In kader van het Trage Wegenweekend van 17-18 oktober 2015 besluiten Nick en ik een bivaktocht te organiseren en intussen ook geld in te zamelen voor de heropbouw in Nepal. Het wordt meteen een eerste innige samenwerking tussen Hiking Advisor en Chautaara vzw. En waarom geen trektocht organiseren in mijn achtertuin? Zo verkenden we midden oktober samen met 18 volgelingen Gent en omstreken.
Met dank aan Chris Crop, Rudi Holans en Bert Dekeyer voor de foto’s.
Gent naar Laarne via Rozebroeken en Damvallei
Afstand: 20km
Vijf minuutjes op de fiets en ik ben al bij het startpunt van de tweedaagse. Een groep enthousiaste hikers staat me op te wachten bij het station van Gent-Dampoort. Zij spoorden uit de diverse windstreken naar de Arteveldestad.
We laten de zaterdagdrukte achter ons en komen bij de eerste bron van stilte: het Groot Begijnhof van Sint-Amandsberg. Oorspronkelijk huisden de begijntjes in de Gentse binnenstad maar door de toenemende verkaveling en een liberaal stadsbestuur waren ze in 1873 gedwongen om te verhuizen. Belangrijk was dat ze een afgesloten gemeenschap bleven want ze hadden allen hun gelofte van kuisheid afgelegd. Vandaag de dag bijna niet denkbaar en er blijft dan ook geen enkel begijntje in Vlaanderen meer over.
Vlakbij vinden we de Rozebroeken, een voormalig afvalstort dat in de jaren ’90 is omgetoverd tot ‘prettige wildernis’. Ook de volkstuintjes moesten verdwijnen wegens de vele zware metalen in de ondergrond. Maar het resultaat mag er zijn, dit is geen mooi afgelijnd park maar wel een bonte mengeling van bomen en struiken met tal van paadjes en verdoken picknickplekjes.

Na een stukje Destelbergen met lange woondreven en verborgen plukjes groen, maken we de doorsteek naar de Zeeschelde. Dit deel van de belangrijkste rivier in Vlaanderen wordt ook wel eens het Gentse Zwin genoemd. Het is een zoetwatergetijdengebied met slikken en schorren. Vrij zeldzaam want vaak worden sluizen gebouwd en rivierlopen ingedamd. Nochtans biedt zo’n gebied voordelen, niet enkel voor de biodiversiteit maar ook als buffer tegen overstroming, bescherming van dijken en zuiverend effect op rivierwater. In de kale slikken die bij tij overstromen, kruipen wormen, krabbetjes en wadslakjes. Zij zijn voedsel voor heel wat watervogels. De schorren lopen enkel bij springtij onder en dat laat toe om riet, struiken en wilgen te laten groeien. Het zijn veilige broedplaatsen.

We stappen terug richting Destelbergen, naar het natuurgebied van de Damvallei. Dit is een meander van de Schelde die lang geleden op een natuurlijke manier afgesloten geraakte. Heel wat plantenmateriaal zakte naar de bodem en zorgde voor de vorming van laagveen. Tijdens de Middeleeuwen, toen bijna alle bomen in de omgeving gerooid waren, werd er turf gestoken om als brandstof te dienen. De overgebleven putten en oevers zijn nu beschermd door Natuurpunt. De Damvallei is vooral bekend voor de hoge diversiteit aan libellen: zeldzaamheden als tengere grasjuffer, bruine winterjuffer, variabele waterjuffer en vroege glazenmaker. In de Hauw lopen we via een nieuw pad naar de schrale vochtige graslanden met verschillende soorten zegge. Jammer dat hier in de jaren ’60 pal in het gebied een klaverbad werd aangelegd. Zo ontstond ook het Damvalleimeer, een put waaruit zand gewonnen werd voor de bouw van de snelweg, en waar nu verschillende koppeltjes visdief broeden.

Vanaf nu gaat het zuidwaarts richting Laarne. Hier hebben we echt het plattelandsgevoel, terwijl we nog steeds op een boogscheut zitten van Gent. Rond het dorp ligt een lappendeken van weiden dooraderd door heel wat paden en wegels. Na onze doortocht van het centrum stappen we richting het terrein van Scouts Sint-Jan. Daar slaan we de bivak op en schuiven dan zonder enige moeite de voeten onder tafel voor een typisch Nepalese maaltijd: Dal Bhat.
Laarne naar Gent via Gentbrugse Meersen en Visserij
Afstand: 20km
Via het Prullenbos stappen we terug naar Laarne. Een blitzbezoekje aan de waterburcht mag niet ontbreken, die zou dateren uit de 10de of 11de eeuw maar volgens bevriende kenners zijn dat hooguit nog de grondvesten. Het slot fungeerde als verdediging tegen de stad Gent.

We stappen terug naar de Schelde. Nu is het wat meer zoeken naar onverharde wegjes. We vinden een mooi wandelpaadje…pal naast de ring rond Gent. Als we de Gentbrugse Meersen binnenlopen, vinden we terug rust. Ook hier lag een meander die verdween met de rechttrekking van de Schelde in 1870. In dit moerasland (vandaar de naam ‘meers’) werd vroeger klei gewonnen. Veldovens waren tot in de jaren ‘50 in gebruik. Nu is het natuurgebied.
We lunchen nabij het vredesmonument, dat in de vorm van een vlag is gebouwd en waarop we een prachtig zicht hebben op de omgeving. Via de geboortebossen lopen we terug naar de Gentse rand. Een nieuw park is aangelegd nabij sporthal de Driebeek. We vinden enkele verrassende wegjes langs een riviertje.

Via het Braemkasteel lopen we naar de fietsersbrug in het Keizerspark. Daar gaat het over de Schelde naar de Gentse binnenstad. Langs de Achtervisserij ligt een pad dat de vaart volgt tot aan Portus Ganda, letterlijk vertaald de ‘haven van de samenvloeiing’. Hier komen Leie en Schelde samen. Dat was ooit anders. Door de aanleg van de Ringvaart rond Gent en het daaropvolgende verdwijnen van de scheepvaart uit Gent en omwille van geurhinder werd in de jaren 1960 besloten om de Nederschelde te dempen. Door de verbetering van de waterkwaliteit was dat niet langer nodig en sinds 2014 is de Reep terug open.
Via de Schoolkaai bereiken we het station van Gent-Dampoort. Na een drankje waaiert de groep terug uit in de diverse windrichtingen, en mijn stalen ros staat nog onaangeroerd in het fietsrek.
Conclusie
In verstedelijkt Vlaanderen is het niet zo evident om onverharde wegen en paden terug te vinden, maar wie zoekt, die vindt. Via mijn voorverkenning en deze tocht heb ik toch weer onbekende hoekjes en kantjes ontdekt: groene plekken middenin de stad, nieuwe paadjes in een natuurgebied, een recent aangelegd park en de bijzonder landelijke omgeving met tal van trage wegen rondom Laarne. Op die manier was het mogelijk om een heel gevarieerde route samen te stellen. Het enige minpunt van deze tocht zijn de diverse autostrades die her en der toch voor behoorlijk wat geluidshinder zorgen.
PRAKTISCHE INFO
MOEILIJKHEIDSGRAAD VAN DE TOCHT
Dit is qua terrein een eenvoudige tocht want het gaat over zo goed als vlak terrein (niveau 1). Je moet wel kunnen kaartlezen want de route is zelf gecreëerd en dus niet bewegwijzerd (meer details hieronder). Meer info over de classificatie van mijn tochten vind je in dit bericht.
SEIZOEN
We stapten er in het weekend van 17-18 oktober 2015. Het is een route die in elk seizoen te bewandelen is, al moet je er rekening mee houden dat sommige stukken er erg modderig en nat kunnen bijliggen, zeker na een periode van regen én in de herfst en winter als het grondwaterniveau stijgt. Laarzen kunnen dan op sommige secties handig zijn.
GELOPEN ROUTE & BEWEGWIJZERING
Onze gelopen route zie je op dit kaartje. De route is niet bewegwijzerd. Enkel op dag 1 liepen we deels over de GR128. Je moet dus dit overzichtskaartje leggen naast de stafkaarten en zo de route overtekenen. In de Gentbrugse Meersen staan de nieuwe paden nog niet op de stafkaart. Daar gebruik je best de kaartjes die je vindt op deze website.
KAARTEN
We liepen de tocht op de volgende stafkaarten van het NGI (1:20.000):
- 22 1-2 ‘Gent-Destelbergen’
- 22 3-4 ‘Wetteren-Zele’ (hiervan heb je maar een klein stukje nodig dus je zou de topomap viewer van het NGI kunnen gebruiken om deze kaart af te drukken).
BEREIKBAARHEID
Het station van Gent-Dampoort is makkelijk bereikbaar en ligt langs de treinlijn Gent-Sint-Pieters – Antwerpen. Een weekendbiljet (korte afstand) of Railpass (langere afstand) is de goedkoopste oplossing. Bij het station is er ook een betalende parking voor auto’s en uitgebreide fietsparking.
Voor wie de tocht liever in dagtrips loopt, Laarne is bereikbaar met een rechtstreekse bus 34 vanaf Gent-Dampoort die zowel op zaterdag als zondag rijdt. Uurregeling vind je op de website van De Lijn.
ACCOMMODATIE
We kregen toestemming van Scouts Sint-Jan om de tent daar op te zetten en de lokalen te gebruiken. Er is geen camping in Laarne dus als je wilt bivakkeren, zal je toestemming moeten vragen aan een boer of in het wild bivakkeren.
Wie wilt binnenslapen, vind wel veel mogelijkheden in Laarne. Zo is er een jeugdherberg, weliswaar een eindje buiten het centrum. Op de website van Laarne kan je een toeristische brochure downloaden met daarin andere overnachtingsmogelijkheden.
BEVOORRADING
In alle dorpen die je onderweg tegenkomt of waar je nabij passeert, vind je diverse winkels (Sint-Amandsberg, Destelbergen en Laarne).
LINKS