Lentetocht langs de Bernese Muur

We genieten op het terras van de camping in Kandersteg van een lekker avondmaal en Weissbier. Hoog boven ons gloeit de rotstoren van de Bire op door de avondzon. De zomer heeft hier al zijn intrede gedaan maar op grotere hoogtes is koning winter nog maar pas vertrokken. Door het slechte voorjaar ligt er nog erg veel sneeuw, de berghutten hebben hun opening uitgesteld naar volgend weekend.

Iets meer dan een opwarmertje
Afstand: 14km, Hoogtemeters: 1741m stijgen en 102m dalen

We klimmen langs de Öshibach omhoog. De Oechinensee ligt middenin een impressionant rotsen amfitheater. Om deze indrukwekkende omgeving ten volle te ontdekken, kiezen we voor het zuidelijke traject richting de Fründenhütte. De berghut is nog gesloten door de sneeuw. Diep onder ons dobberen vissersbootjes op het melkblauwe meer, dat zijn kleur dankt aan het smeltwater van gletsjers dat rotsdeeltjes meevoert (het zogenaamde gletsjermelk).

Op weg naar de Oechinensee.

Waar de sneeuw al gesmolten is, bloeit langs het pad de azuurblauwe lentegentiaan. De planken van de zomerbruggen liggen nog werkloos aan de kant. Telkens we een bergriviertje over moeten, is het zoeken naar een veilige overgang over het bulderende smeltwater en de erg fragiele sneeuwbruggen.

Nog veel sneeuwvelden op het pad naar de Fründenhütte

We klimmen niet naar de Fründenhütte maar vervolgen langs de steile rotswanden richting de Fründenshnuier. Het pad loopt langs een loodrechte afgrond, her en der hangen touwen. Geen overbodige luxe, zeker met een zware rugzak. Voorzichtigheid is geboden, ook als je ervaren bent.

De Fründenshnuier is zondermeer indrukwekkend.

Bij Underbärgli vleien we ons neer op een terras van een almhut. Het is erg warm en een frisse eistee doet wonderen. Vanaf hier gaat het verder richting de Blümlisalphütte. Dagwandelaars keren om en we hebben het rijk voor ons alleen. Krokussen en lenteanemonen steken de kop op net na de dooi.

Lenteanemonen

Het wordt al snel duidelijk wat ons te wachten staat. Eenmaal boven 2000m is er nog veel sneeuw. Geen afdrukken van bergschoenen, enkel een oud spoor van toerskiërs. Over een voormalige morenerug klimmen we omhoog. We kunnen de “Berner Muur” en zijn gletsjers haast aanraken. De Morgenhorn en de Blüemisalphorn zijn vandaag de hoofdrolspelers.

Langs de Berner Muur.

Aangezien ons bivakmateriaal niet voor deze winterse condities geschikt is, zetten we verder koers naar de Blümlisalphütte. Tijdens de laatste honderd klimmeters is het echt op de tanden bijten, de sneeuw wordt dieper en de vermoeidheid laat zich voelen. Na maar liefst 1740m stijgen is het vet van de soep. Voor een eerste dag kan dat wel tellen. Maar de beloning is groot. We zitten op 2834m hoogte en het panorama is om van te snoepen.

We genieten van de zonsondergang.

De winterraum is erg comfortabel. Er hangt een foto van vroegere tijden waarbij vrouwen de bergen introkken met lange rokken, een touw rond het middel en een stok met een metalen punt. En te denken dat de eerstbeklimmingen in die stijl zijn gebeurd! Wij voelen ons al stoer met een pikkel in de hand…

De eerste alpinisten.

De day after
Afstand: 13km, Hoogtemeters: 423m stijgen en 1217m dalen

De volgende ochtend kondigt zich opnieuw zonnig aan. We slikken even als we de afdaling oostwaarts bekijken. Dat ziet er pokkesteil uit. Ivo neemt het voortouw. Ik volg in zijn voet- of beter beenspoor.

Afdalen in de sneeuw met pikkel in de hand.

We dalen af naar Uf der Wart. Lager wordt de helling zachter. Zolang het niet te steil is, kan je rechttoe rechtaan afdalen in de sneeuw. Nabij Schnattmeng steken we door via Oberloch naar de boerderij van Gamchi.

De moeilijke doorsteek van de Gspaltenhornhütte (ook nog onbemand) naar de Sefinafurggat lijkt ons erg link door de sneeuw. Bovendien willen we bivakkeren en is het terrein rond de berghut hiervoor niet geschikt. De keuze om noordwaarts naar Bürgli te lopen en vandaar te klimmen naar de Sefinafurggat is snel gemaakt.

Een alternatieve route naar de Sefinafurga.

De benen voelen nog vrij zwaar aan bij het stijgen, we moeten toch wat bekomen van gisteren. Net voorbij Obere Dürreberg zoeken we een sneeuwvrije plek voor het zeil. Het is nog vroeg in de namiddag maar wat rust onder het zonnetje doet deugd. Het bucolische Kiental ligt aan onze voeten.

Bivak met uitzicht op het Kiental.

Knackwürsten
Afstand: 16km, Hoogtemeters: 736m stijgen en 1278m dalen

De sneeuw wordt harder op weg naar de col. We trekken de stijgijzers aan, al had het strikt genomen ook zonder gekund. Gezien er nog geen spoor ligt, is het wat gissen naar de juiste couloir. Het laatste stuk gaat erg steil omhoog.

De sneeuw wordt harder, we binden de stijgijzers onder.

We blazen uit op de col. Afdalen begint opnieuw steil, de sneeuw is nat en gaat makkelijk schuiven. We zien sporen van natte lentelawines. Er is duidelijk lawinegevaar dus houden we afstand en maken we tempo.

Dreigende wolken hangen rond de hoge pieken van de Bernese Muur. Een voorbode van de storing die voor morgen voorspeld is.

Onheilspellende wolken rond de hoogste toppen van Berner Oberland.

Stilaan wordt het pad terug zichtbaar. Ranonkel bloeit langs de kleine stroompjes. De rode luiken en de Zwitserse vlag van de Rotstockhütte zijn in zicht. Een bord soep met knackworst en brood glijdt met gemak naar binnen. De lokale vos komt piepen of er iets te rapen valt. Hij is duidelijk heel wat minder schuw dan zijn soortgenoten.

Rotstockhütte

We lopen verder langs de bergflank naar Im Schilt. De zon verdrijft de wolken. Eén voor één passeren de reuzen de revue: Breithorn, Mittaghorn, Äbeni Flue, Gletscherhorn, Jungfrau en Mönch. Enkel geboetseerd door rots en ijs. Een lawine raast als een grootse waterval van de rotsen bergwand af. Dit is het eerste gebied in de Alpen dat UNESCO-werelderfgoed geworden is.

We steken door naar het Schilltal.

Via het Schilttal steken we door naar het Bluemental. Mürren ligt onder ons. Bij Bir Mittlerer Tili is het terug hoog tijd voor een schaduwrijk terras. Het is erg warm en de keel raakt uitgedroogd.

We blijven op hoogte en lopen via het natuurreservaat van Chäneleg naar Winteregg. Onderweg in de afdaling naar Lauterbrunnen, komen we bij een open hut aan de Spissbach waar we besluiten om te overnachten. We zien de maan opduiken van achter de Mönch.

Bivakkeren met zicht op de Mönch.

En zwaaien maar
Afstand: 16km, Hoogtemeters: 1525m stijgen en 776m dalen

De volgende dag gaat het verder dalwaarts naar Lauterbrunnen. Tijdens de afdaling zijn ontwortelde bomen en diverse landverschuivingen zichtbaar. We spotten gemzen die nog altijd de beschutting van het bos verkiezen. Op een open terrein staat een natuurlijke val voor Borkenkäfer (schorskevers). Ze kunnen aan de bomen grote schade toebrengen doordat de vochtvoorziening geblokkeerd wordt.

Op de almen hangen vallen voor schorskevers.

We doen wat inkopen in het dorp. Daarna smeren we onze kuiten voor een erg lange beklimming. Als we achterom kijken, dan zien we het typische postkaartbeeld van Lauterbrunnen, de spitse kerktoren met op de achtergrond de Staubbachwaterval die zich 300m diep van een massieve kalkwand werpt. Het dorp dankt zijn naam aan maar liefst 72 watervallen (“louter bronnen”) dat het dal rijk is.

Lauterbrunnen en haar watervallen.

Net voor Wengen buigen we zuidwaarts richting Schiltmald en Innristroeid. Mürren zien we nog liggen aan de overkant van de vallei. Het begint te donderen. Zon en regen wisselen elkaar af. We trekken de regenjas aan, en weer uit, en weer aan, en weer uit…

Het gaat verder omhoog naar het station van de Eigergletsjer, waar een treintje passeert richting de Jungfraujoch op ruim 3400m hoogte. Harde windstoten doen ons enkele keren halt houden. Bukken is de boodschap…

Op weg naar het station van de Eigergletsjer.

We vluchten de kantine van het bergstation in voor een warme choco, aan de prijs van een trappist in België. Als we het gure weer induiken, zwaaien ons een groep Japanners vanuit de treinwagonnetjes uitgelaten toe. We hebben even veel medelijden met hen als zij met ons. Veel meer dan wolken gaan ze daarboven niet zien en ze moeten er nog duur voor betalen ook.

Langs de (nog gesloten) Eiger Trail.

Zoals verwacht is er nog erg veel sneeuw op de Eigertrail, genaamd naar de berg waarvan de noordflank wordt getraverseerd. Eigenlijk is de route nog gesloten. Gelukkig hebben we hier heel wat minder last van de wind. Op een klein plateautje besluiten we de bivakkeren. We zijn intussen kleddernat en het waait er zo hard dat het niet evident is om de tarp op te stellen. We bouwen een stenen muurtje rondom om te voorkomen dat de erg veranderlijke stormwind onder het zeil blaast. Dit komt toch op nr. 1 op de hitparade van lastige zomerbivaks.

De lastigste zomerbivak ooit.

Indringend gekrijs
Afstand: 17km, Hoogtemeters: 469m stijgen en 1456m dalen

De storm is gaan liggen, maar we zitten in de wolken. Van de noordwand van de Eiger is weinig te zien. Als we verder afdalen, wordt het toeristische Grindelwald langzaamaan zichtbaar. We laten Alpiglen links liggen maar blijven op hoogte een pad volgen richting Gletscherschlucht. Ook onder de 2000m is er nog sneeuw, vaak in geulen van riviertjes waar een lawine naar beneden is geraasd.

Meer dan dit hebben we van de noordwand van de Eiger niet gezien.

In de Gletscherschlucht heeft het smeltwater van de hoger gelegen gletsjers zich diep in de rotsbodem ingesneden. Waaghalzen laten zich vallen in de metersdiepe kloof. Hun gekrijs gaat door merg en been. Liever zij dan ik. Het gaat terug omhoog naar Pfingstegg. Een parapente zweeft voorbij.

Op weg naar de Gletscherschlucht.

Zowel de hoge als de lagere route naar Milchbach zijn onderbroken, wellicht door een landverschuiving want hoger dan 1400m gaat de route niet. Dan maar via Underhiirsen naar Hotel Wetterhorn. Hoog tegen de bergflank van de kloof van de Obere Grindelwaldgletscher is een gebouw te zien. Het blijkt een station te zijn van een vroegere kabelbaan die vanaf het hotel startte. We bivakkeren wat verder op de route naar de Byhorn, onder een oude eik bij een verlaten boerderij.

In de hoogte zien we een oud kabelstation.

Boerka
Afstand: 21km, Hoogtemeters: 1461m stijgen en 721m dalen

Na een natte nacht is het even gestopt met regenen, en klimmen we verder richting de Byhorn. Mannen zijn in de weer om de route naar de Glecksteinhütte begaanbaar te maken voor minder ervaren bergwandelaars. De grote middelen worden ingezet inclusief een elektrische boomzaag. Ze zijn duidelijk van plan om een serieuze boulevard aan te leggen, die Zwitsers toch!

Een sneeuwboulevard in aanleg.

We buigen af naar het noorden en klimmen verder naar Grosse Scheidegg. Het begint alweer te druppelen. Er wordt ons een laatste blik op de Wetterhorn gegund voor hij resoluut achter de mistcoulissen verdwijnt.

Nog even en we zitten compleet in de wolken.

Ivo zou graag nog eens in de sneeuw ploeteren dus dalen we niet af naar Meiringen maar doen nog een ommetje langsheen de Faulhorn richting Interlaken. Op de Alpgrindel zijn diverse lawines naar beneden gekomen, de ene al wat impressionanter dan de andere. Een chalet is met de grond gelijk gemaakt en wordt nu helemaal ontmanteld. Onze route loopt tussen de sneeuwbrokstukken, het is alsof we terug in IJsland zijn aanbeland.

We krijgen een déjà vu.

Op het pad storen we diverse alpenlandsalamanderkoppels tijdens hun vrijpartijtje… We lopen in de mist naar het station First waar we voor een stevig middagmaal gaan. Van de vierduizenders van Berner Oberland valt amper iets te bekennen. De toeristen die met de lift naar boven zijn gekomen, hebben een duur ticketje betaald. Maar blijkbaar maken velen nog net als ons de uitstap naar de Bachsee wat verderop. Voor het eerst zien we een boerka in de bergen.

De Bachsee met op de achtergrond de Gassenboden.

Nabij het meer zien we ons volgende mikpunt: de bergpas ‘Gassenboden’. Aangezien de mist met ijzeren hand blijft regeren, is er op de Faulhorn niet veel te zien. We nemen dus de route langsheen de flank. Er zijn ons al enkele wandelaars voor geweest, deze keer hoeven we enkel maar het spoor te volgen. Na 6 dagen quasi constant in natte bergschoenen te lopen, zijn mijn voetzolen een waar slagveld geworden. Ivo zorgt voor wat fotomateriaal voor het volgende boek…

Op weg naar Berghaus Männdlenen.

Berghaus Männdlenen ligt eenzaam en verlaten op het zadel. We steken door naar het Sägistal. Door een sneeuwveld dalen we af in de vallei op zoek naar een bivakplaats. Door het wegsmelten van de sneeuw, komt een gangenstelsel te voorschijn, uitgegraven door sneeuwmuizen tijdens de winter op zoek naar voedsel.

Gangenstelsel van de sneeuwmuis.

Voor onze laatste bivak klaart het helemaal uit. We genieten met volle teugen van de eenzame omgeving, op een steenworp van het drukke Interlaken.

Onze laatste bivak.

Oren likken
Afstand: 14km, Hoogtemeters: 234m stijgen en 1636m dalen

We steken door naar de Oberberghorn. We krijgen een heel ander landschap voor de laatste dag: verweerd rotsen, langgerekte dalen. Langs het pad groeien narcissen en meiklokjes.

Een ander landschap, een andere sfeer.

Helaas komen al snel de wolken opzetten. Op de panoramaweg naar Schynige Platte is niets te zien van de omgeving. Hoogstens een glimp krijgen we van de grootse Brienzersee.

Een glimp van de Brienzersee.

We dalen af naar Wilderswil. Een afdaling van 1500m, dat kan tellen. Interlaken ligt aan onze voeten. De beschaving komt dichterbij. Bergkoeien die elkaars oren uitlikken, ’t is schoon om zien.

Conclusie

De Bernese Muur is zondermeer indrukwekkend, maar ook zonder zicht op de vierduizenders heb je op deze tocht erg wisselende landschappen. Op sommige locaties moet je enkel rekening houden met vrij veel toeristen. De Zwitsers hebben her en der treintjes en liften gebouwd.

Bekijk het filmpje met alle foto’s en muziek op https://vimeo.com/125899910. Klik op ‘HD’ voor volle resolutie.


PRAKTISCHE INFO

MOEILIJKHEIDSGRAAD VAN DE TOCHT

3schoenenDit is een tocht van niveau 3 (meer info over deze indeling in dit bericht), een tocht die geschikt is voor bergwandelaars met voldoende tredzekerheid, een goede fysieke conditie en weinig of geen hoogtevrees. De route gaat overwegend over goed uitgetreden paden, maar er zijn ook enkele moeilijkere steilere passages, die soms wel te omzeilen zijn vb. de Fründenshnuier op dag 1 (enkel voor ervaren bergwandelaars geschikt).

SEIZOEN

Deze tocht is haalbaar vanaf juli tot ongeveer eind september. Wij stapten er al midden juni. Het was een bewuste keuze om vroeg in het seizoen naar dit gebied te trekken, omdat het dan een pak rustiger is dan in juli en augustus en ook een tikkeltje uitdagender. Toen lag er nog erg veel sneeuw en moesten we op diverse stukken nog zelf sporen. Daarom hadden we ook pikkel en stijgijzers mee. Meer informatie rond sneeuwvelden vind je in dit artikel dat ik schreef voor Hiking Advisor.

Beginnende of weinig ervaren bergwandelaars raad ik ten stelligste aan om pas in augustus of september deze tocht te ondernemen.

Onze reisperiode: 17-23 juni 2013

Een pikkel is een must in de sneeuw, stijgijzers of microspikes vooral bij harde sneeuw nodig en op deze tocht niet echt nodig gehad.

BEWEGWIJZERING

De Bärentrek is op zich als route niet bewegwijzerd maar Zwitserland staat uiteraard bol van de wegwijzers en verf, dus als je wat kaart kan lezen en aandachtig de plaatsnamen bekijkt, zal je weinig moeilijkheden ondervinden.

Hieronder zie je onze route in google maps.

KAARTEN & WANDELGIDS

We inspireerden ons op een tocht beschreven in ‘Bergtochten  in de Zwitserse Alpen’ van Jolanda Linschooten (uitgeverij Dominicus) maar pasten deze wel naar eigen goeddunken aan. Zo zijn we in Kandersteg gestart maar via Lauterbrunnen gewandeld waar we extra inkopen konden doen en daalden we op het eind niet af naar Meiringen maar maakten nog een ommetje via de Faulhorn en de Schynige Platte om te eindigen in Wilderswil.

De route van Jolanda is trouwens op haar beurt geïnspireerd op de bestaande Bärentrek en Hintere Gasse: http://www.wandersite.ch/Baerentrek.html. Nog enkele Nederlandstalige verslagen: Bärentrek (Fred & Charissa) en Bärentrek (Hans Wortel). En ook dit artikel van Op Pad met praktische fiche beschrijft de route.

We gebruiken wandelkaarten op een schaal van 1:50.000:

  • 263T ‘Wildstrubel’
  • 264T ‘Jungfrau’
  • 245T ‘Interlaken’

Ze zijn minder gedetailleerd dan de 1:25.000 maar hebben als voordeel dat ze de bewegwijzerde wandelroutes aangeven (in het rood) en dat je maar 3 kaarten nodig hebt om onze gelopen route af te dekken. Ze zijn afdoende om je weg te vinden, aangezien de bewegwijzering goed is en de paden duidelijk zijn.

Navigeren doe je met een goede wandelkaart in combinatie met de bewegwijzering.

BEREIKBAARHEID

Zowel Kandersteg als Wilderswil zijn bereikbaar met de trein. Wij lieten de auto achter op de camping van Kandersteg (tegen 15 CHF, voor zover ik me kan herinneren) en reisden met de trein terug met overstap in Interlaken en Spiez (28,4 CHF pp). Wie de tocht wilt inkorten, kan ook Lauterbrunnen makkelijk bereiken. Zwitserland is erg goed voorzien van openbaar vervoer zodat je eigenlijk kan kiezen hoeveel dagen je op stap bent.

ACCOMMODATIE

Er zijn voldoende berghutten en hotels langs de route zodat je er een huttentocht kan van maken. Hoog gelegen hutten gaan in principe midden juni open en sluiten half of eind september. Door de vele sneeuw is de opening van de hutten in 2013 met een week uitgesteld geweest. Op de eerste nacht sliepen we in de winterraum van de Blümisalphütte. Je betaalt wel de ‘volle pot’ net als dat de hut bemand zou zijn, dit is 23 CHF per persoon indien lid van een bergsportfederatie (tarief 2013). Er staat een bus waar je je geld kwijt kan, ook euro’s worden aanvaard. Er is vloeibaar water, ’s avonds dan toch als er nog smeltwater is. ’s Morgens komt er geen water uit de bron.

Winterraum van de Blümisalphütte.

We hebben behalve die eerste nacht altijd wildgebivakkeerd. We moesten bij de etappe-indeling vooral rekening houden met mogelijke bivakplaatsen die niet zo heel erg dik bezaaid liggen in deze streek. Wildkamperen is niet overal toegelaten vb. in het Kiental en dus is het zoeken naar zowel geschikte als discrete plekken.

BEVOORRADING & BRANDSTOF

Je vindt uitgebreide mogelijkheden in Kandersteg (startpunt), Lauterbrunnen, Grindelwald (iets buiten de route) en Wilderswil (eindpunt).

6 reacties

  1. Ik ben net terug van een lentetrekking langs de Berentrek. Ik hou van de sfeer in de paar weken vóór de start van het zomerseizoen : veel rustiger, veel meer kans om dieren te spotten, veel uitdagender omdat veel hutten en kabelbanen gesloten zijn en er nog veel sneeuw ligt. Op dat vlak ben ik ook dit jaar royaal bediend.
    Heel mooi en inspirerend verslag. Maar pfff … ik wordt toch wel wat jaloers als ik zie wat voor schitterend weer jullie hadden. Van de hele Bernese muur heb ik welgeteld 2 toppen in al hun glorie gezien : Wetterhorn en Jungfrau. De rest ? 7 dagen mist.

    Zie mijn verslag op https://bertwandeltlangsdebernermuur.blogspot.be/

    • Bij ons ging het weer ook wat op en neer, maar het was wel beter dan bij jullie. Hopelijk toch een mooie reis achter de rug?

Geef een reactie op Luc S Reactie annuleren