Kennismaking met Parc National des Ecrins

 

Een kathedraal van bergpieken, gletsjers en steile rotswanden, zo kan je dit bergmassief het best omschrijven. Dit gebied temidden de Franse Alpen trekt daarom veel alpinisten aan, maar ook bergwandelaars kunnen er hun gading vinden. De Tour des Ecrins loopt rondom het massief en bivakkeren voor één nacht is er toegelaten. Yanick Bos stippelde voor Hiking Advisor in het kader van zijn afsluitende stage als Instructor Mountain Walking & Trekking een 5-daagse lustocht uit aan de westelijke zijde van het massief. Ik mocht mee als mentor, samen met 8 enthousiaste deelnemers.

Dag 1: La Danchère – Lac de plan Vianney

Afstand: 7,2km, stijgen: 1.409m, dalen: 10m

’s Avonds terug uit de Lyngen Alpen, en de volgende ochtend zit ik al vroeg op de trein naar Frankrijk. Een klein foutje in de planning zorgt ervoor dat ik diezelfde dag nog de groep mag inhalen die ’s morgens al vanuit La Danchère is vertrokken. Gelukkig is het dorpje vlot bereikbaar met het openbaar vervoer en rond 15u30 ben ik al op stap. Ruim 1.400 hoogtemeters staan me nog te wachten, maar de benen zijn gelukkig nog in wandelmodus.

Ik trek doorheen het rustieke gehuchtje la Danchère en pik al snel de variante van de GR54 op naar Le Lauvitel, een imposant bergmeer tussen steile bergwanden. Achter het meer ligt de Ravin de la Pisse die samen met het ganse keteldal rondom afgesloten is voor wandelaars om de natuur extra te beschermen.

Het pad loopt een stukje langs het meer om dan zigzaggend de hoogte in te gaan. Als ik bijna aan de bivakplaats bij de Lac de Plan Vianney kom, klapt de hemel dicht. Het is mistig. De groep zit al te kokerellen. Ik zet eerst het zeil op, voor het geval het zou beginnen regenen, en haal dan ook mijn gasvuurtje boven. Nog een briefing van Yanick over de eerste stapdag en ik ben helemaal mee.

Dag 2: Lac de Plan Vianney – Lac Labarre

Afstand: 9km, stijgen: 795m, dalen: 660m
Extra klim naar Tête de Rame: 2,2km, 195m stijgen en dalen

De zon werpt de eerste stralen op de tarp, het wordt meteen aangenaam warm. Na het ontbijt trekken we gestaag omhoog naar de Crête de la Montagne. We laten de rugzak achter om nog een tikkeltje hoger te trekken richting Pointe de Confolens tot het terrein te technisch wordt.

Rond deze bergkam is de kans tijdens onze tocht het grootst om steenbokken te spotten volgens hun GPS-trackers van het nationaal park, maar we vangen maar een glimp in de verte op. Deze grazers zoeken soms heel steil rotsterrein op, waar wij mensen ze amper kunnen volgen. Men heeft ontdekt dat sommige dieren zich tot in Italië verplaatsen om te overwinteren, terwijl anderen zich liever heel lokaal verplaatsen.

Via een grintpad gaat het terug omlaag richting Cabane de la Selle. Op de almweide strijken we neer voor de lunch. Een mooi pad leidt ons tussen frisgroene lorken naar Rocher de la Grande Eglise. De omgeving is werkelijk schitterend, terwijl het hier opvallend rustig wandelen is, en dat temidden het hoogseizoen.

Vanaf de Col de la Romelou is ons eindpunt al in zicht: Lac Labarre. We hebben nog wat tijd over, dus pik ik samen met 4 andere deelnemers nog een topje mee: Tête de Rame waar we volop genieten van het panorama over de Ecrins. Onderweg maken we kennis met een herderin die meer dan 1.300 schapen op de flank doet grazen.

Bij het meer zoekt iedereen een geschikt plaatsje op voor de tent: zo vlak mogelijk maar toch nog genoeg afwatering voor mocht het toch opeens regenen. Bij een tarp is het daarbij ook eens heel goed nadenken over de mogelijke draaiende windrichting om te vermijden dat die opeens midden de nacht de ingang inblaast. En maar best ook dat we het au serieux nemen, want midden de nacht wakkert de wind plotseling heel sterk aan. Vanuit mijn slaapzak zie ik onze buur de tent uitkruipen omdat de stormlijnen nog niet verankerd waren en het tentzeil hard aan het klapperen ging…een goede les.

Dag 3: Lac Labarre – bivakzone Valsenestre

Afstand: 6,1km, stijgen: 63m, dalen: 1.098m

Via een rotsig pad dalen af tot aan de Cabane de Combe Guyon, de slaapplaats van de kudde schapen, die nu terug omhoog worden geleid om te grazen. We volgen nu la Fayolle, het bergriviertje dat wat verder spectaculair de vallei in verdwijnt. Op het pad naar Valsenestre ontmoeten we een parkwachter. Een kleine kilometer lopen we over een gruishelling tot het rustieke gehuchtje.

Met sprekend gemak vlijen we ons neer op het schaduwrijk terras van de gîte d’étape. We hebben al geluncht langs het pad, maar een dessertje kan er altijd bij, zeker als het tarte aux myrtilles is. Na aan lange pitstop stappen we verder. Yanick en ik proberen nog à l’improviste uit te leggen hoe je een rivier kan doorwaden, maar toegegeven, er is enige verbeeldingskracht nodig want de rivier is niet wild en breed genoeg.

Langs het pad blijkt een bivakzone tussen de bomen te liggen. Het is nog iets te vroeg om de tenten op te zetten, dus oefenen we de staptechnieken nog wat op een blokkenterrein in de buurt. Rechtop blijven, de voeten zo plat mogelijk zetten en altijd enkele stappen vooruit denken, zo kan je vlot over zo’n blokken bewegen. Het helpt uiteraard ook dat ze droog liggen…

Terug op de bivakplaats houdt Yanick angstvallig een local in de gaten die niet helemaal volgens de regels van de kunst een boom aan het omleggen is. Maar als dat gevaar geweken is, kunnen we op ons gemak de avond volkeuvelen.

Dag 4: Bivakzone Valsenestre – Lac de la Muzelle

Afstand: 8,3km, stijgen: 1.271m, dalen: 496m
Extra klim naar point de vue: 3,8km, 436m stijgen en dalen 

Met een lange klim in het vooruitzicht, komt het er op aan om niet te hard van stapel te lopen. De Col de la Muzelle is al van ver zichtbaar, de pas ligt tussen twee rotsen in. Vooral het laatste stukje is wat moeilijker, zigzaggend lopen we door steenpuin omhoog. De beloning is groot, het uitzicht is best wel indrukwekkend aan beide zijden van de col.

Via een gruishelling dalen we terug af. Hoog op de flanken van de Roche de Muzelle is er nog een gletsjer zichtbaar, al zie je ook aan de oude morenen en gladgepolijste rotsen eronder dat die vroeger veel lager kwam.

Bij het Lac de la Muzelle zien we aan de overzijde al de gelijknamige hut aan. Het is best warm en we zoeken dan ook de picknicktafels onderaan de hut op. Na een deugddoend drankje wordt de groep in twee gesplitst. Een deel trekt het liefst meteen naar de point de vue ten zuidoosten van de hut, de anderen besluiten nog wat te chillen op de bivakweide aan de andere kant van de hut en zullen dan na het eten nog een uitstapje doen om van de zonsondergang te genieten.

Dag 5: Lac de la Muzelle – La Danchère

Afstand: 9,3km, stijgen: 496m, dalen: 1.621m

We trekken van aan het meertje omhoog langsheen een rotswand om zo de Col du Vallon te bereiken. Het zicht op het Lac de la Muzelle wordt ingeruild voor dat op le Lauvitel, het meer dat we passeerden op onze eerste dag.

Het afdalen gaat behoorlijk vlot tot op een moeilijker en rotsiger stuk onder de Aiguille de Venosc dat aansluit op de Côte de la Traversette. We assisteren de deelnemers één voor één door de moeilijke passage, maar alles loopt vlot. ‘Better safe than sorry’ primeert bij het begeleiden van groepen.

Terug aan het meer zijn we zeker niet alleen, heel wat gezinnen komen hier vandaag op daguitstap. De temperatuur is dan ook erg zomers. We doen een poging om wat de schaduw te vinden voor de lunch, en enkelen wagen zich aan een frisse zwempartij in het meer.

Een stenige pad leidt ons terug naar La Danchère waar we getrakteerd worden op een plensbui. Op een terras in een gezellig tuin kunnen we nog een laatste keer genieten van een frisse ‘faisselle’ (verse koeienkaas) of ijscrème, vooraleer we de rit terug huiswaarts inzetten.

Besluit

Deze 5-daagse tocht was een schot in de roos. Prachtige berglandschappen, mooie bivakplaatsen en een rustig wandelgebied, ondanks het feit dat we midden het hoogseizoen op stap gingen. Met wat geluk kan je hier ook steenbokken spotten.

Meer foto’s in dit fotoalbum.


PRAKTISCHE INFO

MOEILIJKHEIDSGRAAD VAN DE TOCHT

Dit is een tocht van 3de categorie. Qua navigatie is de route eenvoudig te vinden, de paden zijn duidelijk en er is genoeg bewegwijzering. De grotere hoogteverschillen zorgen er wel voor dat je een goede conditie moet hebben. Er zijn enkele technische passages maar niets onoverkomelijk als je voorzichtig bent en geen of weinig hoogtevrees hebt. Het is een goede tocht voor wie, na enkele tochten in de Ardennen en Vogezen, ervaring wilt opdoen in het hooggebergte.

SEIZOEN

We stapten in totaal 5 dagen van 25 tot en met 29 juli 2017.

GELOPEN ROUTE & BEWEGWIJZERING

Hieronder vind je een overzicht van onze gelopen route met de bivakplaatsen:

Je kan ook een GPX-route op de site van Alpenvereinaktiv downloaden.

TOPOGIDSEN EN KAARTEN

Je hebt slechts 1 wandelkaart nodig van het NGI (1:25.000) nl. 3336 ET ‘Les Deux Alpes’. Hierop vind je alle bewegwijzerde routes en berghutten. Van de GR54 bestaat ook een topogids.

BEREIKBAARHEID

La Danchère kan met het openbaar vervoer bereikt worden, al ligt de bushalte wel in de vallei en moet je dus nog even klimmen. Er is een rechtstreekse TGV van Brussel naar Lyon, dan de lokale trein naar Grenoble, daar de bus 3000 op naar Bourg d’Oisan waar je kan overstappen op bus 3040 richting La Bérarde (afstappen aan de halte van Les Ougiers). Omdat ik niet wou wachten op mijn aansluiting, reed ik met bus 3000 verder naar La Clapier waar ik me – op aanvraag – liet afzetten aan de T-splitsing, daar pikte ik heel snel een lift op naar La Danchère en zo kon ik wat vroeger vertrekken omhoog.

Voor de trein betaalde ik 86,5 euro in totaal, je boekt best 3 maand op voorhand via deze website of in een NMBS-kantoor (al zal je dan misschien niet de goedkoopste tarieven kunnen krijgen). Aan de voorzijde van het station van Grenoble vind je de bussen en een ticketautomaat (tip: klik op het scherm alle zones aanklikken die je gaat doorkruisen). Voor de bus betaalde ik 5,6 euro. De uurregeling kan je op de site van Transisère vinden.

Wie met de auto komt, kan die kwijt op een parking in het dorpje, die staat aangeduid op de stafkaart.

ACCOMMODATIE

Op deze tocht is bivakkeren heel makkelijk en toegelaten, soms kan je vrij kiezen waar je staat, soms zijn er bivakzones vb. bij Valsenestre en Refuge de la Muzelle. Wie binnen wil slapen, zal een andere route moeten volgen vb. de originele route van de GR54 want de eerste 3 dagen (die te combineren zijn in 2) is er geen accommodatie. Je kan bijvoorbeeld wel van la Danchère naar Refuge da Muzelle en de volgende dag naar Valsenestre en zo verder zuidwaarts.

BEVOORRADING

Je komt onderweg geen winkels tegen maar je kan in Valsenestre en Refuge de la Muzelle wel de voeten onder tafel schuiven.

KLIMAAT

In de bergen kan het weer alle kanten uit. Bij ons was het vanaf dag 2 behoorlijk warm, ruim 25° op het heetste van de dag.

LINKS

Een verslag van Yanick over deze tocht, vind je op zijn blog.

8 reacties

  1. Enkele jaren geleden de tour des ecrins gegidst voor schampavie. Een van de mooiste en zwaarste tochten. Moeilijker dan de GR20. Meestal ver van alles verwijderd .Echt niet te onderschatten.
    Ik herinner me nog een uitbaatster van een gite ” Helène “. Wat een uitbaatster en wal een lekker eten. Rond 21 uur ( september) kwam nog een ” verdwaalde ” reiziger binnen. Hij was kletsnat. Onmiddellijk begon zij het vuur aan te porren om hem wat warmte te geven.
    Na het lezen van je verslag wil ik onmiddellijk terug. Dit jaar wordt het echter de Mercantour.
    Wie de tocht wil aanvatten :begin juli ligt er dikwijls nog heel veel sneeuw.
    Bedankt debbie voor je mooie verslagen. Ik moet echt je boek eens kopen. ( vaderdagcadeau?)
    Wie echt wil afzien . Doen.

  2. Hey Debbie,

    Heel knap verslag met enkele heel mooie, indrukwekkende foto’s! Is ook leerrijk en aanlokkelijk. Toeval of niet, als ik op de Franse kaart kijk, valt het oog steeds op dit gebied. Eén om te onthouden!

    Groetjes,
    Mattias

  3. Net de tocht gedaan. Prachtige route met een mooi begeleidend verslag. Niet te zwaar maar wel voldoende uitdagend. Aan iedereen aan te raden!

  4. Hee Debbie,

    Mooie route! Mijn vriendin en ik gaan hem over een paar weken doen en hebben een goede wandelervaring.

    Je zegt dat de eerste 3 dagen ook in 2 dagen gelopen kunnen worden, maar wij vroegen ons af of de gehele wandeling in 3 dagen gedaan kan worden zonder van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat te wandelen 😉

    ik kijk uit naar je bevinding!

  5. Eind juni 2021 deze tocht gedaan. Er lag op sommige stukken nog veel sneeuw wat ons heeft doen besluiten het laatste deel niet af te maken. Als ik nu de foto’s vergelijk, lag er bij de meren toen ik er was nog erg veel meer ijs in vergelijking met de foto’s van Debbie. Verder prachtige route! Ik raad dus aan om eerder in juli / augustus / september te gaan.

    • Er lag dit jaar uitzonderlijk veel sneeuw, Marjolein. Maar juni is hoe dan ook een dubbeltje op zijn kant en de condities zijn sterk afhankelijk van de sneeuwval in de winter en het weer in het voorjaar.

Plaats een reactie