Twee meerdaagse tochten door de bergmassieven van Bjelasnica en Prenj
In het voorjaar van 1992 riep Bosnië-Herzegovina de onafhankelijkheid uit. Het uiteenvallen van ex-Joegoslavië was al langer aan de gang. Het Servische leger, onder leiding van generaal Ratko Mladić, omsingelde de Bosnische hoofdstad Sarajevo. Er volgde een erg bloedige oorlog met massagraven in het hele land. De rol van de VN bleef daarbij niet onbesproken. In sommige gebouwen zie je nog altijd de sporen van kogels en mortiergranaten. Op het platteland en in de bergen liggen nog tal van landmijnen.
Weinig toeristen durven er in dit land alleen op uittrekken. We besloten toch de uitdaging aan te gaan. Met de hulp van enkele Bosniërs op de website van Summitpost lukte het om een relatief veilige winterroute door Bjelasnica en Prenj uit te stippelen. Dit zijn twee bergmassieven tussen Sarajevo en Mostar die onderdeel uitmaken van een grotere bergketen: de Dinarische Alpen.
Winterse eenzaamheid
Na een dagje skiën in Babin Do is het tijd om de sneeuwschoenen onder te schuiven. Na een stuk piste, hoeven we de talloze wandelsporen maar te volgen naar Stina Lokva. De wind en wolken domineren op de top van de Bjelasnica dus verkiezen we deze lagere route. Zon en schaduw bewegen als schimmen over de gladgepolijste hellingen. Het doet wat Scandinavisch aan.

Op de bergpas overvalt ons een lichte euforie. Een panorama van bergen doemt voor ons op. De diepe voetstappen houden op, vanaf hier sporen we verder door een maagdelijk wit tapijt. De grintweg die door de zomerse weiden naar de boerderijen loopt, is ingesneeuwd. Het is muisstil.

Westwaarts lopen we door het brede U-vormige dal van Dugo Polje. We winnen opnieuw wat hoogte door naar het zadel tussen de Javorska Glavic en Kobilica te klimmen. In de verte ligt Lukomir aan de rand van de Rakitnica-kloof, het meest geïsoleerde dorp van het land.

De wind is gaan liggen, de laatste zonnestralen verwarmen ons. Net onder het zadel slaan we de tent op. Beter kan het niet worden op een winterbivak en we genieten volop. We koken onze soep buiten. Als de zon achter de bergkam is weggezakt, wordt het meteen frisser en zoeken we de geborgenheid van onze tent op.

Verlaten boerderijen
Na een korte afdaling klimmen we tussen knoestige beuken naar het zadel tussen de Kobilica en de Obalj. Daar wordt de rugzak afgesmeten om verder zuidwaarts over de kam omhoog te trekken. De zon is onze bondgenoot. Op de top van de Obalj kijken we uit op de daken van de verlaten boerderijen van Lukomir en de donkere diepte van de Rakitnica-kloof.

We dalen terug af naar Pogled en lopen tussen ingesneeuwde weides en prikkeldraad naar het dorp. De natuurstenen huizen hebben steil aflopende daken zodat de sneeuw meteen naar beneden glijdt. Bij het kerkje rusten we uit met thee en koeken.

De zomerroute naar Cumovici lijkt ons omwille van lawinegevaar te riskant, het pad loopt langs de ingesneeuwde steile zuidflank van de Crepunov do. Dus klimmen we recht omhoog naar de bergkam Lovnica. Halverwege worden de sneeuwschoenen opgeborgen en schoppen we treden in de sneeuw.

We kijken uit over de westelijke rand van het massief, een karstplateau vol met dolines. Dit zijn diepe komvormige verzakkingen ontstaan door de chemische verwering van regenwater dat door de bodem sijpelt.

Om het dichte bos aan de oostzijde van de helling te omzeilen, volgen we de kam verder noordwaarts naar Klanac. Sluierbewolking hangt als een nevel over de omgeving. Onder de Kotplani slaan we de bivak op.

Perte totale
De elektriciteitspalen zijn een ideale leidraad om het plateau door te steken. Door de sneeuw is het erg eenvoudig om dwars door de weiden te trekken. De prikkeldraad komt maar ter hoogte van de enkels. Enkel de diepe dolines moeten we vermijden. Het is alsof we op een groot stuk emmentaler aan het lopen zijn.

Als we de rand van het plateau naderen, wordt het navigeren een stuk moeilijker. De kaart is onvoldoende gedetailleerd om de juiste richting te vinden en na verloop van tijd vallen we er af. We vinden een sneeuwschoenspoor en besluiten die te volgen in de veronderstelling dat die ons naar de bewoonde wereld moet brengen. Her en der staan boerderijen maar geen enkele ervan is bewoond.

Uiteindelijk komen we op een bergpas met zicht op het keteldal van de Ljuta, te ver naar het oosten dus. De aarden autoweg is ontruimd maar er is niemand te bekennen. De raketten worden op de rugzak gebonden. We volgen de slingerende weg langs steile bergflanken en haarspelbochten terug naar het westen in de richting van Konjic. De Neretva heeft zich diep het berglandschap ingesneden. Ondanks de monotone weg blijft de omgeving intrigeren.

Na enkele uren marcheren, zijn mijn voeten perte totale. Met nog 7 kilometers voor de boeg, proberen we in het armoedige dorpje Spiljani een lift te versieren. Met een bankbiljet maken we duidelijk dat we willen betalen voor een lift naar Konjic. In een aftands golfje worden we naar het centrum van de stad gebracht. We worden over en heen gestuurd op zoek naar een hotel. Motel Konjic ligt buiten het centrum naast enkele grote appartementsblokken waar nog duidelijke sporen zijn van mortiergranaten en kogels.
Op de grens
Na een omelet met brood, brengt een taxi ons diep in de vallei van Bukov Laz. Met tal van gebaren probeer ik de chauffeur uit te leggen dat hij ons zo ver mogelijk moet brengen. De asfaltweg blijkt uiteindelijk in het dorpje Nuhici te eindigen. Hij heeft het nog niet helemaal begrepen dat we niet van plan zijn om terug te keren en stopt ons zijn telefoonnummer toe voor deze avond.

De machtige rotswanden van de Liborak kijken op ons neer. De flanken van het keteldal worden steeds steiler maar voorlopig blijft het pad rustig omhoog gaan. Op de ingesneeuwde onverharde weg lopen de bandensporen dood bij het laatste huis. Daarna vinden we afdrukken van sneeuwschoenen en zowaar witrode markering.

Onze aanloop naar het Prenj-plateau lijkt eenvoudiger dan verwacht, tot we oog in oog staan met de laatste honderd klimmeters. Het wordt alsmaar steiler en de raketten moeten uit. De sneeuw is erg hard maar gelukkig kunnen we bij aanvang gewoon de diepe stappen gebruiken van onze voorgangers.

Na een pittige traversee loopt het spoor recht naar boven. Een lawine is door de couloir naar beneden gekomen, zodat we zelf moeten beginnen sporen. In de beenharde sneeuw is dit zonder stijgijzers en pikkel ondoenbaar dus wijken we wat uit naar de bomen. De bodem van losse bladeren en sneeuwvelden blijkt er extreem onstabiel bij te liggen. Het is op handen en voeten naar boven krabbelen op een bijna loodrechte helling. Ivo moet constant diverse opties uitproberen en vermijden dat hij naar beneden schuift. Onze onderneming is al lang niet meer verantwoord en we slaken dus een zucht van verlichting als we eindelijk boven geraken. Het vet is van de soep.

Het landschap trekt zich opnieuw open als we de brede vallei van de Tisovica betreden. Her en der staan dwergsparren. Aan de horizon duiken de twee reuzen van Prenj op: de Otis en de Zelena Glava. We zetten de tent op met zicht op deze mastodonten.

Sneeuwdoolhof
Het oude sneeuwschoenspoor leidt ons verder tot de Vrutnakhut, een kleine onbemande berghut temidden een dicht sparrenbos. Hier hebben onze voorgangers overnacht en nog een dagtrip gedaan richting de zuidzijde van de Zelena Glava om dan via dezelfde route als gisteren terug te keren naar Konjic.

Helaas is de hut gesloten en dus besluiten we verder te trekken naar de Jezerce-hut. We zien voor het eerst een waarschuwingsbord voor landmijnen maar waar we precies moeten opletten is onduidelijk. De zomerroute ligt begraven onder de sneeuw.

Vanaf hier moeten we onze weg zien te vinden door een erg grillig landschap zonder enig overzicht. Steile heuvels en diepe geulen wisselen elkaar af. Na wat overbodige hoogtemeters en traversees dalen we via een geul af naar de bergpas onder de Taras.

De berghut Jecerce is toegankelijk en ook gerenoveerd. We verkennen de omgeving en houden ons de rest van de namiddag bezig met bergaf glijden op vuilniszakken.

Niet alleen
We staan vroeg op voor een toppoging. Als we de Zelena Glava naderen, zien we al snel dat de beklimming zonder stijgijzers geen haalbare kaart is. Dus lopen we de top van de Kopilica waar we een panorama hebben over Prenj en de omringende bergmassieven als Bjelasnica.

We laden onze kampeermateriaal terug in en zetten koers zuidwaarts richting de vallei van Lasni Do en Dolovi. Plotseling duikt een Bosniër op die met stijgijzers langs de oostzijde van het massief naar de hut is geklommen. Hij is even verrast als ons. We wisselen een woordje Duits.

Het zicht is perfect om een route uit te stippelen naar de bergpas tussen Prevorac en Osobac. Een stevige wind stuwt ons voort in de vallei van Bijelo Vode en de gelijknamige berghut. Ook hier duiken overal dwergsparren op maar de grote hut is moeilijk te missen. De wind gaat steeds harder aanwakkeren als we aan het koken gaan.

Haarspeldbochten
Met een stormachtige wind eindigt een week van heel goed weer. Goed dat we vandaag al afdalen want hogerop zitten de bergen in de wolken. Tussen de bomen vinden we beschutting en wordt het meteen enkele graden warmer.

We vallen opnieuw van de kaart maar we hebben geluk, er is ons een toerskiër voorgeweest. Af en toe vervagen zijn sporen maar ze helpen wel bij het vinden van de juiste weg.

In Ruiste staan heel wat vakantiehuisjes. In het dal weten we niet goed welke kant op. Linksweg richting de bergpas zijn er enkele tavernes. Een Bosniër bezorgt ons een lift naar Mostar. Met de GSM in de hand scheurt hij langs de vele haarspeldbochten omlaag en regelt ons meteen een hotel.
Conclusie
Deze tocht bleek een schot in de roos, mede dankzij de perfecte condities (een stevig sneeuwdek en zon). Eén passage is heel moeilijk en dat is de klim naar het massief van Prenj.
De route leent zich ook perfect voor een zomerse tocht. Dan kan je ook binnen slapen al zal het niet eenvoudig zijn om contacten met Bosniërs te leggen om te reserveren. Dan spreek je beter een trekkingbureau als Green Visions aan, of neem je contact op met Terra Dinarica (contactgegevens hieronder).
De twee belangrijkste nadelen van het land is het gebrek aan kaarten en de aanwezigheid van landmijnen. Je kan niet zomaar overal gaan wandelen, het blijft belangrijk om je te informeren. Onderstaande info zou je al een eind moeten op weg helpen. Er zijn tal van interessante bergmassieven in Bosnië. Laat ons hopen dat het in de toekomst eenvoudiger wordt om er rond te te trekken maar de ontmijning is helaas een werk van (hele) lange adem.
Meer beelden in dit fotoalbum.
PRAKTISCHE INFO
BEREIKBAARHEID
Reizen naar Bosnië-Herzegovina
We reisden met Croatia Airlines van Brussel naar Sarajevo met overstap in Zagreb. Er is maar één uur overstaptijd (waarbij je trouwens nog eens door de scanner moet passeren) maar Zagreb heeft een kleine luchthaven. Voor zover er geen vertraging is met je eerste vlucht is overstappen geen probleem. Op de heenreis hadden we onze aansluiting gemist, in de terugreis liep alles goed. Als je de aansluiting mist heb je nog een tweede vlucht naar Sarajevo veel later in de avond en dan krijg je ook een voucher waarmee je eten kan kopen in het restaurant van de luchthaven. In de zomer zijn er misschien rechtstreekse vluchten.
We boekten in oktober rechtstreeks op de website van Croatia Airlines (http://www.croatiaairlines.com/hr/) en betaalden 215,15 euro per persoon. De prijs zal ook samenhangen met de wisselkoers op dat moment.
Tussen de luchthaven en Sarajevo
Als je in de loop van de dag reist, kan je de bus nemen van en naar Sarajevo. We hebben het zelf niet uitgeprobeerd maar blijkbaar zijn er twee manieren:
- Bus 200E nemen naar het centrum van de stad
- Bus 36 nemen naar Nedžarići waar je de tram kan nemen naar het stadscentrum
De busstops zouden op de grote weg net voor de luchthaven te vinden zijn.
Omdat we zo laat aankwamen en rechtstreeks naar Babin Do reisden, namen we een taxi en betaalden daarvoor ongeveer 35 euro. Geen idee of dat het normale tarief is maar ’s avonds laat heb je niet echt veel keuze. Taxi’s vind je bij de uitgang van de luchthaven.
Naar de stad betaal je ongeveer 15 euro, dit was het tarief dat we betaalden bij onze terugkeer (toen namen we een heel vroege vlucht).
Als je overnacht in Sarajevo, kan je ook aan je hotel of hostel vragen om voor een taxi of vervoer te zorgen.
Reizen binnen Bosnië-Herzegovina
Er zijn diverse treinlijnen die het land doorkruisen maar de treinen rijden vaak maar 1 keer ’s morgens vroeg en 1 keer ’s avonds (http://www.zfbh.ba/zfbhenx/index.php). Ze zijn wel goedkoop. Het busvervoer is beter uitgewerkt en wordt vaak gebruikt door de lokale bevolking. Er zijn in grotere steden busstations (vb. Sarajevo, Mostar) en in kleinere steden vaste haltes (vb. Konjic).
Onze reisroute:
Bjelasnica:
We lieten ons via een taxi naar Babin Do brengen (zie hierboven). Op het eind van onze eerste tocht door Bjelasnica liepen we verkeerd (zie verslag). We hebben toen heel wat extra kilometers gemaakt. Er kwam amper een wagen voorbij op de aarden autoweg. In het dorpje Spiljani hebben we gewoon iemand aangesproken en met gebarentaal duidelijk gemaakt dat we hem wilden betalen om ons naar de stad 7km verder te brengen, we betaalden 10 KM (5 euro). Een avontuur op zich, je ziet er heel wat aftandse golfjes rondrijden.
Prenj:
Vanaf Konjic bracht een taxi ons naar zo diep mogelijk de vallei van Bukov Laz in naar het dorpje Nuhici waar de asfaltweg eindigt. Vanaf daar begonnen we dan weer te wandelen. Het is handig om een kaartje te gebruiken om aan te geven waar je precies naartoe wilt. We betaalden 15 KM (7,5 euro).
Op het einde van de tocht door Prenj kwamen we in een soort vakantieoord Ruiste, dat in de winter wel heel rustig is. Daar hebben we een (gratis) lift gevonden naar Mostar. Als je gewoon links de (toen verijsde) asfaltweg volgt, dan kom je bij enkele tavernes waar er vaak diverse auto’s staan en je wel iemand vindt die je een lift wilt geven.
Terugreis naar Sarajevo:
In Mostar waren we eerst van plan om de trein te nemen naar Sarajevo maar omdat om 8u30 de vroege trein al vertrokken was en de volgende trein pas na 18u vertrok, hebben de bus genomen (18KM per persoon, te betalen aan een loket in het busstation, naast de ingang van het treinstation). We deden er ongeveer 2u30 à 3u over naar het busstation (en passeerden o.a. Konjic). Daar namen we de tram naar het stadscentrum (1,6KM te kopen in het piepkleine loket aan de bushalte).
KAART & WANDELROUTE
Het vinden van kaarten voor Bjelasnica en Prenj is bijzonder moeilijk. Wandelkaarten worden voorlopig niet meer gepubliceerd en dateren nog van voor de oorlog. De kaarten waren wel relatief mooi opgemaakt. Er waren toen heel wat wandelpaden maar een deel van hen wordt niet meer gebruikt omdat niemand goed weet hoeveel landmijnen er liggen. Er is wel nog zomermarkering die voor een deel ook weer wordt onderhouden. De berghutten worden ook opnieuw gerenoveerd.

Een kaart van Bjelasnica vind je op Summitpost: http://www.summitpost.org/bjelasnica-hiking-map-1-50000-scale/538292. Kaarten voor Prenj vind je nergens behalve fragmenten in het boek van Matias Gomez (zie hieronder). Via de auteur kan je wel de scans van deze kaarten bemachtigen. Je vind dezelfde kaarten ook in mijn fotoalbum en mijn route erop aangeduid:
- Bjelasnica: http://www.flickr.com/photos/debbekes/6831101300/in/set-72157629571767423 (stuk geknipt uit de kaart van Summitpost voor dat deel dat ik nodig had voor de route)
- Prenj (kaart 1): http://www.flickr.com/photos/debbekes/6977172013/in/set-72157629571767423
- Prenj (kaart 2): http://www.flickr.com/photos/debbekes/6977184059/in/set-72157629571767423/
Via de knop ‘actions’ bovenaan de foto, kan je kiezen voor ‘View all sizes’ en dan ‘Original’. Dan klik je op ‘Download the Original size of the photo’.
Diverse Bosnische hikers hebben voor mij in Google Earth mogelijke (mijnenvrije) routes door Bjelasnica en Prenj aangeduid en die heb ik dan uitgetekend op de gescande kaarten. Door hun informatie samen te leggen, heb ik voor een route gekozen met het minste risico. Bjelasnica is een relatief veilig gebied en in de praktijk kan je hier wat overal wandelen. Prenj is een veel ruwer berggebied en diverse stukken o.a. het zuidoosten worden gemeden omwille van landmijnen. In de zomer kan je kiezen welke aanlooproute je neemt maar in de winter denk je beter twee keer na. Zo is de aanlooproute van Konjic naar de oostzijde van het massief van Prenj (en de Jezercehut) veel te steil, dus enkel met stijgijzers doenbaar en niet zonder risico voor lawines. Onze route via de noordzijde was ook niet van de poes maar wel nog doenbaar (als je maar de zomerroute tracht te volgen en niet als ons recht omhoog door de couloir klimt).
Wij drukten bovenstaande kaarten af op A3-formaat en in kleur bij een lokale printzaak. Het is dan nog wat klein maar net nog doenbaar om te gebruiken. Probleem is in hoofdzaak dat zowel bij Bjelasnica en Prenj het laatste stuk van onze route niet op kaart stond. Het is dan wel wat zoeken ter plaatse.
Door met scans te werken die dan ook nog eens worden afgedrukt, is het erg onduidelijk hoeveel kilometers je doet. Onze etappes waren niet zo lang, ik schat 5 à 6u wandelen gemiddeld, met een uitschieter op de 3de dag (laatste dag in Bjelasnica).
Het boek van Matias Gomez ‘Forgotten beauty – Trekking Guide for Bosnia and Herzegovina’ zie je soms nog online te koop staan maar blijkt uiteindelijk niet meer verkrijgbaar. Er staan zowel ééndaagse als meerdaagse routes in. Ik heb wel van een andere hiker scans gekregen van het boek voor de gebieden Bjelasnica en Prenj. De auteur helpt je ook graag verder met concrete vragen.
Stuur me een mailtje (hikingadvisor@gmail.com) en ik stuur alle informatie (kaarten, scans) en de contactgegevens van de hikers op.
BEWEGWIJZERING
Er is enkel zomerbewegwijzering die in de winter uiteraard grotendeels is ingesneeuwd. Je kan die bewegwijzering wel gebruiken bij de aanlooproute naar het bergmassief van Prenj omdat daar de witrode bollen op de bomen zijn geschilderd.
Je moet dus zelf heel goed met kaart en kompas aan de slag kunnen. Je vindt ook weinig sporen van voorgangers. Een GPS is zeker nuttig om mee te nemen. Enig probleem zal zijn om coördinaten te vinden. Op de scans van de kaarten kan je ze niet aflezen. Ik heb er enkele overgenomen van de routes in Google Earth (ik wist nog niet hoe ik een track in Google Earth kon exporteren naar mijn GPS). Er staan ook coördinaten in het boek van Matias Gomez.

OVERNACHTEN
In de winter is kamperen zowat de enige optie op deze route, in de zomer kan je wel binnen slapen:
- In Bjelasnica worden zomers wel in diverse dorpen kleine gastenkamers uitgebaat maar in de winter zijn deze totaal verlaten.
- In Prenj zijn er geen dorpen maar wel enkele berghutten. We hebben er drie gepasseerd. De Vrutnakhut is gesloten en best klein. De Jecercehut is wel open en ook wat groter, er kunnen daar toch een groep mensen slapen. Er is ook een kachel met wat hout en zelfs wat voedsel. In de zomer zijn er mensen in de buurt want er grazen hier dan paarden. Enkel de Bijelo Vode hut kan je wat vergelijken met een echte berghut. De hut was gesloten toen wij er waren en is dus wellicht enkel in de zomer open. In Prenj kan je dus ook zonder tent op stap in de zomer.

Ik heb er geen idee van of bivakkeren officieel toegelaten is maar het wordt wel gedaan. We zijn ook één bergsporter zijn gepasseerd op onze wintertrekking, dus was er ook niemand om ons terecht te wijzen. Water vinden lijkt me een groter probleem in de zomer (zie hieronder).
We sliepen enkel keren in een hotel:
- Hotel Han in Babin Do (http://hotelhan.ba/): vlak aan de pistes, luxueuze kamers, lekker ontbijtbuffet, enkel het avondeten vonden we niet zo super, is wel wat duurder (85 KM per persoon voor half pension). Slechts enkele medewerkers spreken een woordje Engels, communiceren is niet zo eenvoudig. Het is een moslimhotel dus er wordt geen alcohol geserveerd. Andere overnachtingsmogelijkheden vind je op http://www.bjelasnica.ba/.
- Motel Konjic (http://www.motelkonjic.com/): buiten het centrum van Konjic langs de autoweg naar Mostar. Kamer op zich was proper maar niet erg groot, het gebrek aan de douchegordijn was ook niet echt handig. We betaalden 60KM voor kamer en ontbijt voor ons beide. Ontbijt moet je wel zelf kiezen en ’t is niet echt duidelijk wat er is. Uiteindelijk kregen we een serieuze omelet met brood en een koffie. Omdat ze geen Engels kennen is het ook moeilijk communiceren. Er zijn weinig hotels in de stad. De Andere zijn Hotel Konak in het stadscentrum in het oude stadscentrum (http://www.kristal-komerc.com/hotel-konak.html) en een ander heel chique ook buiten het centrum (http://www.gardencity.ba/loc/).
- In Mostar zijn we via onze lift vanuit Ruiste in een soort appartementsblok met kamers verzeild geraakt (weet naam niet meer van buiten). Er was enkel een telefoonnummer als er iets was. Kamer was wel heel goed in orde. Er was geen ontbijt. We betaalden 50KM. Meer overnachtingsmogelijkheden vind je hier http://www.visitmostar.net.
- In Sarajevo bleven we uiteindelijk twee nachten, de eerste nacht in Haris Hostel (http://www.hyh.ba/) en de tweede keer in het city hostel (http://www.hcc.ba/). Beide hostels zijn in orde met vriendelijke uitbaters. Het city hostel is wel beter gelegen midden het stadscentrum, het Haris Hostel is een serieus klimmetje weg van het centrum. Hier vind je nog meer overanchtingsplaatsen: http://www.sarajevo-tourism.com/eng/accommodation.wbsp.
BEVOORRADING
Tussen Bjelasnica en Prenj hebben we in Konjic kunnen herbevoorraden in een kleine supermarkt. Vriesdroogvoeding vind je daar uiteraard niet maar er is toch wat aanbod van mueslirepen, rijst en dergelijke.
Restaurants zijn best goedkoop in Bosnië. Het is geen fijne keuken maar wel lekker. Er worden veel geroosterd vlees gegeten. In niet alle restaurants wordt er alcohol geserveerd (afhankelijk van religie).
GELD
Je kan meteen geld afhalen in de luchthaven in Sarajevo, zo hoef je vooraf geen Bosnische munten aan te kopen. Er is trouwens een vaste wisselkoers tussen de Bosnische inwisselbare mark (KM of BAM) en de Euro: 1 EUR = 1,95583 BAM. In de steden kan je makkelijk geld afhalen (op onze route: Sarajavo, Babin do (skicentrum), Konjic en Mostar.
BRANDSTOF
Er zijn amper buitensportzaken te vinden. We hebben er één gespot in Sarajevo maar ondanks dat we binnen de openingsuren langs gingen, was de winkel toch gesloten. Bosniërs durven al eens hun winkel sluiten als ze ergens naartoe moeten maar laten niets van boodschap of zo aan de deur hangen. Dit zijn de contactgegevens van de winkel: http://www.flickr.com/photos/debbekes/6831098728/in/set-72157629571767423.
Wij hebben Super 95 gebruikt, maar in sommige tankstations vind je ook Super 98 en dat is te verkiezen omdat het voor wat minder roet zorgt. Een goede benzinebrander is dus nodig want de kans dat je gas vindt, is bijzonder klein.
TAAL
Er wordt voornamelijk Bosnisch gesproken. Met Engels kan je nauwelijks uit de voeten, enkel in de hostels in Sarajevo waar er meestal jonge uitbaters zijn. Verder is het gewoon gebarentaal. We vonden het best moeilijk om te communiceren omdat de meeste Bosniërs zelden buitenlandse toeristen zien behalve in Sarajevo en Mostar. Ze helpen je wel wat als je ze aanspreekt, in zoverre dat je elkaar begrijpt natuurlijk. Lachen doen ze zelden, ze komen dus norser over dan ze eigenlijk willen.
LAWINEGEVAAR
Lawineberichten ga je niet vinden in Bosnië-Herzegovina. Er zijn ook geen winterroutes. Het komt er dus op aan zelf wat van lawinerisico te kennen want die is er zeker aanwezig. De condities waren bij ons echt wel goed met een sneeuwdek die erg goed was gesetteld. Een cursus bij www.klimenbergsportfederatie.be is een absolute must, lawinecursussen duren één dag en worden in december en januari georganiseeerd.
Er is een bergreddingsdienst in Sarajevo maar de site is enkel in het Bosnisch: http://www.gss-sarajevo.com/. Het internationale noodnummer is 112. Een bergsportverzekering is nuttig om niet voor alle reddingskosten te moeten opdraaien.
KLIMAAT
Qua weer kan je de Dinarische Alpen nog best vergelijken met zuiderse gebergtes met een alpien karakter. Sneeuw en kou mag je in de winter verwachten. De beste zomermaanden zijn van juni tot september. In de hogere bergen liggen in het begin van het seizoen zeker nog sneeuwvelden. Het is een kalklandschap waar bronnen zeker niet voor het rapen liggen. Beter ga je dus vroeg in het zomerseizoen om zeker te zijn dat je voldoende water gaat vinden.
SKIËN
We hebben één dag geskied in Babin Do. Er zijn verschillende kleine skidomeinen maar dit is het belangrijkste. De Olympische winterspelen hebben er plaatsgevonden in 1984. Je vindt er diverse soorten pistes, tot zwarte toe, zeker genoeg om je een dag uit te leven. We betaalden 24 KM pp. (ongeveer 12 euro) voor een skipas. Skimateriaal kan je huren aan de skilift of in een aparte shop in Babin Do zelf. In deze laatste betaalden we 20 KM pp voor ski’s, botten, stokken (ongeveer 10 euro). Het is dus best goedkoop.
MEER INFO
Een algemene toeristische website vind je hier: http://www.bhtourism.ba/eng. Maar daar ga je als wandelaar niet zoveel kunnen vinden.
Meer info over de hele keten van de Dinarische Alpen vind je hier: http://www.summitpost.org/dinaric-alps/155326
Een Engelstalig verslag met zomerse foto’s vind je op Sidetracked.
De regio’s die wij hebben bezocht, worden hier beschreven:
- Bjelasnica: http://www.summitpost.org/bjelasnica/152177
- Prenj: http://www.summitpost.org/prenj/152141
Ik heb de auteurs van deze artikels gecontacteerd om meer informatie te verkrijgen.
Via http://www.trekkingbosnia.com/en/index.php heb ik ook nog een Bosniër gevonden die bereid was ons te helpen.
Stuur me een mailtje (hikingadvisor@gmail.com) voor hun contactgegevens.
Er zijn bergsportclubs maar hun sites zijn enkel in het Bosnisch. Je kan hen proberen te contacteren maar ik had via emails in het Engels alvast geen succes, mogelijks was de taal het probleem: http://www.psbih.ba/ (geheel Bosnië), http://www.pdbjelasnica.ba/ (Bjelasnica), http://pdpg.comlu.com/ (Prenj).
Wie in de zomer op stap gaat, kan deze MTB-route eventueel als inspiratie nemen: http://www.takeadventure.com/index.php?option=com_content&view=article&id=251. Je vindt er zelfs een GPS-tracklog.
Verder heb ik wat algemene informatie gehaald uit de Bradt-gids Bosnia-Herzogina. Daar staan er ook logement in en meer randinfo over het land en de bezienwaardigheden. Verder kocht ik ook een landkaart van 1:200.000 van Freytag & Berndt. Er staan wel wat wandelroutes door de bergen op, ook door Bjelasnica en Prenj, maar ze worden niet allemaal nog gebruikt (door de landmijnen). Meer gedetailleerde kaarten en informatie van lokale hikers is nodig om je ding te doen.
UPDATE: VIA DINARICA
Een nieuwe wandelroute loopt nu door de twee berggebieden waarbij ook aan bewegwijzering wordt gewerkt. We liepen twee jaar later in het oosten van Bosnië langs de Via Dinarica.
De organisatie Terra Dinarica is opgericht door één van de bedenkers van de Via Dinarica, de sympathieke Kenan Muftic, en Engelsman Tim Clancy die de enige reisgids voor Bosnië-Herzegovina heeft geschreven (Bradt). Op dit moment is Kenan de aanspreekpersoon om je op weg te helpen, zeker wat betreft Bosnië-Herzegovina, maar hij onderhoudt ook contacten met gidsen uit de andere landen gezien hij het hele parcours heeft uitgestippeld en gelopen. Hij is ook gids en mijnenexpert en kan dus indien gewenst, een tocht voor je organiseren.
Terra Dinarica houdt zich naast het promoten van plattelandstoerisme (via initiatieven als Via Dinarica) bezig met milieubescherming. De organisatie heeft een klein kantoor in de buitenwijken van Sarajevo. Terra Dinarica heeft (nog) geen website, wel een facebookgroep. De contactgegevens van Kenan Muftic zijn terradinarica@gmail.com, telefoonnummer: 00387 33 956 097 en gsm: 00387 60 32 32 266.
Leuk gedetailleerd verslag en mooie foto’s! Ik vroeg me wel af hoe jullie er bij zijn gekomen om juist dáár te gaan wandelen. Er zijn immers genoeg gebieden in Europa waar je ’s winters rond kan lopen zónder je in een landmijnenzone te begeven?
Oost-Europe trekt ons gewoon aan. Er is heel wat te ontdekken, ook in Bosnië. Soms is het leuk om eens onbekend terrein op te zoeken. Het was trouwens niet onze eerste wintertrekking. Zo eenvoudig is het niet om gebieden te vinden waar je met sneeuwschoenen zonder al te veel lawinegevaar kan gaan trekken, tenzij in Scandinavië dan.
erg leuk:)
Fantastische tocht hebben jullie gedaan! Erg leuk om te zien dat de dinarische alpen steeds meer in trek raken bij westerse hikers die een keer wat anders willen.
Je maakt alleen een fout in je beschrijving door de bosnische mark (konvertibilna marka, km) af te korten met lev. Dit is namelijk de afkorting voor de bulgaarse munteenheid.
Verder top beschrijving!
Inderdaad, het jaar ervoor zaten we nog in Bulgarije. Vandaar de verwarring. 🙂
Hallo!
Super mooi verslag! Ziet er een fantastische reis uit!
Ik ben leider van een scoutsgroep uit Gent, we zouden deze zomer in Bosnie op kamp gaan en er ook proberen trekken. We hebben het wel erg lastig om informatie te vinden, en dan vooral kaarten.
Als je dat zou zien zitten kunnen we misschien eens samen zitten om want info te geven? Ik las immers dat jullie uit Sint-Amandsberg zijn…? Gezien wij de districtsjin van Gent-Oost leiden is dat voor ons bij de deur. je kan ons bereiken op bearjins@gmail.com…