6-daagse bivaktocht van Gerolstein naar Trier
Een onverwacht weekje verlof kunnen we niet zomaar laten liggen. Onze Duitse herder is intussen 1 jaar en 2 maand oud en dus volgroeid genoeg voor een eerste langere trip. Aan energie ontbreekt het hem zeker niet. De Eifel is het ideale gebied. Dichtbij, eenvoudig terrein maar toch gevarieerd genoeg voor een mid-novembertocht.
Blijven doorgaan
Afstand: 23km
Het mistgordijn wordt langzaamaan opgetrokken als we in Gerolstein de wandelschoenen aantrekken. Het is zondagochtend en de winkelstraten liggen er verlaten bij. Wollie beseft amper dat we hem een hondenrugzak hebben aangegespt, het kan niet snel genoeg vooruit gaan. We verlaten het centrum door een oude stadspoort en lopen wat later door een rijzig beukenbos. De zon breekt door het herfstige bladerdak.

De Eifelsteig loopt overwegend over kronkelende boslanen. Bij Dietzenley kunnen we op de houten uitzichtstoren genieten van een breed panorama over de Vulkaneifel.

De regio dankt zijn naam aan de vulkanische activiteit vanaf het tertiair. De laatste uitbarstingen dateren van ongeveer 10.000 jaar geleden. Ook vandaag kunnen nog duidelijke sporen gezien worden onder de vorm van kraters, natuurlijke gassen, lavaformaties en maaren. De vulkanen in de Eifel zijn gevormd boven een ‘hotspot’ die nog actief is: het oppervlak stijgt elk jaar nog met 1 à 2 mm.

De steig doorkruist uitgestrekte wouden. Pas in Neroth opent het landschap zich opnieuw. De avondzon werpt een prachtig licht over de omgeving. We steken de Kleine Kyll over en kruipen omhoog op de steile Nerother Kopf. De stemming wordt gedrukt als we een ‘Denkmal’ tegenkomen van twee kinderen die 10 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog omkwamen door een bomexplosie: “Der Krieg hat eine sehr langen Arm. Noch lange nachdem er vorbei ist, holt er sich seine Opfer”.

Bovenaan de Nerother Kopf ligt de imposante ingang van de Mühlsteinhöhle, een grot in deze oude vulkaankegel waaruit vroeger molenstenen werden uitgehouwen, vandaar de naam. Vlakbij ligt een burchtruïne uit de 14de eeuw.
Orkaan Xynthia heeft lelijk huisgehouden en tal van bomen zijn aan de oostzijde van de heuvelflank ontworteld. Via brugjes worden we over de stammen geleid.

Een kudde schapen komt aangelopen. Wollie kijkt verbouwereerd toe. We trekken verder over de Birkenberg. Geen bivakplek met voldoende water te vinden dus lopen we verder naar de Neunkirchener Mühle. We laten de flessen bijvullen in een troosteloos café en in het pikkedonker gaat het terug omhoog richting Daun. Op de heuveltop spannen we het zeil op met zicht op de lichtjes van de stad.
Dauner maren
Afstand: 21km
Een laag rijm is neergedaald over de omgeving. Het knispert onder de bottines. Een lichte nevel hangt over Daun op deze killige ochtend.

Na het drukke dorp doorkruist te hebben, ligt Gemundener Maar al snel aan onze voeten. We klimmen naar de Dronketurm, genaamd naar Adolf Dronke die de Eifelverein op het eind van de 19de eeuw stichtte. Dankzij hem werd een heel netwerk aan wandelpaden door de Eifel uitgebouwd.

We steken door naar het Weinfelder Maar, ook wel het Totenmaar genoemd. Enkel het kerkje en de begraafplaats blijven over van het dorp Weinfeld dat in 1512 na een pestepidemie verlaten werd. We pauzeren op de oever van het meer en laten Wollie wat zwemmen en spelen. De zon begint ons eindelijk wat op te warmen.

Maren ontstaan als water in contact komt met heet magma en gas wordt gevormd. De druk neemt dermate toe dat een explosie plaatsvindt die de vulkaankrater doet instorten. De overblijvende kuil wordt een maar genoemd. Omdat de bodem van het ontstane maar bestaat uit ondoordringbaar stollingsgesteente, blijft het water erin staan. Een maar is echter niet altijd gevuld met water. Slechts in 8 van de 80 maren in de Eifel is er een meer gevormd, de andere zijn moerassig of hebben een verzande bodem.

Het gaat terug in dalende lijn naar Schalkenmehren aan het gelijknamige maar. Een apfelstrüdel en koffie op een rustig terrasje gaan vlotjes binnen. Enkele oude vakwerkhuizen zijn te bewonderen in het dorp.

Afwisselend door weiden en bossen lopen we verder naar het Lieserdal. De bladeren kleuren roest, het is laatherfst. Een smal pad leidt ons naar de rivier. De avondzon werpt steeds langere schaduwen over het dal. Het wordt weer frisser. We spreiden ons matje in een open schuilhut. De koude vochtige lucht accumuleert in de vallei. ’t Is net slapen in een diepvriezer. Ook onze ‘4-season-mix’ gasbidon wil niet echt meewerken.
Door de vallei van de Lieser
Afstand: 21,5km
De Lieser wordt zo goed als de hele dag onze leidraad, al blijven we op zekere hoogte wandelen. Af en toe krijgen we doorkijkjes over de dichtbeboste vallei. Er zijn diverse schuilhutten. De vallei is best bekend onder wandelaars maar op een weekdag in november compleet verlaten.

Het smalle pad slingert langsheen de steile flanken. Geregeld moeten we Wollie aanmanen het wat rustiger aan te doen, want op de derde wandeldag trekt hij nog altijd even enthousiast aan de lijn.

De imposante burchtruïne van Manderscheid kijkt uit over de diepe Lieservallei. We zoeken de andere heuvelflank op en komen terug in de velden. Nabij Karl keren we de Lieser voorgoed de rug toe. Wollie begint wat moe te worden en legt zich te slapen in onze namiddagpauze.

Het is heerlijk wandelen over het weidse hoogplateau rond GroBlittigen. Er is amper wind en de avondzon biedt een aangename warmte. We trekken verder naar het Himmerod Kloster.

De geschiedenis van het cisterziënserklooster gaat terug tot de 12de eeuw, toen Bernardus van Clairvaux zijn monniken uitzond over Europa om overal nieuwe kloosters te stichten. Hier in een stil dal rond het riviertje de Salm vonden ze een uitstekende locatie. Eind 18de eeuw werd in de nasleep van de Franse Revolutie zoals elders de kloostergemeenschap opgeheven. De barokke abdijgebouwen vervielen al snel in ruïne. Het huidige gebouwencomplex is relatief recent, pas in de jaren ’20 van vorige eeuw ontwikkelde zich opnieuw een cisterziënsergemeenschap in Himmerod. De abdijgemeenschap telt nog 13 monniken. (Bron: www.trekkings.be).

We bivakkeren in de vallei van de Salm en trachten het zeil zo op te hangen dat Wollie niet in staat is om ’s nachts aan de lijntjes te sabbelen. Deze late herfstnachten zijn iets te lang…
50ste breedtegraad
Afstand: 24km
Terug een heldere maar kille ochtend. Het heeft opnieuw gevroren. We wandelen verder langs de Salm over een gevarieerd wandelparcours. Smallere en brede paden wisselen elkaar af.

Nabij Burg worden we er ons op attent gemaakt dat we de “50. Breitengrad überqueren”. Tja, we zijn niet echt onder de indruk. Vooral niet omdat er tarmac onder de voeten ligt. We steken de nog minder beminnelijke E42 onderdoor.

Pas nabij Bruch wordt het landschap opnieuw gevarieerder. We hebben een schitterend zicht op de vallei van de Salm met zijn beboste flanken en herfstige kleuren opgelicht in de avondzon. Een fotogenieke tipi staat temidden een weide.

Via wegels doorkruisen we het stille Bruch. Door de vallei van de Gladbach trekken we omhoog naar het gelijknamige dorp. We laten de Eifelsteig rechts liggen en volgen de rivier verder stroomopwaarts. De Quelle (bron) is helaas omheind en de schuilhut nergens te bekennen.
Directissimo
Afstand: 23km
Het wordt een donkere grijze dag en ook landschappelijk is de Eifelsteig hier minder interessant. Na lange tijd wandelen door het Wiesenwald komen we temidden de akkers rond Zemmer. Oude fruitbomen hangen vol met maretak. Er wordt een ietwat omslachtige bocht gemaakt om het dorpscentrum te omzeilen maar gedwee volgen we de wegwijzers.

Het gezeul aan de lijn is een stuk minder, tenminste tot Wollie’s neus opeens een wildspoor ontdekt. Wandelen met een energieke Duitse herder is helaas niet altijd even ontspannend.

Tussen Mühlenflürchen en Kordel heeft het Eifeltourismus een tijdje geprocedeerd met een lokale grondeigenaar. Hoewel er al een wandelweg over de Brandenberg loopt, weigerde de persoon in kwestie de toegang voor een nieuwe route. Hij trok uiteindelijk aan het langste eind waardoor de steig nu officieel door het dal van de Kyll loopt. Over een geasfalteerde fietsweg wandelen zien we niet echt zitten dus klimmen we ‘in directissimo’ om de Jozef Schrammeweg op te pikken. Daar hoeven we enkel de zwarte driehoeken te volgen richting Kordel.

We kijken vanop een hoogte uit over het drukke centrum. Na wat dalen lopen we onderlangs prachtige rode zandsteenrotsen. We lopen langs de heuvelflank verder richting de ruïne van Burg Ramstein. In het dal van de Butzerbach vinden we een pracht van een bivakplaats onder een overhangende rots.

Op naar de Porta Nigra
Afstand: 14,5km
We lopen verder door het mooie Butzerbach met trapjes en zelfs een hangbrug. Wollie heeft even tijd nodig om eraan te wennen. We verlaten het valleitje en komen voorbij een oude Romeinse kopermijn.

Diverse zandstenen rotsformaties liggen temidden de loofbossen. We komen eerst voorbij de Klausenhöhle of kluizenaarshol. Deze holen werden tot ten laatste eind 18de eeuw gebruikt als kluizenaarswoning. Met hout werden de toegangen afgedekt. Wat later komt de nog imposantere Genovahöhle. De grote open grot torent hoog boven ons uit.

De naam Genovevahöhle is er pas gekomen in de 19de eeuw, toen de link werd gelegd met de legende van Genoveva van Brabant. Die trouwde in de 8ste eeuw Siegfried, paltzgraaf. Toen Siegfried voor langere tijd van huis was pleegde ze ontrouw met hofmeester Golo. Genoveva werd daarop verbannen en zocht hier tesamen met haar kind een intrek in de grot. Ze leefde er vele jaren tot Siegfried haar weer kwam ophalen. (Bron: www.trekkings.be).

Trier komt stilaan dichterbij. De drukke E44 doorkruist het rustige Pfalzelerwald. Lange tijd lopen we over de hobbelige kam van de Fichenberg met zicht op de grootstad. Een grijze sluier hangt over het landschap. Met de eindmeet in zicht lopen we nog verkeerd en vinden pas na enkele omzwervingen de wegwijzers naar de Kaiser Wilhelmbrücke over de Moezel.

Op weg naar het station komen we voorbij de Porta Nigra, deze Romeinse ‘arc de triomphe’ is bijna 2000 jaar oud. Door verwering en roetafzetting werden de zandsteenblokken, oorspronkelijk licht van kleur, in de loop der eeuwen zwart. Na een week stappen langs de verlaten Eifelsteig is het terug wennen aan de drukte en het lawaai van een grootstad. En Wollie? Die zal het met weer met wat minder aandacht moeten doen.
Conclusie
Een leuke tocht voor beginnende trekkers of voor hikers die ook genieten van eenvoudiger terrein. Echt avontuurlijk is de Eifelsteig niet, je kan het vergelijken met de Belgische Ardennen maar dan nog wat uitgestrekter. De landschappen zijn gevarieerd, af en toe heb je mooie uitzichtspunten. Hoogtepunten waren voor ons de maren nabij Daun en de rode zandstenen rotsformaties tussen Kordel en Trier. Ook de Lieservallei is heel leuk wandelen, al zal het in het zomerseizoen vermoedelijk wel drukker zijn.
Meer beelden in dit fotoalbum.
–
PRAKTISCHE INFO
BEREIKBAARHEID
Gerolstein en Trein zijn met de trein bereikbaar vanuit België. Je neemt de Thalys of ICE van Brussel naar Keulen en stapt daar over op de trein naar Gerolstein. Wie op tijd boekt, kan goedkoop reizen maar hoe langer je wacht, hoe hoger de tarieven. Het is me niet duidelijk of je op de Thalys of ICE mag met een (grote) hond.
De snelste manier is de auto nemen en parkeren nabij het station van Gerolstein en in Trier de rechtstreekse trein terugnemen: €10,4 p.p., €6,3 voor de hond (kindertarief).
Wie kortere tochten wil maken, kan gebruik maken van het openbaar vervoer om terug bij zijn beginpunt te geraken. Het is toch wat puzzelen. Op http://www.eifelsteig.de/nl/eifelsteig/service/oepnv-verbindungen/openbaar-vervoer-1/ vind je per etappe de mogelijkheden maar daarmee weet je niet zoveel als je na meerdere etappes wilt terugkeren naar je beginpunt. Handiger is dat je websites van het openbaar vervoer raadpleegt. Voor het stuk tussen Gerolstein en Trier ga je best te rade op http://www.vrt-info.de/index.php. Wie nog noordelijker wil aanvangen: http://www.avv.de/. Op beide websites vind je wel overzichtskaartjes. Niet alle bussen rijden in het weekend of buiten het toeristisch seizoen.
In weekends en op feestdagen rijdt bus 385 van het station van Eupen naar Monschau (Parkhaus, net buiten het centrum, in het noorden van het dorp. Busuren vind je op de website van Infotec: http://www.infotec.be. Er is een aansluiting voorzien met de trein naar Brussel-Oostende. Dit kan interessant zijn voor wie met een hond toch met het openbaar vervoer wil reizen.
KLIMAAT
Het klimaat is in de Eifel vergelijkbaar met dat van de Belgische Ardennen. Je kan er het hele jaar door op stap. De streek ligt tussen pakweg 300 en 600m hoog dus de sneeuw blijft er in de winter zeker wel een tijdje liggen als het koud blijft.
In de wintermaanden wordt de koude lucht vaak ingesloten in de valleien waardoor je beter hoger bivakkeert.
KAARTEN
We maken gebruik van de topografische kaart van de Eifelsteig ‘Von Aachen bis Trier’ (1:50.000) omdat mijn voorkeur eerder uitgaat naar kaarten. Er bestaan diverse wandelgidsen: http://www.trekkings.be/eifelsteigwandelinfo.html.
BEWEGWIJZERING EN AARD VAN PADEN
De route is quasi perfect bewegwijzerd en je zal dus weinig op je kaart moeten zitten kijken.

OVERNACHTING
Bivakkeren is officieel niet toegestaan maar is perfect mogelijk. Je kan ook ook binnen slapen. Er zijn jeugdherbergen in Monschau, Gemünd, Blankenheim, Gerolstein, Daun, Manderscheid en Trier. Daarnaast vind je tal van pensions en ‘zimmer frei’ in de streek. Meer info op de website van de Eifelsteig: http://www.eifelsteig.de/nl/gastgevers/. Een andere mogelijkheid is de site van de grotere gemeentes gebruiken voor het zoeken van overnachtingsplaatsen. Meer overnachtingsplaatsen vind je ook op de website van Eifel Tourismus: http://www.eifel.info/.
BEVOORRADING
Er zijn diverse bevoorradingsmogelijkheden. In de grotere dorpen vind je altijd wel een bakkerij, beenhouwerij en kleine supermarkt.
LINKS
- http://www.eifelsteig.de: Officiële website van de Eifelsteig die je ook in het Nederlands kan lezen.
- http://www.trekkings.be/eifelsteig.html: Uitstekende verslag met veel achtergrondinfo van Luc Selleslagh die de volledige Eifelsteig afwandelde.
Mooi verslag en prachtige foto’s!
Leuk om te lezen! We wilden waarschijnlijk een keer dit jaar het Lieserpfad (tussen Daun en Wittlich) lopen, en dit geeft een goede indruk van wat we kunnen verwachten! 🙂