De Maroon Bells zijn de vaakst gefotografeerde bergen van de staat Colorado. De rotstoppen torenen hoog boven het Maroon Lake uit. De Four Pass Loop is een populaire wandelroute die rondom de befaamde bergen cirkelt. Iedereen met wat fysieke conditie kan het aan om de vier bergpassen te overwinnen, de paden zijn uitstekend onderhouden en bivakmogelijkheden zijn er genoeg. Maar er is veel meer te beleven in dit bergmassief, dus creëerde ik een langere tocht van ongeveer 7 stapdagen waarbij bestaande wandelroutes en uitdagende offtrailsecties werden gecombineerd. Een nog onbeschreven trekking waarvoor ik zelf een klinkende naam mocht bedenken…en de Maroon Bells Grand Loop was geboren.
Dag 0: Op naar Aspen & Silver Bar Campground
Aspen ontstond aan het eind van de 19e eeuw als nederzetting van zilverdelvers. De plaats kreeg de naam van de vele ratelpopulieren in de omgeving. Daarna groeide het dorp uit naar een mondain skioord voor de rich and famous. In de zomer is het publiek gelukkig wat gevarieerder en we vallen met onze trekkingbroek en bergschoenen niet al te hard uit de toon.
Na de nodige inkopen, stappen we terug volgeladen de bus op richting de Maroon Bells Trailhead en stappen af aan de toegangspoort van het White River National Forest. Daar ligt namelijk de Silver Bar Campground, één van diverse kampeerterreinen uitgebaat door de Amerikaanse overheid. Het duurt eventjes voor we aan de ranger uitgelegd krijgen dat we hier gewoon met de bus zijn geraakt en écht niet met de auto zullen komen aanrijden. Het bivakterrein houdt slechts een 4tal walk-to-plaatsen in en is dus erg rustig, tenminste tot het moment dat het gebruikelijke namiddagonweer losbreekt.
Dag 1: Maroon Snowmass Trailhead naar East Snowmass Creek
Afstand: 11,5km, Stijgen: 1.105m, dalen: 345m
In dit gebied hoef je geen permit op voorhand aan te vragen, je vult die gewoon zelf in bij de start: begindatum van de trip, voorziene einddatum & overnachtingsplaatsen. De bivaklocaties had ik echter nog niet bepaald dus ik sla er een slag in. Zoals het hoort, hangen we de papieren permit met een elastiekje aan de rugzak, maar echt praktisch is dat niet. Je mag nergens haperen en het mag al zeker niet beginnen regenen.
We nemen de obligate postkaartfoto aan Maroon Lake van “The Deadly Bells” zoals de US Forest Service ze ook wel noemt. De steile wanden bestaan uit een metamorf afzettingsgesteente, kastanjekleurige mudstone, die erg onstabiel en breekbaar is. Diverse klimmers kwamen er reeds om het leven. Andere 14.000ers zoals Snowmass en Capital Peak bestaan uit kalksteen of graniet, wat steviger materiaal is.
Ook op onze route richting Willow Pass kleurt de aarde rood, wat in contrast met het frisgroene ras en diepblauwe meren een heel mooi beeld oplevert. Veel volk op de been vandaag maar eenmaal we afslaan naar Willow Lake Trail, weg van de Four Pass Loop, wordt het een pak rustiger.
Op de tweede col duikt een pika weg in het steenmannetje. De Nederlandse benaming is Noord-Amerikaanse fluithaas. Ze zien eruit als een hamster maar de pika’s zijn verwant met de familie van konijnen en hazen, al zijn ze met hun 16 à 22 cm lengte wel een stuk kleiner.
Reeds vroeg op de namiddag zetten we de tent op nabij East Snowmass Creek. In de buurt zoeken we een schaduwrijk plekje om wat te lezen, want in de zon wordt het zelfs op ruim 3.600 meter behoorlijk heet. In de verte zien we de rookpluimen van een bosbrand. Een vaak voorkomende fenomeen in het hete binnenland van de VS, en de moedige firefighters die natuur en bewoning proberen te beschermen, worden hier dan ook op handen gedragen.
Dag 2: East Snowmass Creek naar Bear Creek
Afstand: 13km, Stijgen: 1.300m, dalen: 1.500m
Ons eerste doel van de dag is Willoughby Mountain. We zoeken zelf een weg naar boven en volgen de kam tot de top. Af en toe is toch een pad merkbaar, we blijken niet de eerste te zijn die hier passeren. Het 360°-panorama is zonder meer indrukwekkend. Hier zie je heel goed de variëteit in gesteenten van dit gebied: van het rode mudstone over het grijze graniet en de bleke kalksteen. Elke berg heeft zijn eigen kleur. De U-vormige valleien die lang geleden nog gevuld waren met gletsjerijs, staan het nu vol naaldbomen.
De directisimmo naar Snowmass Creek is volgens mij nog nooit eerder gedaan. Wat er op de kaart uit ziet als een haalbare flank, is in de praktijk een opeenvolging van terrassen. We slalommen tussen twee steile beekvalleitjes, de ene keer dalen we in de riviergeul af maar als die te steil wordt, duiken we het bos terug in, zoeken een doorgang tussen de rotsen, en worstelen ons letterlijk en figuurlijk een weg naar beneden. Aan wie onze voetsporen wilt volgen, niet doen, je loopt best om.
Opgelucht halen we adem als we de vallei bereiken. Het is al middag en er staat ons nog heel wat te wachten. De komende paar uur doen we even terug ‘normaal’ en volgen een mooie trail naar Snowmass Lake. Enkel de natuurlijke brug van dode boomstammen over de afwatering van een bergmeer zorgt voor wat uitdaging.
Bij het meer wordt de watervoorraad terug aangevuld en zien we dat diverse hikers zich al geïnstalleerd hebben op de voorziene bivakzones aan het meer die ook langs de bekende Four Pass Loop ligt. Enkele haakbekken hoppen van de ene spar naar de andere, hier vinden ze hun habitat waar ze kunnen smullen van nieuwe knoppen en scheuten. Het mannetje is frambozenrood op de rug, kop, hals, buik en borst.
Er zit nog wat jus in de benen dus blikken we vooruit naar Heckert Pass, of tenminste de bergpas net ten westen ervan. De eerste kilometers volgen we de route richting Snowmass Peak die zuidelijk van het meer loopt om dan recht omhoog over een blokkenveld te klimmen. Het is alweer puffen en blazen. Al zijn we al bijna 2 weken in de Rockies op stap, helemaal aangepast aan de grote hoogte ben ik nog niet. Van zodra we de 4.000 meter naderen, schakelt de ademhaling een versnelling hoger en gaat het toch allemaal een pak moeizamer. Het zicht op Snowmass Lake en de kleurrijke bergen rondom is de gewaardeerde beloning.
Het is intussen ruim na vier uur en we krabben even in het haar als we de afdaling zien: blokken, blokken en nog eens blokken. Telkens we terug op een rugje komen, zien we dat het nog meer van hetzelfde is. We hebben onze portie voor vandaag toch gehad.
Onweerswolken verschijnen aan de hemel en het begint te drashen als we bijna vier uur later de weelderige vegetatie van Bear Creek bereiken. Zijknat banen we ons een weg door de struiken naar de andere oever waar we gelukkig een vlak plekje vinden voor de tent. Al hebben we het gevoel dat er op eender welk moment een beer uit de bosjes kan springen, we zijn te moe en hongerig om daar onze slaap nog voor te laten.
Dag 3: Van Bear Creek naar Capital Lake
Afstand: 6,5km, Stijgen: 550m, dalen: 500m
We keren ietwat op onze stappen terug om vervolgens omhoog richting Pierre Lakes te klimmen. Het is wat balen als we het perfecte bivakterrein zien liggen: kortbegraasd gras en kabbelende bergriviertjes in een amfitheater van rotsige pieken. Hadden we dat geweten, dan waren we de dag voordien niet helemaal afgedaald maar gewoon op hoogte doorgestoken. Opeens duikt een Amerikaan op verbaasd is om in deze verlaten en ontoegankelijke vallei andere mensen tegen te komen.
De meren zelf liggen in een woestenij van stenen en blokken. Behoedzaam banen we ons een weg door dit ruige terrein richting de Wandering Dutchman Couloir. Hoe deze route aan zijn naam gekomen is, we weten het niet, maar het blijkt wel een haalbare kaart om de met stenen gevulde couloir omhoog te kruipen. Meer dan wat handen en voeten komen er niet aan te pas, tenminste als de geul zo goed als sneeuwvrij is. Stijgijzers en pikkel zullen vroeg op het seizoen aan te raden zijn.
Het is bijna middag en de wolken binnen alweer te rommelen. De klim naar Capital Peak die hier vlakbij ligt, moeten we noodgedwongen aan ons voorbij laten gaan. De laatste honderden meters lopen door héél gevaarlijk terrein. Deze tochtbeschrijving geeft een goede weergave wat je kan verwachten. Op de messcherpe graat in een onweer terechtkomen, is not done, dus steken we door en dalen af naar Capital Lake. Het kleurenpalet en de grillig geërodeerde flanken zijn ronduit fascinerend om naar te kijken.
Terwijl we afdalen, horen we een bizar gehuil op de achtergrond. Het zijn coyotes of prairiewolven die er om bekend staan heel diverse geluiden te kunnen uitbrengen. Met een gewicht van 15 à 20 kilogram is hij het kleinere broertje van de gewone wolf. Als wandelaar hoef je niet meteen schrik te hebben maar heb je je viervoeter bij, dan is die wel mogelijks wel in gevaar als potentiële concurrent (grote honden) of prooi (kleine honden).
Bij Capital Lake installeren we ons op één van de voorziene bivakzones. Wat verder graast een mountain goat. Deze harige witte sneeuwgeit met zijn korte hoorntjes ziet er qua gestalte toch vrij imposant uit en we blijven op een veilige afstand. Ondanks zijn naam is het dier nauwer verwant aan de gems dan aan de geit. Hij klimt dan ook meer dan behoorlijk in sneeuw, ijs en steile rotsen en durft zich in de zomer tot op 4.000 meter hoogte te begeven.
Dag 4: Capital Lake naar Geneva Lake
Afstand: 12km, Stijgen: 850m, dalen: 1.000m
Een mooi pad leidt ons naar de bergpas, vanwaar een lange zigzagroute vertrekt naar het dal. Diverse vegetatiezones passeren de revue: van stenen over gras naar dicht woud. En we komen de Amerikaan terug tegen die we nabij Pierre Lakes ontmoet hebben.
Bij Avalanche Lake slaan we niet af naar de mooie trail richting Geneva Lake, maar kiezen alweer voor een offtrail-stuk, eentje dat ik zelf heb bedacht. Het duurt niet lang of we komen terug in een eindeloos blokkenveld terecht dat we hijgend overwinnen. Op de verlaten en naamloze pas blikken we uit over de bergen. Het heeft wel iets om daar helemaal alleen te zitten.
Veel talmen hoeven we niet te doen, de wolken worden steeds grijzer. Tijd om veiligere oorden op te zoeken voor het geval een onweer losbreekt. Bij aanvang is het onze eigen weg zoeken, maar vanaf Siberia Lake vinden we onverwacht een wandelspoor. Eerst nog wat vaag, maar daarna steeds duidelijker. En zo stappen we vlotjes via Little Gem Lake naar Geneva Lake door een groen en bebloemd landschap dat toch wat aan de Alpen doet denken.
Ook bij dit meer zijn er designated campsites, en de eerste die we tegenkomen wordt al meteen goedgekeurd. Een bronnetje dichtbij, mooi zicht over de omgeving en toch wat beschut door enkele bomen, een vlak stukje voor de tent, meer kan je niet wensen. Enkele wapiti’s grazen rondom.
Dag 5: Geneva Lake naar naamloos meertje twee kilometer ten oosten van West Maroon Pass
Afstand: 18km, Stijgen: 1.150m, dalen: 760m
We zitten terug op de Four Pass Loop en dat zullen we geweten hebben. Na 100 tegenliggers houden we het tellen voor bekeken. Het is terug aanpassen aan al dat wandelvolk, en dat is dan nog niets vergeleken met de zeedijk van Oostende op een zonnige zomerdag.
De doorwading van de kuitdiepe North Fork levert wel leuke taferelen op. Zonder veel boe of ba trekken we onze bergschoenen uit, stappen op blote voeten het water door, en doen alles terug aan. Andere hikers huppelen van links naar rechts alsof het over een bulderende bergbeek gaat die je niet zonder gevaar voor eigen leven kan oversteken.
We volgen verder de North Fork Trail richting de Frigid Air Pass. Het meeste volk is nu gepasseerd en de rust keert terug. We lopen door een terracottarood landschap met bloemrijke bergflanken. De West Maroon Pass lonkt, we zitten op een boogscheut van het startpunt van deze trektocht maar met nog 2 dagen op overschot, breien we er nog een extra lusje aan.
Vanaf de bergpas, starten we aan een lange traverse van de flank om onze tent nabij een naamloos meertje op te slaan. Als de avondzon, na een erg kletterend onweer, de schijnwerpers zet op de rode bergen rondom, is het genieten.
Dag 6: Naamloos meertje naar Conundrum Creek
Afstand: 14km, Stijgen: 800m, dalen: 1.350m
Offtrail trekken we verder ten noorden van Precarious Peak. Geen idee of de route haalbaar zal zijn want de ondergrond is hier erg brokkelig. Alles verloopt voorspoedig en we geraken zonder veel moeite op de trail richting East Maroon Pass. Die laten we echter links liggen om de weinig belopen trail naar de Copper Pass te lopen.
Vanaf Triangle Pass zetten we de laatste afdaling van onze tocht in. Enkele kilometers lager ligt Conundrum Hot Springs. Bij deze natuurlijke warmwaterbaden kan het druk worden maar vroeg in de namiddag blijkt het er best rustig. Met twee andere hikers genieten we van een warm bad in een prachtig decors.
Als je in dit gebied op de voorziene bivakzones je tentje wilt opslaan, dien je hier wel op voorhand te reserveren. Gezien wij dat niet gedaan hebben, dalen we verder af en slaan onze bivak ergens op in het bos.
Dag 7: Conundrum Creek naar Conundrum Creek Road
Afstand: 13,5km, Stijgen: 25m, dalen: 625m
Het wandelpad leidt ons verder omlaag naar de Silver Dollar Pond, een grote natuurlijke vijver, die ongetwijfeld zijn naam te danken heeft aan de rijke mijngeschiedenis van de streek. Op de kaart zie je ook tal van oude ingangen staan uit de tijd toen hier nog volop naar zilver gedelfd werd. Er was een echte rush eind 19de eeuw met diverse mijndorpen die verschenen en de Ute Indianen werden uit dit gebied verdreven.
In de brede vallei komen we steeds meer dagjesmensen tegen. De parking bij de trailhead staat vrij vol maar het is nog ochtend dus een rit terug zit er niet meteen in. We stappen verder naar de hoofdweg en zien het ene decadente vakantiehuis na het andere verschijnen. Veel bouwvakkers aan het werk, en één van hen geeft ons een lift terug naar Aspen.
Besluit
Na de Pfiffner Traverse vreesde ik dat deze tocht wat magertjes zou uitvallen, maar dat bleek allerminst het geval. De landschappen zijn erg gevarieerd en de kleurrijke bergen fascinerend. In dit gebied ben je echt vrij: je permit vul je zelf in bij de start en bivakkeren doe je waar je wil. Enkel op sommige locaties moet je gebruik maken van de designated campsites en bij Conundrum Springs moet je op voorhand reserveren. De omgeving biedt voor iedereen wat wils met heel wat trails maar ook offtrailmogelijkheden en het beklimmen van héél uitdagende bergtoppen zoals Capital Peak en Snowmass Mountain. En het is een gebied die ook met het openbaar vervoer vanuit Denver makkelijk bereikbaar is. Een aanrader dus!
Meer foto’s in dit fotoalbum.
PRAKTISCHE INFO
MOEILIJKHEIDSGRAAD VAN DE TOCHT
Dit is een tocht van 4de categorie. Er zitten diverse stukken ongebaand terrein in, die voldoende navigatiekennis en staptechniek vereisen. Maar je kan perfect een tocht van categorie 2 of 3 uitwerken. Mogelijkheden genoeg!
TERREIN
De trails zijn perfect onderhouden en bewegwijzerd. De offtrailsecties zijn niet van de poes: blokkenvelden zover het oog reikt, weelderige vegetatie, canyonachtige riviertjes, scherpe bergtoppen… Ken je grenzen en start vroeg, want het namiddagonweer komt vaak al rond 12-13u en dan wil je niet in hoog en ruig terrein op stap zijn.
SEIZOEN
We stapten in totaal 7 dagen van 21 tot en met 27 juni 2018.
GELOPEN ROUTE
Hieronder vind je een overzicht van de gelopen route.
NAVIGEREN OP HET TERREIN
Het is een tocht die deels over paden, deels over ongebaand terrein gaat. Als je op een pad loopt, kan je niet missen. Ze zijn goed bewegwijzerd en duidelijk uitgetreden. Het ongebaand terrein is een ander paar mouwen. Je komt geen steenmannetjes tegen, en tegenliggers hebben we op deze stukken ook nooit gezien (op een enkeling na die al even verbaasd was als ons). Je bent dus op je eigen oriëntatievaardigheden aangewezen. Aangezien er altijd redelijk zicht was, had ik voldoende aan de kaart. Just in case had ik ook een kompas en GPS bij maar ik heb die niet gebruikt.
Ik heb de route in Alpenvereinaktiv (achteraf) uitgetekend zodat je daar een GPX kan downloaden. Deze GPX geeft de route weer die ik zou suggereren (onze directe afdaalroute vanaf Willoughby Mountain heb ik dus geschrapt) maar het is zeker geen exacte wetenschap. Op het offtrailterrein zal je nog altijd je eigen weg wat moeten zoeken.
TOCHTPLANNING
Deze trip heb ik zelf in elkaar gestoken, deels door de stafkaart te bestuderen maar ook door online enkele blogs uit te pluizen:
- Verschillende backpacking loops in Colorado
- Pierre Lakes waarbij ik met Ted mijn route heb afgetoetst op voorhand (hij gaf me nog een paar goeie tips)
- Dutchman’s chimney
- Zot toertje voor wie zowel Snowmass Mountain en Capital Peak wil beklimmen
- Heckert Pass en Dutchman’s chimney vroeg in het seizoen (met nog veel sneeuw)
STAFKAART
Het grootste deel van de tocht staat op 1 stevige en waterresistente kaart van National Geographic: Nr. 128 ‘Maroon Bells, Redstone, Marble’. Een heel klein stukje (Copper Pass & Triangle Pass) staat op nr. 133 ‘Kebler Pass, Paonia Reservoir’. Ik heb de kaarten online besteld omdat ze via mijn vertrouwde reisboekhandel niet te verkrijgen waren.
MATERIAAL
Hier vind je onze paklijst. Omdat we 1 van de rugzakken kwijt was, hebben we een tent moeten kopen en daar waren we uiteindelijk best tevreden over. Het aantal muggen is doenbaar maar ze zijn er wel en dat maakt dat het in een tent of tarp met inner iets aangenamer vertoeven is. Bear canisters zijn ook in dit gebied verplicht, regelgeving en verhuuradressen vind je in dit document. We kochten 2 Bearvaults BV 500 aan op een eerdere tocht en daar past perfect de voeding (en tandpasta/douchegel) in voor 7 dagen.
Mobiel bereik is afwezig eenmaal je Aspen buiten bent. Een noodbaken als Spot of Garmin Inreach is dus geen overbodige luxe om het thuisfront dagelijks een alles-is-oke-berichtje te sturen of in geval van nood om de reddingsdienst te alarmeren. Deze twee toestellen kan je huren of kopen.
BEREIKBAARHEID
Vliegen naar Denver International Airport
Vanuit Brussel of Amsterdam moet je overstappen om naar Denver te vliegen. Je kiest of je dat doet in de VS of in IJsland. Omdat de controles nogal onvoorspelbaar zijn qua tijd en het qua prijs niet veel verschil maakte, hebben we er voor geopteerd om met Icelandair te vliegen via Keflavik. De paspoort en douanecontrole gingen dus door in Denver zelf, en dat was iets relaxter. Bij aankomst in Denver moet je in een hal via een automaat zelf je internationaal paspoort scannen en enkele formaliteiten invullen, waarna je nog eens manueel gecontroleerd wordt en je paspoort wordt afgestempeld. Er wordt altijd gevraagd naar het doel van je verblijf en je moet ook in staat zijn om wat detailvragen te kunnen beantwoorden. Een douaneformulier vul je in op het vliegtuig zelf (voor zover je niet ligt te slapen als ze met het formulier rondkomen natuurlijk, uheum…).
Lokaal vervoer
We hebben géén auto gehuurd aangezien we vooral trektochten zouden doen. Met het openbaar vervoer kan je perfect in Aspen geraken:
- Trein van de luchthaven naar Denver Union Station
- Onderaan het station kan je de Bustangbus namen naar Glenwood Springs die 1 keer per dag rijdt. Opgelet: je kan deze bus niet reserveren, enkel je tickets (28 dollar per persoon) kan je aankopen via een app (en je activeert die nét voordat je op de bus stapt) of op de bus zelf. Wie eerst komt, eerst maalt, maar het is wel een voordeel dat je al opstart bij het beginstation en niet ergens onderweg. Het scheelt dat de gemiddelde Amerikaan liever de auto neemt. Een alternatief is de trein maar die rijdt heel veel om en je doet er dus enkele uren langer over. In Glenwood stopt dus bus slechts op 1 plaats: West Glenwood Park & Ride. In de terugreis vertrekt de bus vroeg en rijden de lokale bussen nog niet, dus je zal daar te voet moeten naartoe stappen (3,4km van ons hotel).
- In Glenwood Spings kan je de snelbus nemen naar Aspen, die rijdt om het half uur. Dit is een plattegrond van de buslijnen. Een buskaart (die je je samen kan gebruiken) is goedkoper dan een individueel busticket. Zo’n kaart kan je aankopen in de automaat van 27th Street Station Park & Ride.
- Vanaf Aspen neem je een gratis bus naar Highland en daar stap je over op de betalende bus naar Maroon Snowmass Trailhead. In het busstation in Ruby Park kan je je informeren en een ticket aankopen. Een plattegrond vind je hier.
Omdat onze tocht niet eindigde aan dezelfde trailhead (maar dat was een bewuste keuze), en er elders geen openbaar vervoer is, hebben we teruggelift naar Aspen. We werden gedropt aan het ziekenhuis waar we makkelijk de gratis lokale bus konden terugnemen naar het centrum.
ESTA-PROCEDURE & INTERNATIONAAL PASPOORT
Er is geen lange visumprocedure meer, je kan online via de ESTA-procedure een toelating vragen om de VS binnen te gaan (en je betaalt ook meteen 28 dollar). Je kan overigens dan nog altijd geweigerd worden bij aankomst, maar het is wel je toegangsticket. Vraag die tijdig aan, we deden het eind april (voor een reis in juli). Je doet een soort gegroepeerde aanvraag als je met meerdere personen samen reist maar dient dan uiteraard elke persoon te identificeren. Er worden nogal wat persoonlijke gegevens gevraagd, ook van je ouders. Een geldig internationaal paspoort is uiteraard nodig.
ACCOMMODATIE
Berghutten op de route zijn er niet, je bent aangewezen op bivakkeren. Op sommige locaties zijn er designated campsites, vooral bij de meren omdat dit populaire bivakplaatsen zijn. Reserveren kan je niet, dus wie eerst is, kan zijn bivakplek kiezen. Hou er rekening mee dat de bivaklocaties op de Four Pass Loop best populair zijn, elders is het een pak rustiger. Je kan ook quasi overal vrij bivakkeren, dus eigenlijk zijn er mogelijkheden genoeg. Vind je niets, dan trek je gewoon nog een half uurtje verder. Om te bivakkeren nabij Conundrum Hot Springs en de ganse omgeving (vanaf Silver Dollar Pond tot Triangle Pass dien je op voorhand te reserveren en moet je zelf je menselijke afval (jawel: je ontlasting) terug meenemen (of 15 tot 20 cm diep begraven!), meer uitleg in het filmpje hieronder:
In Glenwood Springs logeerden we in de Glenwood Springs Inn. Ruime en propere maar ietwat donkere kamers met airco (en dat is nodig want het kan er makkelijk 35°C zijn in hoogzomer). Heel goed ontbijt waarbij je zelf je eigen wafels kan bakken! Nabij het hotel vind je een buitensportzaak en op enkele kilometers een grote supermarkt (neem de lokale bus voor 1 dollar cash).
In Aspen sliepen we voor onze tocht in Silver Bar Campground, die met de bus die richting Maroon Snowmass Trailhead rijdt, bereikbaar is. Dit is een klein en erg rustig kampeerterrein met slechts een 4tal plaatsen. Tijd reserveren is aan te raden. Verderop in de vallei zijn nog twee grotere campgrounds.
BEVOORRADING
Er is géén enkele bevoorrading mogelijk langs of vlakbij de route. Water vind je wel in overvloed.
GELD
Dollars kan je afhalen in de luchthaven, Glenwood Springs of Aspen, dat doe je best met een gewone bankkaart. Vergeet niet je ‘maestro’-functie te activeren want anders lukt het niet. VISA en Mastercard zijn uiteraard ook erg ingeburgerd. Enkel bij busticketautomaten werkt een VISA of gewone bankkaart vaak niet, dan heb je cash nodig.
TAAL & COMMUNICATIE
American English is uiteraard de voertaal in de VS, al zijn er ook veel Mexicanen aanwezig en is Spaans zowat de tweede taal daar. De inwoners van Colorado zijn over het algemeen erg vriendelijk en behulpzaam. ‘Small talk’ met tegenliggers op een trail is heel normaal.
KLIMAAT
Het weer kan je wat vergelijken met de Pyreneeën of de zuidelijke Alpen. In de bergen valt het best mee qua warmte (20°), in de lager gelegen gebieden kan het erg heet zijn (>30°). De kans op onweer in de namiddag is er groot, soms komt het al vanaf 12u voor en dat is natuurlijk vrij vroeg. Dat betekent dat je dus best tijdig vertrekt.
Fraai en volledig verslag! Bravo.
Bedankt!