswachterhuis. Met nog 3 andere wandelaars genieten we van een copieus avondmaal inclusief een typisch Franse kaasschotel.

Waterscheiding
Afstand: 28km
Stijgen: 542m, dalen: 1097m

Vandaag staat de beklimming van de Mont Aigoual op het menu, de hoogste bergtop van de Zuidelijke Cévennen. De bergtop ligt op de waterscheidingslijn van het Middellandse Zeegebied en de Atlantische Oceaan.

Klim naar de Mont Aigoual.

Hoewel het er vaak mistig is, worden we vandaar vergezeld door een stralend zonnetje. Als we het beukenbos uitwandelen, worden we even stil. Achter de groene naaldwouden doemen de blauwbelichte golvende bergen van de zuidelijke Cévennes op.

Uitzicht over de Cévennes.

Een rotsig paadje loopt langs de steile bergtop van de Font de Trépaloup. Naast ons gaat het zowat 1000m bijna loodrecht de diepte in.

Steile afgronden.

Op de Mont Aigoual is het best druk. Niet enkel autotoeristen maar ook behoorlijk wat fietsers rijden hier naar boven. Het uitzicht rondom is meer dan bekoorlijk. Naar het zuiden toe, zie je in de verte de Middellandse Zee schitteren. Om de Mont Blanc te kunnen zien, moet je wel wat meer fantasie hebben.

Afdaling naar l’Espérou.

De afdaling naar l’Espérou is niet bepaald aantrekkelijk te noemen. De route loopt over skipistes en onder verschillende kabelbanen door. Terwijl we het lunchpakket van de gîte verorberen, komt het Zwitserse koppel van de avond voordien ons voorbij. De man, gepensioneerd professor wiskunde, kan het maar niet geloven dat de grootste cumulus (soort wolkenformatie) één miljard ton kan wegen, zoals in het weer museum op de Mont Aigoual wordt voorgesteld. Enkele uren laten komen we twee Franse trekkers tegen: “C’est vous, les flamands? Alors c’est à vous, on doit demander combien pèse un cumulus!?”

Afdalen naar Pratcoustals.

In Pratcoustals is de gîte d’étape al enkele jaren gesloten. Smalle geplaveide gangetjes lopen er tussen grote leegstaande huizen. Via enkele wegwijzers en gele bollen vinden we het avontuurlijke pad naar Arphy en Aulas. Gelukkig voor ons komen we ergens tussenin uit, en zien al snel een wegwijzer naar de chambres d’hôtes La Baumelle. Net voor het donker komen we toe en de gastvrouw trakteert ons meteen op een aperitief van het huis op basis van sinaasappelschillen.

Waspoeder en frieten
Afstand: 20km
Stijgen: 720m, dalen: 720m

Na een partijtje badminton in de tuin, vertrekken we voor een dagtocht naar Le Vigan, een stadje aan de Arre. We volgen het aardewegje richting Pratcoustals en pikken de GR7 op die via een steile stenig paadje Aulas bereikt. Het blijkt een gezellig dorpje te zijn met mooie platanen. Bij de afdaling naar Le Vigan lijkt het pad meer een nauwe ruwe rivierbedding dat tussen struiken en omheiningen loopt.

Links van de kerk ligt het enige wassalon dat ondertussen ook dienst doet als eethuis. De combinatie van de geuren van waspoeder en frieten vinden wij echter niet zo geslaagd.

Na de nodige bevoorrading in de SuperU, klimmen we via de variante GR60A uit de vallei. We kijken uit over witgekalke huizen met roze dakpannen en groenbeboste bergflanken op de achtergrond.

Terug van een dagtocht naar Le Vigan.

Wat hoger wandelen we weer tussen bremstruikjes tot Col des Mourèzes. De paden die we willen volgen naar la Matte blijken verdwenen. Er zit niet anders op dan de bosweg te volgen die in grote slingerbewegingen afdaalt naar de D48. De wandelweg naar Mie d’Arphy komt langs enkele ruïnes en lijkt amper belopen. Boomgaarden omringen het gehuchtje. Er zijn net appels geoogst en we kunnen het niet laten om er snel enkel mee te gritsen.

Door een fout van het IGN (Institut Géographique National), die via luchtfoto’s de topografische kaarten maakt, komen we bij la Coste in de tuin van Monsieur Poirier terecht. Hij leidt ons door het bos terug naar de weg van de B&B. Zo komen we deze avond op een degelijk uur aan voor een heerlijk avondmaal.

Steengroeve
Afstand: 25km
Stijgen: 474m, dalen: 344m

Bij Aulas pikken we de ondertussen bekende route langs de GR7 op naar Le Vigan. Na Avèze, klimmen we naar de Causse du Larzac, een hoog kalksteenplateau.

Uitzicht op de vallei van Le Vigan.

Tussen de grijze stammen van het beukenbos liggen vele witte kalkstenen uitgestrooid. Het zonlicht dat door het groene bladerdek piept, zorgt voor een prachtig lichteffect.

Causse du Larzac.

Het decor verandert compleet. We lopen door een monotoom kalklandschap waar hier en daar een buxusstruikje tussen de rotsen groeit. Nabij Montdardier zijn enkele grote steengroeven. In een verlaten carrière,gaan we op zoek naar fossielen maar vinden uiteindelijk enkel mineralen.

Schelpen en allerlei zeemateriaal hebben zich ooit afgezet op de bodem van de zee. Door druk van bovenliggende lagen en de hoge temperatuur, is het materiaal compacter en harder geworden. Toen het Centraal Massief werd gevormd, werden deze lagen naar boven geduwd.

Een oude steengroeve.

De witrode bewegwijzering is in dit doolhof van stenen niet makkelijk te vinden. Normaal loopt het tracé over de heuvels richting Blandas maar de route blijkt gewijzigd te zijn. Waarschijnlijk door toedoen van de plaatselijke eigenaars want overal zien we opschriften als “Chasse réservé”. Het nieuwe traject volgt nu een kaarsrechte asfaltweg. De enige ‘hoogtepunten’ zijn een bescheiden cromlech of steencirkel en een mini-dolmen.

In Blandas is maar weinig te beleven; het laatste restaurant is gesloten en hotels hebben al lang de deuren dichtgedaan. De gastvrouw van de chambres d’hôtes L’Anglade geeft ons wat aardappelen, eieren en twee hamburgers om onze honger te stillen.

Randonneurs de luxe
Afstand: 20km
Stijgen: 327m, dalen: 350m

We lopen naar de rand van de Gorges de la Vis. Zowat 300 meter lager ligt het dorpje Navacelles aan een verlaten meander van de rivier. De GR7 volgt even de slingerbochten van de autoweg maar duikt daarna via een rotsig paadje die diepte in. Voor het oude natuurstenen brugje ontdekken een afdruk van een ammoniet.

Cirque de Navacelles.

Een balkonpad slingert zich langs de flanken van het kloofdal. We komen enkele vervallen huizen tegen die deels in de rotsen gebouwd zijn. Het pad leidt ons richting Cirque de San-Peylé met zijn steil beboste flanken, bijna loodrechte rotswanden en de lichtblauwe rivier in de diepte.

Gorges de la Vis.

’s Middags is het smullen van de fromage de brébis (schapenkaas) op een stuk stokbrood. Ondertussen stapelen de wolken zich op. Twee onweerszones schuiven uit beide kanten van de vallei naar ons toe. Juist op tijd klimt de GR7 naar het plateau.

Nabij Saint-Maurice-de-Navacelles, zien we dat Hotel Les Tuilières er niet meteen aantrekkelijk uitziet. We bellen de refuge van de CAF (Club Alpin Français) op in La Vacquerie.

In het gehuchtje les Besses wordt het asfalt ingeruild voor een pad over een rotsplateau vol schapenstrontjes en lage bomen. In deze weinig vruchtbare streek leeft men vooral van de extensieve veeteelt.

Terug op de dorre Causse du Larzac.

Een grijs wolkendek overschaduwt het plateau. Net voor we in La Vacquerie aankomen, worden we getrakteerd op een kort maar hevig plensbuitje.

De berghut ziet er vanbuiten goed onderhouden uit, binnen blijkt dit allesbehalve het geval te zijn. Vader legt aan onze medegasten uit waarom we hier niet willen blijven slapen: “Nous sommes des randonneurs de luxe”. We verhuizen naar de moderne chambres d’hôtes Relais des Faïsses die we langs de GR hadden zien liggen. De uitbater werkt in de week voor het Franse voedselagentschap in Montpellier en is in zijn vrije tijd bijenteler.

Geitenkaas
Afstand: 25km
Stijgen: 444m, dalen: 916m

Onze gastheer vertelt over zijn ‘buren’ die uit Vlaanderen komen en geiten kweken. Hoewel snel blijkt dat ‘buren’ in een zo’n uitgestrekt landschap een relatief begrip is, besluiten we dat we voor lekker geitenkaasje best wel een ommetje van een kilometer willen maken. In een druiligere regen gaan we op stap. Na enkele kilometers langs een verlaten autoweg, zijn we nog steeds geen boerderij tegengekomen. We geven de zoektocht op en keren terug naar het dorp waar we opnieuw naar de GR-tekens zoeken.

Uitzicht bij de Cirque du Bout du Monde.

Kort na la bergerie de Tédénat loopt het mis. Onbewust komen we op de GR653 terecht en duiken we het Fôret Domaniale de Notre-Dame-de-Parlagets binnen. In de loop van de namiddag komen we toch nog een boerderij voorbij die verse geitenkaas verkoopt. De vriendelijke boerin leidt ons naar het vertrekje waar de kaas wordt gemaakt en laat ons kiezen tussen een zestal soorten, van erg vers en smeuïg tot ouder en droger.

Het dorpje Soubès.

Bij de Cirque du Bout du Monde, komen we opnieuw in een groen landschap terecht. Het pad loopt onder loodrechte rotswanden. We wandelen door het charmante stadje Soubès en denken al aan de finish te zijn. Groot is onze verbazing als dat niet het geval blijkt te zijn. De wegwijzer naar Lodève duidt maar 7 km aan; we hebben geluk! Langs wijngaarden en akkers lopen we naar Fozières. We komen opnieuw op de GR7 terecht en zo raken we moe maar voldaan in ons eindpunt.

Conclusie

Eén van de mooiste trektochten die ik al heb ondernomen. Hoewel de hoogteverschillen beperkt blijven, is deze streek een écht wandelparadijs voor wie van rust, weidse panorama’s en charmante dorpen houdt.

Je vermijdt wel best een trekking in juli en augustus, niet enkel vanwege de (mogelijke) drukte in sommige plaatsjes maar door de hoge temperatuur is het gevaar van bosbranden reeël. Mei/juni en september daarentegen zijn ideaal. In het voorjaar bloeit de gele brem in volle getale, in de nazomer kleuren de heide en de bosbessenstruiken het landschap paarsrood.

Meer beelden in dit fotoalbum. Klik op ‘slideshow’ voor een diavoorstelling.

PRAKTISCHE INFO

BEREIKBAARHEID
Heenreis:

  • TGV van Lille Europe naar Nîmes
  • Rechtstreekse trein van Nîmes naar Saint-Laurent-les-Bains (alias La Bastide Puylaurent)

Terugreis:

  • Bus van Lodève naar Montpellier
  • TGV van Montpellier naar Lille Europe

OVERNACHTING

Vrij kamperen is niet toegelaten binnen het nationale park. In de zomermaanden is dit ook te risicovol door het gevaar van bosbranden.
Er zijn niet zoveel campings in de streek. Je kan de toelating vragen aan boeren om je tentje te zetten of het in alle stilte ergens met zorg voor de natuur doen.
Wij hebben overnacht in gîtes d’étape, chambres d’hôtes en kleine hotelletjes. Stuk voor stuk charmante overnachtingsplaatsen behalve twee. Ziehier ons lijstje:

  • La Bastide-Puylaurent: Grand Hôtel Les Pins
  • Les Alpiers (bij Le Bleymard): Gîte d’étape Pedibus Lozère
  • Finiels: Chambres d’hôtes Maison Victoire
  • Florac: Hôtel Les Gorges du Tarn-l’Adonis
  • Col de Jalcreste: Hôtel Pédestre (af te raden!)
  • Barre-des-Cévennes: Gîte d’étape bij Aire Naturelle de Camping (af te raden!)
  • Aire-de-Côte: Gîte d’étape (van het nationaal park)
  • Arphy: Chambres d’hôtes La Baumelle
  • Blandas: Chambres d’hôtes l’Anglade
  • La Vacquerie: Chambres d’hôtes Le Relais des Faïsses
  • Lodève: Hôtel La Croix Blanche

TOPOGIDSEN

  • Chemin du Stevenson, GR70
  • Du Pilat aux Cévennes, GR7-72
  • Traversée dus Haut-Languedoc, GR7-71

KAARTEN (niet noodzakelijk)

  • 2739 OT (1 :25.000) : “Mont Lozère – Florac”
  • 2740 OT (1 :25.000): “Corniche des Cévennes”
  • 2741 OT (1 :25.000): “Mont Aigoual – Le Vigan”

BEWEGWIJZERING
Roodwitte tekens van de GR7, de GR70 en ongewild de GR653. Zorg ervoor dat je bij splitsingen de juiste GR volgt!

INTERESSANTE GIDSEN EN LINKS
In Florac kochten we een Nederlandstalige toeristische gids van de Cevennen, om wat algemene info te verkrijgen.
Op de site van het Nationaal Park vind je ook nuttige info: http://www.pnc.fr/

BEVOORRADING
Enkel in de grotere dorpen: La Bastide-Puylaurent, Le Bleymard, Le Pont de Montvert, Florac, Barre-des-Cévennes, l’Espérou, Aulas, Le Vigan, Avèze, Saint-Maurice-de-Navacelles, Lodève

Eén reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s