Debbie’s HRP: deel 2

Wie denkt dat de GR20 in Corsica de zwaarste wandelroute is van Europa, think again. De Haute Route Pyrénéenne (HRP) is eveneens een uitdagende en daarenboven ongemarkeerd traject die net als de GR10 en GR11 van west naar oost door de Pyreneeën trekt. De route blijft op of nabij de Frans-Spaanse grens. Hooggebergte pur sang dus! Het meest alpiene gedeelte ligt tussen pakweg Lescun en Mérens-les-Vals. In diverse delen trekken we doorheen het massief en pimpen de route nog wat op met enkele minder bekende pareltjes.

Vorige zomer ondernamen we deel 1 van Urdos naar Gavarnie. In 2021 continueren we onze voetreis, maar de grensstreek rond Gavarnie heeft zoveel te bieden dat we dit gebied wat verder gaan exploreren, alvorens onze oostelijke koers verder te zetten.

Dag 1: Gavarnie > bovenaan Cirque de Gavarnie (bivak)

Afstand: 10 km
Stijgen: 1.301m, dalen: 350m

We lopen niet via het klassieke pad naar de Cirque maar via het Plateau de Bellevue. Daar krijgen me meteen een schitterend zicht op het befaamde keteldal met zijn steile rotswanden en la Grande Cascade. De waterval heeft een verval van 423m en is de hoogste van het Franse vasteland.

Het lijkt onmogelijk maar toch loopt een wandelroute aan onze rechterkant omhoog. Met de Echelles de Sarradets is de toon meteen gezet voor de rest van de week. Het is een steil parcours maar behoedzaam klimmen we omhoog.

Bovenaan vinden we de ideale bivakplek. Intussen zijn de wolken van de partij en valt er helaas van het spectaculaire uitzicht weinig te genieten. We kruipen vroeg in de slaapzak om de kilte te ontvluchten.

Dag 2: Bovenaan Cirque de Gavarnie > Circo de Cotatuero (bivak)

Afstand: 10,5 km
Stijgen: 1364m, dalen: 1409m

Pas de volgende ochtend zien we onze bivakplek hoog in het keteldal liggen, wat een decors! Een heel nieuwsgierig schaap blijft ons materiaal van allerlei kanten besluipen. Ook de Refuge de Sarradets is nu zichtbaar. Enkele trekkers hebben hier hun tentje neergezet maar de bivakplekjes hebben geen water nabij en zijn niet zo comfortabel.

Heel wat wandelaars & hikers zetten koers naar de Frans-Spaanse grens. Eenvoudig is het pad allerminst. De Brèche de Roland ziet er op foto al indrukwekkend uit, in het echt is de rotskloof nog impressionanter.

We trekken door de grote poort Spanje binnen. Paden vertrekken hier in alle richtingen en wij kiezen de zuidwestelijke koers naar Plan Catuarta. Het spoor verdwijnt geregeld. De GPS komt goed van pas om in dit chaotisch terrein op koers te blijven.

Ook zonder geologische achtergrond kijken we onze ogen uit over het grillige landschap en de diverse kleuren. Onderweg laten we de rugzakken even achter om de Pico Blanco te beklimmen. Je blijft best op het pad… Als ik mijn wandelstok tijdens een korte verkenning laat vallen, blijkt het puin héél vlotjes te schuiven en moet ik me laten redden door de groep. Ze dachten dat ik een grapje maakte maar helaas, een smet op mijn blazoen.

De Ordesa-canyon ligt niet officieel langs de HRP maar is het ommetje duidelijk meer dan waard. Deze diepe vallei met zijn steile rotswanden is uniek in Europa. De Faja de las Flores slingert langs de flanken. Het pad is nergens moeilijk maar de afgronden zijn wel duizelingwekkend. Niet voor mensen met hoogtevrees. Vale gieren komen vanuit de diepte omhoog zweven via de thermiek. We houden af en toe halt om onze ogen uit te kijken.

De afdaling richting de Circo de Cotatuero vergt wat tredzekerheid. Het is al een lange dag geweest en de vermoeidheid laat zich voelen. De bivakplek tussen de paarse irissen boven de gelijknamige Cascada blijkt een droomplek.

Dag 3: Circo de Cotatuero > Fuen Blanca (bivak) + klim naar Pico Custodia

Afstand: 15km
Stijgen: 795m, dalen: 1.2860m
Naar Pico Custodia: 1km heen/terug, 156m stijgen/dalen

We trekken dieper het onbekende dal in. Een kudde gemzen graast onverstoord op de steile flank. Steenmannetjes leiden ons omhoog. Veel volk passeert hier duidelijk niet.

De wolken hangen laag over de de bergen. Het originele plan om de Pico de Millaris of de Tobacor te beklimmen wordt opgeborgen. We besluiten verder de rand van de canyon te volgen naar Rifugio Goriz. Bij aanvang is het nog een duidelijk pad maar de laatste kilometer loopt door karstrijk gebied. Daar komt het er op aan zelf het terrein te lezen, iets dat ik – bij goed zicht – heel graag doe. De groep volgt gedwee.

Na een calorierijke lunch trekken we verder naar Collado de Goriz. Het klaart intussen wat uit en de klim naar de Punto Custodia is dan ook de moeite waard. We kijken voor een laatste keer uit over de Ordesa-canyon en aanschouwen intussen ook het gebied dat we de volgende dagen gaan induiken.

De afdaling via de witrode GR11 naar de Anisclo-canyon is allesbehalve een walk-in-the-park. Er zitten enkele steile passages tussen.

Het vet is bij iedereen terug van de soep als we bij Fuen Blanca zijn aangekomen. Na een korte verkenning vind ik een idyllische maar klein uitgevallen bivakplek. Mijn lumineuze idee om één grote shelter te maken wordt al snel afgevoerd als we het weerbericht bekijken. Het wordt het betere puzzelwerk om alle tentjes neergepoot te krijgen en de stormlijnen lijken op een spinnenweb.

Dag 4: Fuen Blanca > Rio de Larri (bivak)

Afstand: 11km
Stijgen: 1.445m, dalen: 1.500m

Na een turbulente nacht krijgen we nog een laatste onweer voorgeschoteld tijdens het ontbijt. Met een klein hartje vertrekken we in regenjas en -broek naar de Collado de Anisclo. De weergoden zijn gelukkig uitgeraasd en de zon komt er stilaan door.

Op de bergpas zien we door de mist slechts flarden van de vallei. De grillige rotsen en stenen op de route zorgt ervoor dat de afdaling vrij traag vooruit gaat, en mijn tijdsschema terug iets te optimistisch blijkt.

Via de Faja de la Tormosa en Camino de Montaspro gaat het via een panoramaweg naar de andere kant van de vallei. Het pad is bij wijlen wat overgroeid en de rugzak blijft regelmatig aan de dwergstruiken hangen. Het is intussen warm en zonnig en hét moment bij uitstek om de haren te wassen bij het vrouwelijke collectief. De mannen kijken intussen ietwat gegeneerd de andere kant uit.

Net voor de waterval van Cinca bereiken, staat ons nog een technische passage te wachten. Het wandeltouw wordt uitgehaald om te zekeren en de rugzakken te laten zakken. Vlotjes gaat iedereen erdoor.

We steken door naar Rio de Larri waar we een zee van ruimte hebben om de tent neer te poten. Enkel de lokale kudde paarden moeten we wat in de gaten houden.

Dag 5: Rio de Larri > Lagos de la Munia (bivak) + klim naar Pic de la Robinera

Afstand etappe: 5,4km, 1.056m stijgen, 12m dalen
Klim naar Pic de la Robinera: 4km heen/terug, 540m stijgen/dalen

’s Morgens staat er een korte maar stevige klim op het programma richting Lagos de la Munia. Steil, steiler, steilst. Gelukkig is de rugzak al iets lichter dan bij de start van onze tocht en zijn de kuiten intussen wat getraind.

Nabij het meer is duidelijk waarvoor we dit allemaal doen. Bij het zuidelijkste meer van Lagos de la Munia vinden we enkele mooie bivakplekken met een lokaal bad. En met een ingenieur mee, is de oppervlakkige bron al snel een mooie waterstraal. Veel beter dan dit wordt het niet.

We hebben nog een namiddag ter beschikking en trekken met een lichte rugzak naar Pico de la Robinera (3.001m). Het wolkendek gaat alle kanten uit en het weer blijft wat onvoorspelbaar. Na een lange klim bereiken we de top vanwaar we onze tenten als minuscule stipjes in het grootste landschap zien staan.

Na het avondeten krijgen we onverwacht bezoek van een gems die we met gebrek aan een deftige lens, 1-2-3-piano-gewijs steeds beter op de foto proberen te krijgen.

Dag 6: Lagos de la Munia > Lacs des Aires (bivak) + klim naar Pic de la Munia

Afstand: 10,4km
Stijgen: 544m, dalen: 1057m

De originele planning zou ons via twee lange etappes via de mijnen van Parzan, de vallei van Barrosa en de Lacs de Barroude terug naar Héas leiden. Maar de groep verkiest om de kortste maar ook moeilijkste route richting Cirque de Troumouse te nemen, via de Col de Munia. Ik had de route eerder uitgezocht maar het leek me iets te technisch wegens een heel steile passage. Maar de groep is gemotiveerd, het weer stabiel en de route wordt wel vaker door wandelaars gedaan. We wagen het erop.

Het klimmen naar Col de la Munia verloopt soepel. De rugzakken worden achtergelaten, enkel het hoogstnodige gaat mee naar de Pic de la Munia (3.133m). Het is al vrij snel stevig terrein en le Pas du Chat blijkt toch een pittige passage. Er hangt een vaste ketting & touw om je aan op te trekken. Als blijkt dat enkele sterke deelnemers deze vlot kunnen nemen, lijkt het me haalbaar om iedereen er door te loodsen. Terwijl ik bovenaan zeker, helpt iemand beneden met aanwijzingen te geven.

Op de top van de drieduizender is iedereen uitgelaten maar zitten mijn gedachten wel al op de weg terug. Het zekeren vraagt veel extra tijd maar iedereen geraakt terug vlot op de col.

Na de lunch staat een spectaculaire afdaling in de Cirque de Tromouse te wachten. Bij ‘le Passet’, een rotswandje van 8tal meter hoog, moet er derdegraads afgeklommen worden. Bovenaan hangt gelukkig een relais zodat ik goed kan beveiligen, maar de breuklijnen lopen schuin en dus riskeer je bij een val wel een flinke zwaai. Nadat de sterkste klimmers afgedaald zijn, worden de rugzakken één voor één gezakt. Ook ik laat me deze keer zekeren van beneden uit. Het is haalbaar maar rappelmateriaal was hier toch veiliger geweest…

De ontlading is groot als we aan de voet van het natuurlijk amfitheater staan. Onze laatste bivaknacht lijkt wat onwezenlijk. We hebben nu al heimwee naar de bergen. Het was een een intense maar boeiende tocht.

Dag 7: Lacs des Aires > Héas

Afstand: 8km
Stijgen: 175m, dalen: 755m

Een wolkenzee woelt in de vallei. De laatste dag levert nog prachtige beelden op. Via de Cabane des Aires blijven we op hoogte lopen naar de Tour de Lieusaube, een alleenstaande rots. Héas is niet veraf maar we nemen onze tijd om te genieten van onze laatste uren in de bergen. Op het terras van de Auberge de la Munia schuiven we de voeten onder tafel en genieten na van een memorabele tocht in héél goed gezelschap!


PRAKTISCHE INFO

MOEILIJKHEIDSGRAAD

Deze tocht is enkel geschikt voor ervaren bergwandelaars met een goede fysieke conditie en voldoende tredzekerheid, vandaar de keuze voor niveau 4. Heb je weinig ervaring, dan raad ik aan het parcours van de GR10 te volgen. Wil je in berghutten slapen, dan zal je de route ook wat moeten aanpassen (hieronder een suggestie).

Meer info over de moeilijkheidsgraad van tochten in dit bericht.

REISPERIODE & SEIZOEN

We liepen deze tocht van 1 t.e.m. 7 augustus 2021.

BENODIGD MATERIAAL

Voor dit soort terrein zijn een stevig paar bergschoenen (type B, B/C) en een paar wandelstokken, zeker om de knieën wat te sparen tijdens de afdalingen, absoluut nodig. Ga je vroeg in het seizoen op stap dan zullen ook stijgijzers en pikkel nodig zijn. De route op dag 6 is niet veilig zonder extra hulpmiddelen zoals een touw, rappelmateriaal is overigens de beste optie.

ROUTE & BEWEGWIJZERING

De wandelroute is niet gemarkeerd en je moet dus zelf je weg vinden. Het merendeel van de route gaat over paden, maar ook regelmatig over blokkenvelden en moeilijker terrein waar je bent aangewezen op je eigen vaardigheden voor navigatie en het lezen van het terrein. Onderschat het dus zeker niet.

Je kan een GPX van onze route op de site van Alpenvereinaktiv downloaden, die als hulp kan dienen maar wees ervan bewust dat dit niet je gebrek aan bergwandelervaring mag compenseren. Het kan je alleen helpen bij twijfel.

Hier een overzicht van onze gelopen route met de bivakplaatsen:

KAART EN WANDELGIDS

We gebruikten volgende stafkaarten van 1:25.000:

  • IGN: 1748 OT – Gavarnie – Luz-St-Sauveur (Franse stafkaart)
  • Alpina: Valle de Ordesa – Monte Perdido (Spaanse stafkaart)
  • Alpina: Valle de Anisclo – Valle de Pineta (Spaanse stafkaart)

Deze zijn makkelijk te vinden in reisboekhandels bij ons.

BEREIKBAARHEID

Dit is een tocht in lijn en het eenvoudigste & snelste is om vanaf thuis met het openbaar vervoer te reizen. Zo is er een nachttrein van Parijs tot Lourdes, waarbij je dus eigenlijk in de vroege vooravond in België kan vertrekken om dan in de loop van de ochtend op je bestemming aan te komen. Je stapt over in Parijs (Nord naar Austerlitz via een rechtstreekse metrolijn). Door de onzekere coronasituatie, hebben we het anders aangepakt nl. met de auto naar Gavarnie gereisd en die geplaatst op de parking van de Chalet Granges de Holles (deze ligt net voorbij de publieke parking op een grintwegje op weg naar de hut). Vanuit Héas hebben we gelift terug naar Gavarnie om de auto’s op te pikken.

OVERNACHTEN

Bivakkeren is quasi overal toegelaten in de Centrale Pyreneeën vanaf 19u ’s avonds tot 9u ’s morgens. In de praktijk is het zo dat je vaak je tentje al iets vroeger opzet, maar voor 16u vermijd je het best. Bij de berghutten zijn er vaak aangeduide zones waarbinnen je moet bivakkeren, hou je hier zeker aan! Op deze tocht is bivakkeren noodzakelijk. Je komt enkel twee berghutten voorbij nl. Refuge de Sarradets op dag 1 (terug open vanaf zomer 2021) en Refugio de Goriz op dag 3 waar je eventueel zou kunnen overnachten.

Als je de route als een huttentocht wilt lopen, zal je die serieus moeten aanpassen. Een mogelijke programma:

  • Dag 1: Gavarnie – Refuge de Sarradets: mijn route
  • Dag 2: Refuge de Sarradets – Circo de Carriata – Rio Arazas en daar toeristenbus nemen naar Torla
  • Dag 3: Terug met de bus en omhoog naar de Circo de Carriata om in te pikken op de Faja de las Flores. Via Collado del Desgargador naar Refugio de Goriz
  • Dag 4: Via de GR11 naar Refugio de Pineta
  • Optionele dagwandeling: vanuit Refugio de Pineta via Rio de Larri naar Lagos de la Munia en terug via Collado de las Coronetas of Colladeta Plana Fonda
  • Dag 5: Via Brèche de Tucqueroya naar Refuge des Espuguettes
  • Dag 6: Afdalen naar Gavarnie via de Cirque de Gavarnie (mooie route) of rechtstreeks

BEVOORRADING

Er zijn geen mogelijkheden tot bevoorrading onderweg. Enkel in de berghutten kan je terecht voor een drankje of hapje.

4 reacties

  1. Beste Debbie, zomaar even een reactie op dit mooie verhaal. En fijn om te lezen dat je niet bent gaan vliegen, want dat is voor mij vanuit Nederland altijd een punt: ik wil geen vliegreizen aanbieden. Maar zó ver weg gaan met de auto voor slechts 7 dagen is natuurlijk ook een dingetje. Maar ik geniet regelmatig van je fraaie en inspirerende reportages! Groet, Frederike, Den Haag

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s