8-daagse bivaktocht van Baeir naar Hesteyri langs de steile kusten en door het bergachtige binnenland
Hornstrandir is een schiereiland in het uiterste noordwesten van IJsland, op een boogscheut van de noordpoolcirkel. Het behoort tot het oudste gebied van IJsland, de Westfjorden. De laatste inwoners verlieten de streek in de jaren ’60 op zoek naar betere oorden. Het gebied werd natuurreservaat en wordt gekenmerkt door fjorden, steile kliffen, met stenen bezaaide hoogvlaktes en groene dalen.
Postboot
Afstand: 13km
Stijgen: 580m, dalen: 280m
De postboot vaart zomers om de twee dagen uit naar de boeren op enkele eilanden in de fjord Ísafjardardjúp en brengt hun melk terug naar het vaste land. De kapitein laadt de melktonnen op het bootje waarna we koers zetten richting Hornstrandir. De zon schijnt op de besneeuwde hoogvlaktes. Watervallen storten zich van de steile zuidkust naar beneden. Vooraleer we de kust bereiken, wordt de post afgezet op het piepkleine eilandje Aedey. Een groep sternen vliegt weg en enkele papagaaiduikers dobberen op het water.

De route over de Dynjandisskard start aan de Dalsá. We volgen eventjes een onverharde weg langs de rivier maar al snel ploeteren we steil bergop door kruipwilgen en jeneverbessenstruikjes. De uitgestrekte hoogvlakte is bedekt met basaltstenen in allerlei vormen en formaten. De rotsen breken in laagjes uiteen door de grote temperatuursverschillen.

Het zwarte korstmos knispert onder de voeten terwijl we van de ene naar de andere steen hoppen. Het doordringende gepiep van de tureluur schrikt ons op. De vogel blijft op een afstand. Hadden we nu maar een verrekijker bij.

Fluomos groeit langs en in de riviertjes die gevoed worden door smeltende sneeuwvelden. Volgens Ivo een zeldzame verschijning in het IJslandse binnenland maar in deze contreien overal zichtbaar waar het ook maar een beetje vochtig is.

Imposante steenmannetjes leiden ons over het plateau maar bij de afdaling is de route heel wat minder duidelijk. Met rotsblokken en oude sneeuwvelden is het puur bergwandelterrein. We bivakkeren in de Dynjandisdalur en genieten na met een heerlijk avondzonnetje. In de buurt staan allerlei paddestoelen en de gevlekte orchis.
Doorwaden
Afstand: 17km
Stijgen: 60m, dalen: 360m
Bruggen zijn er in IJsland nauwelijks te vinden, rivieren meer dan genoeg. Met onze sandalen en een afgeritste broek, doorwaden we het smeltwater van de Drangajökull. Na enkele minuten zijn onze tenen gevoelloos. De rivier heeft zich in drie armen vertakt. De vlakte van de monding lijkt net een steppe. Het zonlicht geeft het stugge gras een goudgele gloed.

We wandelen naar het einde van de Hrafnfjördur. Zeehonden liggen te zonnen op enkele grote rotsblokken in het water. Langs het keienstrand vinden we allerlei dood materiaal dat blijft liggen als het water zich opnieuw heeft teruggetrokken: zeewier, zee-egels, kwallen, …

Het landtongetje Skipeyri is verboden terrein voor wandelaars. Agressieve Arctische sternen jagen ons weg door met een hels geschreeuw laag over ons hoofd te scheren en te pikken. We verweren ons door met de wandelstokken te zwaaien en te roepen.

Bij de schuilhut is de rust teruggekeerd. De rotsen van de Hattarfjöll torenen boven ons uit. We zetten de tent op want enkel in noodsituaties mag je slapen in de hut. Terwijl we binnen aan het koken zijn, krijgen we bezoek van enkele IJslanders. Ze varen elke fjord in om in de riviermondingen te vissen naar zalmforel. Helaas was er hier geen te vinden.

Siësta
Afstand: 13km
Stijgen: 320m, dalen: 320m
We steken door naar de noordkust. Onderweg komen we voorbij Skorarvatn, een doodstil meer in een mistige bergwereld. Tot onze verbazing, dobberen er twee witten zwanen.

Een ijskoude noordenwind blaast landinwaarts bij de afdaling naar Furufjördur. Het witte veenpluis buigt mee.

Na een lunch in de noodhut volgen we verder de kust richting Bolungarvik. Drijfhout uit Siberië ligt op de stranden, en dient af en toe eens als brugje over een rivier. Enkele aalscholvers zitten rond te turen op een uitstekende rots.

De steile kliffen zorgen ervoor dat er weer een doorwading op het programma staat. Alleen, het wordt vloed en het water stijgt zienderogen. Niet goed wetend hoe diep het gaat worden, besluiten we geen risico te nemen en een uitgebreide siësta te nemen. In dit gure weer, stel je best je tent op. Een beetje slapen en een soepje koken, horen tot de bezigheidstherapie.

Enkele uren later blijkt het water niet veel gezakt maar gelukkig is de Noordelijke IJszee kalm. Ivo is het grootst dus hij mag eerst beginnen waden. Na één diepe stap, is de bodem alweer hoger.

Bij Bolungarvik, steken we de rivier over via een glibberige boomstam en zetten de tent op de oever. Na vier pakjes vriesdroog is onze honger eindelijk voldaan.
Poolvosje
Afstand: 14km
Stijgen: 780m, dalen: 780m
Een bruinharig poolvosje rent weg als we de klim inzetten naar de Skardsfjall. Het pad is steil en zompig, maar er is bewegwijzering via plastieken paaltjes, wellicht aangespoeld materiaal. De waterdruppels op het groene mos lijken net kristallen.

Na een pittige afdaling staan we in de volgende brede baai, Bardsvik. We lopen op de toppen van onze tenen door de rivier om de bergschoenen te kunnen aanhouden.

Vanaf nu gaat het weer door ongebaand terrein als we richting de col Prengsli klimmen. De kloof is gevuld met mist. Het geeft een mysterieuze aanblik. Hier is het even zoeken naar de juiste route. We moeten meteen linksweg over een blokkenveld klimmen en belanden zo op het plateau. Gelukkig staan er opnieuw steenmannetjes want door de dichte mist is het een waar doolhof. Dikke pakken sneeuw omringen een groot meer.

In de afdaling zijn we opnieuw op ons eigen intuïtie aangewezen. De zon breekt door het wolkendek. We kijken uit over de idyllische Lonafjördur.

Fris aan de vis
Afstand: 16km
Stijgen: 560m, dalen: 540m
De zon is opnieuw volop van de partij. Maar goed want er staan weer enkele doorwadingen op het programma. Tot groot jolijt van de zeehonden die geregeld hun kopje eens boven water steken. Tot drie maal toe gaan onze sandalen aan. Ivo’s waadsletsen zijn naar verluid zeer onpraktisch om op keienstranden te lopen.

Terwijl het water nu op zijn laagste punt staat, komt het toch nog tot aan onze heupen. We krijgen het benauwd maar kunnen de spullen in onze rugzak droog houden.

Het is al middag als we Midkjos bereiken, dan staat nog een lange bergetappe te wachten naar Látravik, aan de noordkust. We rusten uit in het zonnetje en knabbelen traag op een stevig stuk toerbrood gemaakt van verschillende soorten bloem, gedroogd fruit en noten.

Het gaat steil omhoog tussen twee watervallen richting Snókur. Op het uitgestrekte hoogplateau wordt het spiegelpeilkompas bovengehaald want de kaart toont te weinig detail en er is geen steenmannetje te bekennen. Gelukkig is het zicht perfect. We lopen rondom een groot sneeuwveld, kruipen over rotsblokken omhoog en bereiken zo de col.

Bij de afdaling ligt het puin allesbehalve stabiel. Voorzichtigheid is geboden. Ik maak een uitschuiver maar meer dan enkele schrammen en een pijnlijke pols houd ik er niet aan over. GSM-bereik heb je hier niet. Enkel in de noodhutten aan de kust kan je via de satelliettelefoon om hulp roepen.
Het lijkt uren te duren voor we de vuurtoren van Látravik bereiken. De vermoeidheid slaat toe. We worden allebei heel stilletjes. Het uitzicht vanop de Axarfjall op de loodrechte kliffen van de noordkust is indrukwekkend. Het geblaf blijkt van enkele poolvosjes te zijn.

Op de bivakweide bij de vuurtoren zetten we onze tent op naast die van twee Engelse gezinnen die hier met hun jonge kinderen op vakantie zijn. Een poolvosje komt nieuwsgierig kijken wat de pot schaft.
Duizelingwekkende kliffen
Afstand: 15km
Stijgen: 300m, dalen: 300m
Hornbjarg is één van de trekpleisters op Hornstrandir. Eind juni broeden op de enkele honderden meters hoge kliffen de papagaaiduikers, en dan komen vogelliefhebbers van heinde en verre om dit schouwspel te zien. Nu leren de jonge meeuwen vliegen en is er niemand in de buurt. Hun indrukwekkend gekrijs zorgt voor een kippenvelgevoel.

We volgen een duidelijk pad dat steeds hoger de kliffen opklimt. Eventjes vervaagt het en we blijven daardoor te laag. Via een blokkenveld dalen we af naar een meer waar we opnieuw de route oppikken. Via een twintigtal aarden treden klauteren we omhoog naar de rand van de klif. Het touw laten we voor wat het is, met een zware rugzak hier aanhangen, lijkt ons gekkenwerk. Opeens kijken we in een gapende diepte. Ik haal even diep adem en tracht mijn hoogtevrees te onderdrukken. Het gaat verder steil omhoog, rakelings langs de afgrond. Hopelijk is dit de juiste route…

Een nauw pad loopt langs de erg steile flank van de Hornbjarg. Onze wandelstokken blijven af en toe steken in de dichte begroeiing.

Op de Midfell loopt een pad dat naar het einde van de wereld lijkt te lopen. Al snel heb ik door dat we hier niet verder kunnen, dus keren we terug en zien dan dat de route met zigzaggende bewegingen aan de andere kant van de kam naar beneden gaat richting de Horn.

De zon breekt door het wolkendek en verlicht de komvormige baai van Hornvik. Na de doorwading van de Hafnaros, lopen we door de duinen naar Höfn. Het gaat moeizaam dus zoeken we het donkergrijze strand op. Opeens zien we een partytent staan. Ietwat verbouwereerd gaan we een kijkje nemen. Het is de informatiepost van de ranger en zijn twee kinderen. Morgen vertrekt hij opnieuw naar huis want half augustus is het seizoen voorbij. Ook hier is er een ‘bivakweide’. Twee driehoekige WC’s zijn de enige luxe.

Stormwind
Afstand: 13km
Stijgen: 400m, dalen: 400m
Het regent en een harde wind heerst. Volgens het weerbericht komt daar de komende dagen weinig verbetering in. We besluiten geen risico’s te nemen en de gebruikelijke route via de Atlaskard naar de baai Haelavik te volgen. Met de wind op kop duwen we ons een weg naar de col.

Bij de schuilhut van Búdir, ontmoeten we een Duitse filosoof, die met de verkeerde schoenen op stap is en noodgedwongen een dag moet ‘nadenken’ in zijn tent. Hij raadt ons aan wat verder te kamperen in de vallei van Kjaransvikurá en te baden in de rivier. We lachen en vragen ons af wie zo zot is om dat met zo’n rukwinden te doen? Wat later is het dan toch zover. We zorgen dat alles klaar ligt zodat, eenmaal onze kattenwasje voorbij is, we zo snel mogelijk in de tent warme kleren kunnen aantrekken.

IJslandse pannenkoeken
Afstand: 13km
Stijgen: 420m, dalen: 420m
Alweer de wind pal op kop bij de beklimming van de Kjaransvikurskard. Zelf met onze regenjas aan zweten we amper. De route loopt hoog boven de Hesteryarfjördur. Steenmannetjes tonen ons de weg naar Hesteyri, dat ooit een welvarend dorpje was. Getuige daarvan is de ruïne van een oude haringfabriek wat verder in de fjord. De enkele woningen en boerderijen die nog in het gehucht staan, zijn zomerhuisjes geworden.

We worden het oude doktershuis ingelokt voor koffie en IJslandse pannenkoeken. Zo speciaal blijken die uiteindelijk niet te zijn maar het is een leuk tijdverdrijf tot de boot naar Isafjördur vertrekt. Ondertussen komt ook de Duitser toe en geraken we ‘aan de klap’ met een Antwerpenaar. Een gesprek dat ons in één klap terug katapulteert van de prachtige IJslandse natuur naar de communautaire problemen van België…

Conclusie
De variërende landschappen maken deze tocht zondermeer de moeite waard. In de eerste helft van augustus zijn amper toeristen te bekennen. Er is zeker nog genoeg fauna en flora te bewonderen, enkel de papegaaiduikers zijn bijna zo goed als verdwenen.
Bergwandelervaring is wel aangewezen; het ongebaande terrein (blokkenvelden, oude sneeuw, steile hellingen, rivierdoorwadingen) vergen wat techniek. Door het grillige weer is goed materiaal echt nodig (windvaste tent, warme kledij). Kennis van kaart en kompas is voor de binnenlandse trajecten (over de hoogplateaus) een must.
Meer beelden in dit fotoalbum. Klik op ‘slideshow’ voor een diavoorstelling.
–
PRAKTISCHE INFO
OVERZICHT
Dag 1: Baeir > Dynjandisdalur via Dynjandisskard
Doorwaden: niet nodig
Dag 2: Dynjandisdalur > Hrafnfjördur via Leirufjördur
Doorwaden: Jökula & Landá (kniediep & ijskoud). Op de kaart staat ook aangeduid dat het mogelijk is om door de Leirufjördur te waden maar het is een serieus eind en niet zonder risico.
Dag 3: Hrafnfjördur > Bolungarvik via Skorarheidi & Furufjördur
Doorwaden: Furufjördur (enkel bij laagtij, tot boven de knieën); Bolungarvikurós (tenzij er boomstam ligt)
Dag 4: Bolungarvik > Lónafjördur via Skardsfjall, Bardsvík & Prengsli
Doorwaden: Bardsvíkuros (mogelijk op toppen van tenen); rivier bij afdalen naar Lónafjördur (onder de knieën)
Dag 5: Lónafjördur > Látravik via Midkjós & Snókur
Doorwaden: Sópandi & Midkjós (wachten tot ‘hoogtepunt’ laagtij, tot middel bij lengte 1m73)
Andere opmerking: Hoge route over Snókur is niet bewegwijzerd via steenmannetjes, kennis van kompas absoluut noodzakelijk en bij slecht weer GPS nodig
Dag 6: Látravik > Höfn via Hornbjarg
Doorwaden: Hafnarós (plaats afhankelijk van tij)
Andere opmerking: route over Hornbjarg niet voor mensen met hoogtevrees, zonder zware rugzak ook technisch eenvoudiger
Dag 7: Höfn > Kjaransvik via Atlaskard & Búdir
Doorwaden: Horná (tenzij er boomstam ligt); Kjaransvikurá (tenzij via strand)
Dag 8: Kjaransvik > Hesteyri via Kjaranvíkurskard en hoge route
Doorwaden: niet nodig tenzij je de lage route neemt (enkel bij laagtij)
BEREIKBAARHEID
Reis naar Isafjördur:
- Trein Antwerpen-Centraal naar Schiphol, 1u50 sporen (via Go Pass/Rail pass naar Essen, en daarna gewoon treinticket van Essen naar Schiphol heen en terug: €30,2 voor –26j en 46,6 voor +26j, beide te koop in het station).
- Internationale vlucht Schiphol – Keflavik met Iceland Air, 3 uur vliegen (rechtstreeks boeken via Internet: €480 pp. heen en terug inclusief annulatieverzekering).
Alternatief: Iceland Express is een lowbudget maatschappij die vliegt vanuit Eindhoven. Vluchturen zijn wel minder praktisch en luchthaven van Eindhoven is moeilijker met het openbaar vervoer bereikbaar. - Flybus Keflavik naar busterminal van Reykjavik, 45 minuten (standaardticket kopen in balie bij uitgang: 1.500 ISK per persoon per enkele rit)
- 10 minuten te voet naar binnenlandse luchthaven
- Binnenlandse vlucht naar Isafjördur via Air Iceland (Flugfélag Íslands), 55 minuten vliegen (boeken via Internet bij maatschappij, veel goedkoper dan ter plaatse kopen: 4.000 ISK per persoon per vlucht)
- Indien voldoende tijd, ga te voet naar het stadje (2km), anders taxibusje (500 ISK per persoon enkele rit).
Reis naar Honstrandir:
Hornstrandir is enkel bereikbaar per boot. Wie een auto ter beschikking heeft kan eventueel rijden over een onverharde weg naar Baeir.
West Tours beheert de boekingen. Je mailt best rechtstreeks, het aanbod op de site is niet volledig.
Prijzen op de populaire routes zijn goedkoper dan andere vaarten. Laat je informeren. Naar Baeir betaal je 8.000 ISK per persoon per vaart (wellicht is het heel wat goedkoper om naar Grunnavik te varen, door een fout tijdens het boeken hebben wij maar 5.000 ISK betaald), naar Hesteyri 4.000 ISK. Prijs overeen te komen met West-Tours en vooraf te betalen met VISA. Ter plaatse kan ook geboekt worden, in het hoogseizoen (eind juni, begin juli) moet je wellicht rekening houden met volgeboekte boten.
Ter plaatse kan beslist worden om vroeger de boot te nemen, maar dan moet je zeker weten dat er een boot komt zodat je niet nodeloos zit te wachten. Later is ook mogelijk maar zorg ervoor dat West Tours op de hoogte worden gebracht en geen zoekactie starten.
Iedereen komt namelijk in een logboek terecht zodat men weet of men veilig terug in Isafjördur is geraakt.
SEIZOEN
Het is het drukst op Hornstrandir als de papagaaiduikers broeden aan de noordkust. Vooral de Hornbjarg is dan erg populair. Tweede helft van juni en begin juli trekken dan zowel wandelaars als vogelliefhebbers aan. In augustus kom je slechts een handvol mensen tegen. Op weinig belopen wandelroutes niemand. Half augustus vaart de laatste boot al uit (vaste dienstregeling), je kan uiteraard wel nog een speciale boot laten inleggen maar dat zal wel wat kosten.
DOORWADEN & GETIJDEN
Het doorwaden bleek niet al te technisch te zijn. Het komt er op aan rustig te blijven en via je stokken en het zicht (water is helder) de beste (minst diepe) route uit te kiezen.
Het is absoluut noodzakelijk om een getijdentabel mee op zak te hebben omdat de doorwaadbare routes (aangeduid op kaart via rode stippen) slechts toegankelijk zijn bij laagtij. De uren kunnen sterk variëren van dag tot dag.
Een overzicht vind je vanaf het voorjaar op de website van West Tours of kan je via email verkrijgen bij het toeristisch bureau van Isafjördur.
KAART
Er is een wandelkaart van Sérkort (1:100.000): Hornstrandir (hiking map). Het geeft het relief weer en de verschillende routes (bewegwijzerd en niet bewegwijzerd).
BEWEGWIJZERING
Enkel op sommige hoogplateaus (steenmannetjes) en delen van de relatief populaire route langs de noordkust (plastieken paaltjes). Klimmen en dalen gebeuren vaak op eigen intuïtie. De kaart is niet gedetailleerd genoeg (1:100.000) om meer dan een algemene richting aan te geven, een kompas is noodzakelijk. Hou rekening met 18° westelijke declinatie (toestand 2008). Deze vermindert a rato van 0,3° per jaar.
Goed kijken naar een veilige route is de boodschap, niet alle sneeuwvelden zijn stabiel. Sommige routes (door het binnenland) zijn bij mistig weer niet aan te raden vb. tocht van Standahlid naar Látravik, tenzij je over een GPS beschikt (coördinaten af te lezen op de kaart).
OVERNACHTING
Er zijn bijna zo goed als geen overnachtingsplaatsen op Hornstrandir (uitgezonderd een gasthuis in Bolungarvik en Hesteyri). Op sommige (populaire) plaatsen zijn bivakweides voorzien. De enige luxe die je hier vind, zijn toiletten.
De oranje noodhutten (aangeduid op de stafkaart via en rood huisje) aan de kust werden gebouwd voor drenkelingen en mogen enkel als overnachtingsplaats dienen in een noodsituatie (slecht weer, gebrek aan goed materiaal). Ook de spullen die je in deze hutten vind, mag je niet gebruiken als het niet echt nodig is.
Hier en daar staan ook zomerhuisjes, deze zijn in privé-eigendom van de nazaten van de vroegere bewoners. Ook al lijken ze verlaten, het is niet toegelaten om ze te betreden.
NOODSITUATIES
Met een GSM ben je hier niets want je hebt geen bereik. In de noodhutten (aangeduid op de stafkaart via en rood huisje) vind je een satelliettelefoon waarmee je hulp kan roepen.
BEVOORRADING
Op Hornstrandir is er geen mogelijkheid tot bevoorrading. Je kunt wel met West Tours afspreken om een voedselpakket te laten afzetten (prijs onbekend).
In Isafjördur is er een supermarkt maar aanbod van buitensportvoeding is vrij beperkt en zeer duur. Wij hadden al onze voeding mee uit België. Geen problemen gehad met de douane.
Op het vliegtuig mag geen brandstof mee, ook niet op de binnenlandse vluchten. Benzine (800 ISK voor 1 liter Coleman fuel) en Primusgas (prijs onbekend) kunnen gekocht worden in de buitensportwinkel in de haven, op loopafstand van toerismebureau. Campingaz is soms ook verkrijgbaar maar je rekent er best niet te veel op.
MATERIAAL
Koud en winderig is het hier bijna altijd dus zorg ervoor dat je je voldoende warm kan kleden. Je loopt vaak met een lange broek en een windstopper aan.
Een stevige tent (vb. 4-seizoenen) is aangewezen want de wind kan hard tekeergaan.
Een paar wandelstokken kan je zowel in als uit het water goed gebruiken. Sandalen of waadsletsen zijn ook nodig. Een afritsbare broek zorgt ervoor dat je niet al te veel moet uitspelen als je moet doorwaden.
Er wordt vaak aangeraden een muggennetje mee te nemen. Zelf hebben we helemaal geen last gehad van insecten maar het kan wel voorvallen. Je neemt dus best het zekere voor het onzekere.
WANDELINFORMATIE
Abenteuer Trekking Island, Erik Van de Perre, uitg. Bruckmann Verlag. 20 trektochten te voet en met fiets/MTB. Niet meer verkrijgbaar. Plaats een berichtje op een hikingforum; misschien kan je nog een exemplaar van iemand inkijken. Restexemplaren zijn ook nog bij de auteur beschikbaar: vdperre@aol.com
Artikel over Hornstrandir in Op Pad 5/2008. De praktische informatie is ook voor niet-leden beschikbaar.
ISAFJÖRDUR
Op de Website van Isafjördur vind je alle informatie die je nodig hebt. Het toeristisch informatiebureau is zeer hulpvaardig. Je vind er trouwens ook een computer waar je max. 10 minuten gratis met surfen. Ook West Tours vind je hier. Die verkopen georganiseerde boottrips en verhuren ook mountainbikes.
Je kunt kamperen op het terrein van Hotel Edda voor 1200 ISK per tent (inclusief warme douche). Overnachtingsplaatsen in hotels en gasthuizen zijn heel wat duurder.
In het dorp enkele kleine musea. Een bezoek aan het zwembad is steeds de moeite met zijn hot pools (ongeveer 400 ISK p.p.).
Er zijn verschillende restaurantjes maar we kunnen je alvast één aanraden. Het visrestaurant Tjoruhusid in één van oudste traditionele gebouwen van het dorp. Om 20u begint het eetfestijn. Het is een buffet à volonté met soep, hoofdschotel en een koffie. Het is de prijs van 4000 ISK per persoon waard.
In de bakkerij Gamla bakariid in het centrum kan je lekker IJslands gebak kopen.
Hallo Debbie,
Ziet er heel gaaf uit! Wij zijn van plan om ook 4 á 5 dagen een trektocht te maken op Hornstrandir, heb je nog leuke tips?
Groeten Maarten
Hey Maarten, dat hangt wat van je ervaring af. Als je maar 4-5 dagen hebt, zou ik het bij het uiterste noordwestelijke stukje houden van Hornstandir. Daar varen ook meer boten naartoe. De doorsteek naar Lonafjördur vonden we wel zelf heel hard de moeite. Daar komt bijna geen volk, maar het is wel ongebaand terrein.
Hoi Debbie,
Wij zijn van plan om dit jaar naar IJsland te gaan. Ik ben van de week begonnen om onze route vast te leggen. Is nog best lastig aangezien er zoveel mooist te beleven is. Zie wel dat jullie veel wandelen. Wij willen onze route vooral met de auto afleggen en uiteraard ook uitstappen en dan ter voet plekken bekijken. (Aangezien je ook niet overal met de auto kunt komen).
Vanuit de Dynjandi waterval, willen wij richting Thingeyri om daar op een IJslandse paard te rijden en vanuit daar ben ik nu bij Hornstrandir aangekomen. Welke ik vanuit Thingeyri wil bezoeken. Ik kwam er achter dat dit met de auto niet mogelijk is omdat hier geen weg heen loopt. Nu zag ik dat jij het met een boot hebt gedaan. Heb je voor mij tips hoe ik op Hornstrandir kan komen? Waar ik bijvoorbeeld op een boot kan stappen.
Ik moet wel eerlijk bekennen dat wij geen ervaren wandelaars zijn.
Heb je verder nog leuke tips wat wij zeker niet mogen missen? De planning is om juli of augustus te gaan. En wij willen het hele eiland rond. Inclusief de Sprengisandurroute.
Ik hoor graag van je 🙂
Groetjes van Simon en Sandra
Hornstrandir is vooral interessant voor wandelaars, maar er bestaan ook boottochten. Je checkt best de website van West Tours: http://www.westtours.is/. (ik heb gemerkt dat er een fout in de link zat bij mijn praktische info, maar is nu dus verbeterd)
Juli lijkt me de beste maand want toen wij er waren, vaarde de laatste boot midden augustus. Veel plezier!
Ik raad je aan om naar de Fiets- en Wandelbeurs te gaan in Antwerpen eind februari want daar zal Erik Hendrix een lezing geven en als informant zitten, hij is een echte IJslandkenner en wandelaar.
Dag Debbekes!
Wat een ontzettend leuk verslag..
Zouden wij misschien via de email contact kunnen krijgen..? Ik ben bezig met het uitzetten van een tocht, maar het is voor het eerst dat ik een meerdaagse tocht wil gaan lopen. Wel heb ik veel ervaring met wandelvakanties in de Alpen.
groetjes
Dennis
Hallo Debbie,
Wat een leuk verslag. Heel handig ook.
Eind august ga ik naar hetzelfde gebied. De route heeft overeenkomsten met welke jij gelopen hebt.
Ik zit zelf nog te stoeien met mijn gps. Welke GPS grid en datum heb je gebruikt daar?
Vanuit kaarten e.d. kwam ik uit op WGS84 HDDD mm.mmm’. Echter komen de coördinaten welke ik invul niet overeen met de locatie.
Groeten Tom
Hey Tom, ik vind mijn kaart van Hornstrandir voor de één of andere reden niet terug dus kan het niet checken. Op de kaarten staat normaal aangeduid welke grid en datum je moet gebruiken. UTM en WGS84 zijn tegenwoordig de meest gebruikte, maar soms kan het al eens afwijken omdat een land een eigen kaartdatum heeft of een andere indeling gebruikt.