Armoede en gastvrijheid in Albanië

Albanië heeft nog steeds een bedenkelijke reputatie. Iedereen denkt meteen aan maffia en bloedwraak. Minder bekend is dat er een heus gebergte ligt in het noorden van het land, op de grens met Montenegro. We vertrokken in Tropoja, een dorpje nabij de Kosovaarse grens, voor een tocht van oost naar west dwars door de Albanese Alpen. Maar alles liep wat anders dan verwacht…

Een rivier als leidraad
Afstand: 9km
Hoogtemeters: 450m stijgen, 0m dalen

Na een lange reisdag chillen we nog wat na op het warme terras van onze kamer in Tirana Backpacker’s Hostel. De volgende dag staan we al om 5u paraat aan een tankstation om de mini-bus te nemen naar Koman Lake. Met Albanese radiomuziek hobbelen we over aarden wegjes naar het meer. Uiteraard wordt er onderweg eens gestopt voor een stevige koffie.

Daarna gaan we met zowat 50 toeristen de ferry op voor enkele uurtjes. Tussen groene flanken en steile rotsen varen we het meer af. Her en der worden lokale bewoners op godvergeten plaatsen gedropt of opgepikt.

Koman Lake

Als we aanmeren, blijkt het gros van de toeristen rechtstreeks naar Valbona te reizen. Wij nemen de minibus naar Bajram Curri waar we een taxichauffeur vinden die ons wil brengen naar een dorpje genaamd Tropoja, dichtbij de grens met Kosovo. We proberen hier nog aan wat water geraken bij de lokale bewoners maar meer dan 1 liter krijgen we niet mee.

We volgen Lumii Tropojes stroomopwaarts.

Aan de rand van het dorp graast een koe tussen het vuilnis aan de oever van de rivier. In dit land is er van een afvalbeleid geen sprake, er zijn hoogstens ongeschreven afspraken waar iedereen zijn huisvuil stort die dan met containers wordt opgehaald. Gelukkig geen fenomeen die ook in de bergen voorkomt.

We volgen de Lumii Tropojes stroomopwaarts. Af en toe komen we Albanezen op hun paard tegen, die ons vriendelijke begroeten. Enkele kinderen willen een foto van ons maken.

De zon zakt stilaan weg.

Hoewel op de nieuwe wandelkaarten een route is aangeduid, is er geen bewegwijzering in het terrein. In een poging om de kaart te volgen (de route zou rechts van de rivier moeten lopen), komen we langs een leeg irrigatiekanaaltje terecht…dat uitmondt bij een al even droge rivierbedding met grote massieve blokken. Er is bijna geen doorkomen aan. Na wat klimwerk en gespartel door struiken pikken we terug het juiste pad op de andere oever op.

De zon zakt al snel weg als we dieper in de sterk ingesneden vallei lopen. Gelukkig stroomt hier wel terug water. Net voor zonsondergang spreiden we de bivakzakken uit in het bos. Een kampvuurtje moet ons wat warm houden.

We houden ons warm met een vuurtje.

Gemengde gevoelens
Afstand: 10km
Hoogtemeters: 1000m stijgen, 0m dalen

De volgende ochtend kondigt zich opnieuw zonnig aan. We volgen de rivier verder stroomopwaarts. Het landschap begint zich eindelijk te openen. De eerste zomerboerderijen zijn in zicht. Mensen leven er maandenlang in primitieve houten barakken en onderhouden hun moestuintje en wat vee.

De eerste zomerboerderijen zijn in zicht.

We maken al snel kennis met de Albanese gastvrijheid. De eerste uitnodiging voor koffie slaan we af maar wat verder zien we een bejaarde man die met een wandelstok moeizaam door het dal naar ons toe loopt om ons binnen te vragen.

We naderen lunchtijd dus besluiten we erop in te gaan. We blijken te gast te zijn bij de patriarch van de vallei, een oorlogsveteraan die met zijn vrouw en dochter in de bergen leeft. Wat verbaasd kijken we toe als enkele aardappelen uit de moestuin worden gehaald, in langwerpige staafjes wordt versneden en dan op de kachel worden gebakken in een pan met wat olie. Terwijl we met veel smaak van de frieten, kaas en komkommer eten…kijkt het gastgezin toe. Ze zijn erg nieuwsgierig maar het is moeilijk communiceren. Albanees is een onbegrijpelijke taal en al herhalen ze hun vraag telkens opnieuw, we kunnen enkel maar schuchter lachen en de schouders ophalen. We krijgen foto’s te zien van familieleden in West-Europa en proberen met handen en voeten uit te leggen wat voor werk we doen. Slager blijkt Kasap in het Albanees.

We zijn te gast bij een oorlogsveteraan.

Na een 2tal uurtjes geraken we toch weer op weg, en de man vergezelt ons als we hogerop trekken naar het gehucht Stanet e Sulbices. We maken kennis met zowat alle mannen van de vallei die ons nieuwsgierig aankijken. ‘Zit, zit’ manen ze ons aan. Albanezen nemen echt de tijd voor een praatje, terwijl de vrouwen naarstig verder werken. Als ze een onbegrijpelijke vraag stellen die we niet kunnen beantwoorden, kijken ze ons teleurgesteld aan…en proberen het nog eens opnieuw.

Terugblik naar de vallei…

We nemen afscheid en trekken verder richting Qafa e Doberdotit. De bergpas wordt nooit bereikt. Met een aangename zon en een vleugje wind, zijn de condities ideaal voor een middagdutje. Als we na 20min wakker worden, blijkt Ivo’s rugzak gestolen. Het ontspannen gevoel is meteen weg. We dalen terug af en vragen hulp, wat voor de nodige tumult zorgt in de vallei. De meeste Albanezen hebben, ondanks hun armoede, wel hun eer. Er wordt rondgevraagd of iemand iets gezien heeft maar zonder resultaat. We krijgen eten en een onderkomen voor de nacht en slapen samen met een gezin in hun bed.

Geduld is een mooie kunst

Als we terug willen afdalen, blijkt dat de politie van Bajram Curri op de nieuwe jeeppiste door de bergen is aangereden, op vraag van de patriarch. De gemoederen laaien hoog op maar we komen geen stap verder. Aangezien de agenten ook geen woord Engels kennen, kunnen we weinig uitleggen. Men verdenkt een man die al wat van een reputatie heeft maar een ondervraging brengt niets op.

We rijden met de overvolle jeep terug over erg hobbelige pistes. Via diverse bergpassen langsheen de grens met Montenegro dalen we af naar Bajram Curri. Bestoft en uitgehongerd komen we in de late avond aan, maar dan moeten we nog een politieverklaring afleggen, gelukkig is er een tolk.

Een dag later wordt een deel van de rugzak teruggevonden, al zijn de meest kostbare zaken helaas verdwenen. Onze vingerafdrukken worden afgenomen om eventueel die van de dader te kunnen onderscheiden. Elke Albanees die een internationaal paspoort heeft, zelfs nodig om de grens met Kosovo te kunnen oversteken, zit namelijk met zijn vingerafdrukken in een politiedatabank. Na 3 dagen wachten in een motel boven een tankstation en lummelen in het dorp, kunnen we eindelijk terug op stap. We zijn niet meer in reisstemming maar geraken niet goedkoop terug in België. Dus besluiten we toch terug de bergen in te trekken. Mentaal de knop omdraaien gaat wat moeizamer.

Melkoverdosis
Afstand: 9km
Hoogtemeters: 1400m stijgen, 100m dalen

We liften de Valbona-vallei in en laten ons droppen in Kelcyre. Een stenig pad loopt omhoog. Een lange en hete beklimming staat ons te wachten. Door de langdurige droogte zien we diverse bosbranden aanwakkeren in de dichtbeboste Valbona-vallei.

Een stenig pad loopt omhoog.

Het is half september en sommige boeren dalen al terug af met hun vee uit de bergen. Als we een troep koeien willen vermijden, schuif ik pijnlijk uit met een serieuze schaafwonde en verstuikte vinger tot gevolg. Enkel Ivo kan er mee lachen.

Hier nemen we verkeerdelijk rechts.

Het hete weer doet de watervoorraden snel slinken. Enkele houten drinkbakken komen dan ook als geroepen. We komen bij een splitsing die niet op de kaart staat en slaan verkeerdelijk rechts af. Gelukkig kunnen enkele lokale bewoners in Stani i Vukajt ons weer op het juiste spoor brengen.

Enkele lokale boeren brengen ons weer op het juiste spoor.

Sommige boerderijen zijn al verlaten door het gebrek aan water. We worden opnieuw binnen gevraagd. Bedoeling was om gewoon een koffietje te drinken, maar we krijgen er meteen heel wat eten en een onderdak bovenop. Onmogelijk te weigeren. Een klein tafeltje wordt volgestouwd met allerlei zuivelproducten: van warme pap, over harde kaas, platte kaas tot melk met vellen. Gelukkig hebben we geen lactose-intolerantie.

De mannen spoelen daarna alles door met raki, een doorzichtig goedje gestookt van druiven en pruimen en met een alcoholpercentage van 40 à 50°. Uiteraard worden we terug uitgevraagd: Wat doen we? Vanwaar komen we? De hulp van de herder bevestigt dat hij België kent, Luik om precies te zijn…hij heeft daar 3 jaar in de gevangenis gezeten. We slikken even.

Op weg naar Qafa e Petishit.

Betalen lukt ook niet. Met enkele foto’s kunnen we ze wel plezier doen, we krijgen meteen hun winteradres mee om ze op te sturen. De baby van 1 maand oud wordt snel in zijn paasbest gestoken, met zijn kostuumpje en bijhorende vlinderdas uit Italië.

Als we ’s avonds nog voor een plasje naar buitengaan, trek ik even grote ogen als de gastvrouw me aanmaant om mijn broek af te stropen terwijl ze zich vlak naast mij op haar ukje zet.

Als we op zoek gaan naar een bivakplaats en water, krijgen we terug onderdak en eten aangeboden.

La vie en gris
Afstand: 17km
Hoogtemeters: 200m stijgen, 1300m dalen

Het geblaf van de honden om wolven van de geitenkudde weg te houden, heeft onze nachtrust weinig goeds gedaan. Als ontbijt krijgen we hetzelfde als wat we de avond ervoor hebben gegeten, nu hebben we het wel even gehad met zuivelproducten.

Qafa e polices

We steken de Qafa e Polices over. Langs een piste wandelen we naar Qafa Kunji I Armeve. We vinden een kleine begraafplaats nabij de col. Hoewel het zonnig weer is, hangt er toch een waas over de bergen door de bosbranden lager in de vallei.

Een lichte waas hangt over de bergen door de bosbranden lager in de vallei.

We dalen via een oude route af naar Ceremi. Eenmaal beneden wordt het grijs en somber. Voor het eerst zien we witrode verfstrepen. We volgen even de piste die afdaalt naar de Valbona-vallei. Daarna pikken we een amper gebruikt pad op maar die wel gemarkeerd is. Het pad wordt beneden in de Valbona-vallei als eenvoudig aangeduid maar heeft toch enkele technische stukjes. We zetten de tent op tussen stekelige struiken nabij de rivier.

Een verlaten huis bij Ceremi.

Op zoek naar de bergen
Afstand: 20km
Hoogtemeters: 1110m stijgen, 960m dalen

We trekken verder door de vallei. De branden blijven voor heel wat rook zorgen en verdoezelen de bergen. Na wat gestuntel op de linkeroever op zoek naar een pad, gaan we terug naar de onverharde weg door de Valbonavallei. Wat hoger vinden we de bewegwijzerde route die we zochten…aan de andere kant van de rivier. Gelukkig voor de verfstrepen want het bospad wordt amper belopen. De luide knallen die meermaals per dag door de vallei galmen, komen van een lokale grintsteenontginning.

Rond Valbona is er duidelijk werk gemaakt van bewegwijzering.

Bij aanvang is de route naar Rragami minder duidelijk dan verwacht. De droge stenige bedding van de rivier is hier heel breed en we geraken even op de dool. We klimmen naar enkele huizen maar dat blijkt maar een lugubere plek. Tal van karkassen van geiten zijn gewoon de helling afgesmeten, we dalen tussen de rottende huiden af. Wat verder vinden we terug een piste.

Als de zon eindelijk doorbreekt, doemen de kalkstenen reuzen van het Prokletijegebergte op.

De route van Rragami naar Thethi is perfect bewegwijzerd. De zon breekt eindelijk weer door en licht het ruwe kalksteengebergte op. Voor het eerst komen we andere trekkers tegen. Nabij Thethi vinden we een bivakplek op de oever van de Lumii Thethit.

In Thethi gaan we terug op zoek naar een bivakplek.

Wolven
Afstand: 17km
Hoogtemeters: 1250m stijgen, 250m dalen

De route naar Qafa e Pejes is uitstekend gemarkeerd. Een nieuwe wereld gaat voor ons open, het ruwe kalksteengebergte intrigeert. We trekken verder noordwaarts in de richting van de Montenegrijnse grens en nemen de afslag naar de meren van Jezerces. De bewolking wordt dominanter, het begint te druppelen. Net voorbij Qafa e Jezerces ontmoeten we enkele herders.

Uitzicht over de vallei van Thethi.

Het grote meer waar we wilden bivakkeren staat helemaal droog. Er zit niets anders op dan verder af te dalen. De kleinere meertjes op de kaart bevatten gelukkig wel nog wat water.

We slaan de bivak op nabij één van hen. Water is blijkbaar erg schaars in de late zomer wat de bivakmogelijkheden wel beperkt, zeker in het oostelijk gedeelte van het bergmassief.

Het kalksteengebergte is prachtig maar ook erg droog laat in de zomer.

Ik lig vredig te slapen als Ivo opeens de tarp binnenspringt na een laatavond plasje: ‘Er is daar iets buiten’, roept hij verschrikt. Nog slaapdronken, luister ik naar het geluid van rollende stenen rondom onze bivakplaats. ‘Een beer’, fluistert Ivo. ‘Maar we horen ze langs verschillende kanten’, zeg ik. ‘Met jongen dan’, pareert hij. ‘Het zijn wellicht wolven’, besluit ik. We kijken elkaar vertwijfeld aan. Zijn wolven gevaarlijk? Komen ze op de geur van eten af? Zijn ze de tarp aan het omsingelen om dan de aanval in te zetten? We worden steeds onrustiger en nemen het zeker voor het onzekere. Met het nodige gebrul, gefluit en cameraflitsen proberen we ze weg te jagen. Na een uur durven we terug naar buiten om de ingang van de tarp dicht te maken. Terwijl Ivo de piketten verplaatst, heb ik mijn wandelstok in de aanslag… Daarna kunnen we gelukkig snel de slaap terug vatten.

Ook wilde dieren zoeken naar water.

Illegaal in Montenegro
Afstand: 18km
Hoogtemeters: 700m stijgen, 1690m dalen

De volgende ochtend zitten we in de erwtensoep en dus zit de beklimming van de Maja e Jezerces, de hoogste top van het gebergte (2.692m), er zeker niet meer in. Dus trekken we verder en dalen af naar Montenegro, al is deze korte grensoverschrijding illegaal. Enkel groepen kunnen minimum 2 weken op voorhand een aanvraag indienen bij de grenspolitie van Albanië en dan nog voor een specifieke datum. Omdat we geen bewoning gaan tegenkomen, wagen we het er zo op. Het is dat of via dezelfde weg terugkeren naar Thethi.

We steken voor enkele uren illegaal de grens met Montenegro over.

De bewegwijzering leidt ons helemaal naar het dal, hoewel de route als niet gemarkeerd op de kaart staat. Er blijft toch een soort boerderij of boswachtershuis in de vallei maar we hoeven er niet voorbij. We gaan op zoek naar de bergroute terug naar Valbona. Gelukkig komt een plaatselijke herder net voorbij om ons op het juiste spoor te zetten.

Op het juiste moment komen we een herder tegen die ons de route aanwijst.

De route blijkt al erg oud en amper gebruikt te zijn. Bij aanvang is het nog te volgen maar na verloop van tijd gaan we letterlijk én figuurlijk de mist in. We zien amper nog enkele meters voor ons. Enkel via het kompas blijven we gelukkig min of meer op koers. Pas als we bijna aan de col zijn, vinden we terug een route en haal ik opgelucht adem. Achteraf bleek dat het eenvoudiger was geweest om de route over de Maja Roshit te volgen vanuit Montenegro, aangezien die wel bewegwijzerd is. Maar de hoge top is niet ideaal in slecht weer.

Enkel het kompas houdt ons ongeveer op koers.

Ons laatste restje brood is na 5 dagen in de rugzak beschimmeld, dus blijft het bij enkele droge Italiaanse koeken die we proberen door te spoelen met wat water.

We dalen terug af naar Valbona.

We zijn terug in Albanië. De mist trekt op en het zicht strekt zich uit over de indrukwekkende flanken van de Valbona-vallei. De bladeren beginnen stilaan te verkleuren, een herfstgevoel overvalt ons. Lager in de vallei smeulen de zwartgeblakerde boomstammen nog na. We volgen de Kukaj stroomafwaarts en bivakkeren gratis nabij een bar-restaurant.

Een herfstgevoel overvalt ons.

Alles voor de sport…en het uitzicht
Afstand: 13km
Hoogtemeters: 1140m stijgen, 1200m dalen

We hebben nog één stapdag over, het weer is opnieuw perfect dus besluiten we nog eens een serieuze beklimming te wagen. Langs een oud mijnwerkerspad stijgen we gestaag uit de vallei.

Het smalle mijnwerkerspad loopt tegen de steile flank omhoog.

Het pad klimt langs impressionante rotswanden omhoog. Maar we lopen ons vast hoog in de bergen als de afdaling net in zicht is. Er is niets van bewegwijzering en geen pad meer zichtbaar. De steile flank is ons te risicovol. We proberen nog een tweede optie langs een couloir vol puin maar ook dat is niet echt haalbaar. Er valt niets anders op dan op onze stappen terug te keren.

We lopen ons vast rond het hoogste stuk.

In de Valbona-vallei vinden we opnieuw markering. Eenmaal op de autopiste zitten we al snel in de laadbak van een jeep die ons terug naar Bajram Curri brengt.

Conclusie

Het Prokletijegebergte is een aanrader, al moet je wel je plan wat kunnen trekken als je een langere meerdaagse tocht wilt ondernemen. We kwamen in september enkel trekkers tegen tussen Rragami en Thethi maar elders enkel maar herders. Wie liever binnen slaapt, kan in Valbona starten, daarna de bergpas over naar Thethi om vandaaruit noordwaarts te trekken, al zijn de afstanden niet te onderschatten. De hoogteverschillen zijn ook aanzienlijk.

Het is de eerste keer dat we zo gastvrij onthaald werden in Europa, maar jammer genoeg verstaan ze geen woord Engels. Neem dus zeker wat foto’s mee van je familie, enkele Albanese woorden over jezelf en een point-it-boekje. Wie een lactose-intolerantie heeft, gaat beter niet op de gastvrijheid van de lokale boeren in. Je krijgt allerlei melkproducten voorgeschoteld.

Meer beelden in dit fotoalbum.

PRAKTISCHE INFO

BEREIKBAARHEID

Reizen naar  Albanië

We vlogen met Jetairfly voor 155 euro per persoon rechtstreeks van Brussel naar Tirana. De maatschappij vliegt enkel op maandag en vrijdag. Wie op een andere dag wil reizen zal met moeten overstappen en betaalt ook meer. Mogelijke maatschappijen zijn Alitalia en Turkish Airlines. Kijk de mogelijkheden na via www.connections.be (tip: reserveren via de sites van de luchtvaartmaatschappijen zelf is vaak goedkoper).

Van de luchthaven naar Tirana (de hoofdstad) kan je een taxi nemen (2500 lek) maar het goedkoopste is een bus die elk uur rijdt (Rinas Express, 250 lek per persoon). Trek je niets aan van opdringerige taxichauffeurs aan de uitgang van de luchthaven, de busstop vind je aan de linkerkant van het gebouw. Er hangt ook een uurrooster uit. Indien je even moet wachten, geen nood, er is een terras nabij. Op deze kaart vind je de plaats waar je in Tirana aankomt: http://goo.gl/maps/50l7c. Kan handig zijn voor wie vanaf daar te voet naar zijn logement loopt.

Reizen in Albanië

Er is slechts een beperkt aanbod van treinen en langeafstandsbussen. De makkelijkste manier om je te verplaatsen is via minibus. Eigenlijk zijn dit particulieren die met een minibusje van 8-10 personen rijden, vaak op een vast traject, maar niet altijd erkend. Soms wachten ze tot het busje min of meer volzet is om te vertrekken, andere keren vertrekken ze toch als ze weten dat ze onderweg nog volk gaan oppikken. Je vindt er nergens informatie over, het komt er gewoon op aan naar de plaats te gaan waar ze vertrekken of onderweg stoppen, of mensen aan te spreken vb. de uitbaters van je gastenkamer of hotel, of gewoon een caféhouder. Daar geldt vaak ‘ons kent ons’. Dan doen ze een belletje en regelen ze voor jou een plaats. Soms zijn ze op tijd, soms een kwartiertje later maar je mag er wel op vertrouwen. Dezelfde tarieven gelden voor toeristen en Albanezen die ook veelvuldig gebruik maken van dit systeem.

UPDATE 2014: Blijkbaar zijn de minibussen in Albanië aan banden gelegd. Enkel nog voor lange afstanden worden ze nog gebruikt, maar voor kortere trajecten, zijn er enkel nog officiële bussen. Info is echter amper beschikbaar, dus je zal ter plekke te rade moeten gaan.

Om in ons vertrekpunt te komen, namen we de minibus van Tbilisi naar Koman Lake (700 lek pp), daarna de ferry over Koman (500 lek pp), een minibus naar Bajram Curri (350 lek pp) en een taxi naar Tropoja (500 lek per taxi). We hebben erg vroeg de minibus genomen omdat we de vaart over Koman niet wilden missen. Je kan ook later vertrekken maar dan reis je via een andere weg (deels door Kosovo) rechtstreeks naar Bajram Curri. Zo zijn wij teruggekeerd (1000 lek pp). Een identiteitskaart is voldoende voor de grensovergangen. Onderweg wordt er wel een keer gestopt voor een sterke koffie met of zonder raki (en een toiletpauze).

We kwamen de meeste toeristen tegen op de ferry van Koman.

WANDELKAARTEN

Er zijn sinds 2012 nieuwe wandelkaarten uit als gevolg van een samenwerking tussen de National Society for Mountainous Studies en Albanian Alps Association. De kaarten zijn uitgegeven door Huber Verlag en heten Albania hiking & biking map (1:50.000). Wij gebruikten nr. 1 en 2. Je kan je plan ermee trekken om zelfstandig op pad te gaan maar het verloop van de routes is niet altijd even correct en het detail van reliëf kan ook beter. Op dat laatste vlak scoort de oudere kaart ‘Wanderkarte Nordalbanian – Thethi und Kelmend’ (met bijhorende Duitstalige wandelgids) wat beter maar daar staat dan weer het eerste deel van onze route niet op.

Een alternatief is eventueel oude sovjetkaarten gebruiken: http://www.bunkertrails.org/maps.php. Sommige paden zullen nog in gebruik zijn, zeker aangezien er in de zomer nog veel families in de bergen wonen. Als er echter een nieuwe jeeppiste wordt gemaakt, geraken sommige paden wel in verval.

AARD VAN DE PADEN EN BEWEGWIJZERING

Over het algemeen gaat het om aarden paden en jeeppistes. Het gebied ten noorden van Thethi is wel al wat ruiger en daar zijn de paden rotsiger.

Rond Valbona en Thethi is al serieus werk gemaakt van bewegwijzering. Ondanks dat er nu wandelkaarten beschikbaar zijn van een ruimere regio, betekent niet dat de nieuwe routes meteen goed bewegwijzerd zijn. Er is intussen een nieuwe veelbelovend route nl. de grensoverschrijdende “Peaks of the Balkans” (http://www.peaksofthebalkans.com) die naar verluidt goed gemarkeerd zou zijn.

De kans op mislopen zit er op niet-bewegwijzerde routes zeker in, maar gelukkig zijn de lokale bewoners erg behulpzaam.

Rond Valbona en Thethi is er werk gemaakt van bewegwijzering.

GRENSOVERGANGEN

De nieuwe kaarten zijn grensoverschrijdend, net als de kaarten van de nieuwe route ‘Peaks of the Balkans’ maar dat betekent zeker niet dat je makkelijk de grens over geraakt buiten de enkele officiële grensovergangen die er bestaan (op enkele verkeerswegen). Enkel (grote) groepen kunnen een aanvraag indienen (ten laatste 2 weken ervoor) én op een welbepaalde datum. Meer info vind je op deze site (http://www.peaksofthebalkans.com/index.php?option=com_k2&view=item&layout=item&id=16&Itemid=132&lang=en). Afhankelijk wat je vertrekpunt is, dien je de aanvraag in bij de politie in Albanië, Montenegro of Kosovo. Best complex, en individuele reizigers raad ik aan om deze organisatie te gebruiken om aan permits te geraken.

We hebben een korte illegale grensoverschrijding gemaakt. Naar verluidt gebeurt dit wel meer, maar de gevolgen kunnen niet mals zijn.

WANDELGIDS

Er zijn maar een beperkt aantal wandelgidsen beschikbaar:

  • Wanderführer Nordalbanien Tethi und Kelmend (die samen met de kaart verkocht wordt)
  • In de Bradt-gids van Albania vind je ook wat informatie

BEVOORRADING

In de bergen is geen bevoorrading mogelijk. In Bajram Curri kan beperkt bevoorraad worden: wat brood, koeken, soep, … We kookten op (ongelode) benzine die je natuurlijk wel overal makkelijk kan aanvullen. Geen idee of je eventueel in Tirana aan gasblikjes kunt geraken. Qua restaurantjes blijft het ook erg beperkt. Cafés vind je daarentegen overal. Vaak kan je wel een soort salade eten (met tomaat, komkommer en kaas).

OVERNACHTING

In de bergen zelf sliepen we onder de blote sterrenhemel, onder de tarp en bij boeren.

In Bajram Curri hebben we 3 nachten geslapen in Hotel Boshnjaku (3000 lek voor een kamer incl. douche en toilet), dat nabij een tankstation op de rand van het dorp is gelegen. Je kan er ook een hapje eten (salade en frieten). In Tirana sliepen we in Tirana Backpackers Hostel (http://www.tiranahostel.com/). Er zijn twee kamers en slaapzalen. Op zich een gezellig en goed gelegen maar na één douche moet je een uur wachten voor er terug water is (laat staan warm water) om te kunnen douchen…en het toilet te kunnen doorspoelen.

In de bekendste dorpen vb. Valbona en Thethi vind je diverse gastenkamers en hotelletjes. Voor Thethi vind je hier enkele adresjes (maar er zijn er meer): http://www.thethi-guide.com/english/akomodime.php. Voor Valbona vind je meer info op deze site: http://www.journeytovalbona.com/your-journey/where-to-stay/.

ANDERE VERSLAGEN EN LINKS

In de (betalende) reisverslagendatabank van Wegwijzer staat een verslag van Peter van der Brugghen die al meermaals in deze regio heeft gestapt.

Een omschrijving van het gebergte en enkele links vind je op http://en.wikipedia.org/wiki/Prokletije.

De Albanese bevolking is erg gastvrij.

Plaats een reactie