Winterse ontdekking van de Condroz

Tweedaagse bivaktocht van Godinne naar Maillen en terug

De Condroz wordt geregeld eens voorbijgesneld op weg naar de echte Ardennen. De streek tussen Namen en Dinant is een lappendeken van loofbos en weiden, rotsen, dorpen en gehuchten, kastelen en (verlaten) steengroeves. Kerkwegels, smalle paden en onverharde boswegen leiden ons door een veelzijdig landschap waar de beschaving nooit veraf is maar de rust primeert.

Pays des trous et des chantoires
Afstand: 20km

Rond half tien rijdt de trein van Namen het station van Godinne binnen. Omwille van de jacht wordt de route omgekeerd, in de herfst moet je al eens flexibel zijn. We lopen langs het pad nabij de Maas naar het gehuchtje Rouillon dat bekend staat omwille van Château de Annevoie met zijn tuinen uit de 18de eeuw.

Point de vue des Sept Meuses

We testen de conditie op een steile klim door via de bergkam omhoog te kruipen. Na een week van heel slecht weer, schijnt vandaag de zon. Op het Point de vue des Sept Meuses kijken we uit over het breed ingesneden rivierdal.

Afdalen naar Burnot en de Maas

Via Les Batris en een ‘ancienne carrière’ gaat het naar het Institut du Sacré Coeur. We steken over de Pont Burnot en pikken wat meer oostwaarts een bijzonder pittig paadje op dat ons in het Bois de Profondeville brengt. Niet veel verder dalen we af naar Burnot en steken we de Maas terug over, die hier serieus buiten haar oevers is getreden.

De Maas die buiten haar oevers is getreden

In Lustin wachten we de laatste deelnemer op die ’s morgens zijn trein had gemist, gelukkig liggen de stations hier op een boogscheut van elkaar. Het is even zoeken waar we het Bois de Nismes in kunnen want er is nogal wat privé-terrein. Hors sentier gaat het naar een vaag pad op de zuidflank. We lopen richting de Ferme du Trou d’Haquin, genaamd naar de plaats waar een riviertje in de poreuze kalksteengrond verdwijnt. Een prachtige plek voor de lunch. De ingang van de grot staat quasi helemaal onder water. Er zijn in de buurt heel wat bronnen en ‘chantoires’ waar water terug in de bodem duikt. De talloze grotten worden door speologen bezocht, enkele worden in de winter afgesloten om de vleermuizen te beschermen.

Trou d’Haquin

We lopen langs de rand van weides verder naar het dorpje Lustin. Via een smal paadje steken we door naar Chapelle St Donat en dalen af in de vallei van de Tailfer. De getten komen op het modderige parcours goed van pas, het lijkt nog altijd herfst. Oude fruitbomen hangen vol maretak.

Vallei van de Tailfer

Tussen het Bois d’Arche en Bois de Sèche Fosse maken we de doorsteek naar de weiden rond Taille d’Harscomp. We trekken verder door bos naar Maillen en zien de kerk al snel liggen. De Chaveehut is kortbij. We zijn de enige bivakkers vanavond maar de berghut is wel bemand. Na wat kokerellen op het terras, kruipen we de behagelijke warmte in voor enkele stevige biertjes.

Een gezellig avond met nogal wat bier

El diablo
Afstand: 20km

Een laagje sneeuw is op het bivakveld neergedaald. Het wordt dan toch nog een echte winterbivak. We doorkruisen het nog slapende Maillen. Het golvende open landschap ontdoet zich snel van de mist. Over een karrespoor lopen we tussen de weidse velden naar de Grande Cense de Jassogne.

Op weg naar Grande Cense de Jassogne

Wat volgt, zullen we niet zo gauw vergeten. We kruipen de prikkeldraad van een wei over en dalen langzaamaan af over een bosweg. Her en der zijn omgevallen bomen. Net als we bijna de weg af zijn en de kerktoren van Crupet in zicht is, komt een boswachter in vliegende vaart aangereden. Op deze decemberochtend is hij ondanks de koude temperaturen serieus onder stoom. Hij geeft aan dat we op een privé-weg aan het lopen zijn en dat hij mijn identiteitskaart wil zien. Ik excuseer me en tracht hem rustig uit te leggen dat we deze bosweg gekozen hebben omdat dit de enige optie was om over een onverharde weg het dorp te bereiken. Hij is niet te verwurmen en weigert mijn identiteitskaart terug te geven voor de politie hier is. Tja, er rest ons dan maar heel weinig keuze dan wachten. Intussen begint het opnieuw te sneeuwen. In de groep komt er wat discussie op gang, sommige willen voet bij stuk houden, andere zouden eerder terugkeren. Het duurt een 40tal minuten voor een combi komt aangereden. Mijn gegevens worden genoteerd maar ze geven me aan dat hier geen gevolg aan gegeven zal worden al moet ik uiteraard de volgende keer wat beter opletten.

Uitleggen aan de politie wat we op deze privéweg aan het doen zijn…wandelen

Een uitgelaten groep keuvelt verder over het voorval terwijl we naar het kerkje van Crupet stappen. Waarom dit dorp één van de mooiste van Wallonië wordt genoemd, zie je snel aan de oude natuurstenen huizen, watermolens en vooral de mooi gerestaureerde donjon, een middeleeuwse verdedigbare woontoren omgeven door water.

Vlakbij het kerkplein vinden we een bedevaartsoord. In de Sint-Antoniusgrot die de lokale pastoor Joseph Gerard liet bouwen begin de 20ste eeuw worden diverse heiligenlevens met levensgrote beelden voorgesteld. Bij het verlaten van de grot zien we Saint Antoine die de duivel van zich afweert. Een herkenbaar beeld waarbij iedereen spontaan in de lach schiet.

De duivel en Saint Antoine

Via een holle weg klimmen we naar Durnal en steken door naar de vallei van de Bocq. Het riviertje heeft zich diep in het landschap ingesneden. Talrijke bronnen zorgen nog steeds voor de drinkwatervoorziening van Brussel: een leiding van 80 kilometer lang brengt het water van Spontin naar de hoofdstad.

We komen uit bij een oude zandgroeve die helaas niet toegankelijk is. Een meer ligt aan de voet van de steile rotswanden.

Langs een oude spoorlijn

De hoofdlamp wordt opgezet voor enkele tunnels langs een spoorlijn die ons naar het oude station van Purnode moet brengen. De L128 verbindt Ciney en Yvoir en heeft een lengte van 21 kilometer. De lijn was vooral een goederenspoor die de steengroeves met de Maasvallei verbond. In 1983 reed de laatste trein. Enkel in de zomer rijdt er ‘s weekends nog een toeristentreintje.

We blijven in de vallei en laten het dorp Purnode met zijn bekende brouwerij links liggen. In de negentiende eeuw ontdekte een boer uit Spontin een bron van uitzonderlijke kwantiteit en begon tijdens de winter bier te brouwen. Vandaag staat de zesde generatie uit deze brouwersfamilie aan het hoofd van de Brasserie du Bocq, een van de laatste traditionele brouwerijen van ons land. Men brouwt er bekende bieren zoals de Deugniet en de Gauloise.

Langs een smal pad trekken we langs de oevers van de rivier naar Bauche. Bij de kapel van Saint Antoine staat er ons terug een bijzonder steil klimmetje te wachten. Het is wat onduidelijk waar je in het bos van Natonfosse precies mag lopen. Er hangt een ietwat doorweekte geplastificeerde kopie van een wandeling uit het gidsje ‘avontuurlijke wandelingen in de Ardennen’ waarop aangeduid staat dat een deel van die route over privé-terrein loopt en dus niet toegankelijk is.

We lopen langsheen de camping en dalen via een vaag pad over de bergrug af naar Gayolle. Het gaat terug stevig omhoog richting de vierkantshoeve Ferme d’Anway. Het Chateau de Tricointe duikt op tussen de velden als we terug afdalen naar het station van Godinne.

Conclusie

Een mooie tocht al kon het parcours op de tweede dag meer bekoren dan op de eerste. Hoogtepunten waren de Point de vue des Sept Meuses, Trou d’Haquin, Crupet en de vallei van de Bocq met zijn oude spoorlijn en tunnels.

Meer beelden in dit fotoalbum.

PRAKTISCHE INFO

BEREIKBAARHEID

Er is een treinstation in Godinne (trein om het uur vanuit Namen). Wie met de auto komt, kan gemakkelijk parkeren bij het station.

KAARTEN & BEWEGWIJZERING

Dit is een zelf uitgestippelde route op basis van de volgende stafkaarten van het NGI (1:20.000):

  • 53 3-4 Anhée – Yvoir
  • 47 7-8 Profondeville – Namur (sud)

Het verslag zou voldoende moeten zijn als leidraad bij de kaarten.

OVERNACHTING

We bivakkeerden bij de Chaveehut van de Klim- en Bergsportfederatie in Maillen: http://www.klimenbergsportfederatie.be/internet/refuge/algemeenchav.php. Zowel leden als niet-leden kunnen er kamperen maar de prijs verschilt wel, 4 euro versus 8 euro. Er zijn warme douches en toiletten ter beschikking. Je kan er uiteraard ook binnen slapen in kamers of op lager en je kan er ook ontbijten en avondeten.

JACHT

In het jachtseizoen (1 oktober t.e.m. 31 december) licht je je best in over de geplande drijfjachten. Informeer je bij zowel de buitendienst van Namen (namur.cantonnement.dnf.dgarne@spw.wallonie.be) en de buitendienst van Dinant (cantonnement.dinant@mrw.wallonie.be). Ze reageren heel snel per mail (in het Frans). Geef aan over welk gebied je informatie wilt.

Omwille van de geplande drijfjachten, heb ik de route uiteindelijk moeten omkeren, wat uiteraard de eenvoudigste oplossing is. Er wordt toch nog redelijk wat gejaagd in dit gebied.

BEVOORRADING

In Maillen is er beperkte bevoorrading mogelijk.

2 reacties

  1. hallo, zijn van deze routes ook de gpx-en beschikbaar? wij willen deze mogelijk als basis gebruiken. Ziet er leuk uit.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s